Cultuur & boeken

Dr. Cees den Heyer kan als ‘verlicht’ denker niet uit de voeten met belijdenissen en dogma’s

Opmerkelijk: een vuistdik studieboek zonder woord vooraf waarin de auteur zijn bedoeling toelicht. Wie bij ”Jezus, een mensenleven” van dr. Cees den Heyer een levensbeschrijving verwacht, komt bedrogen uit.

prof. dr. P. H. R. van Houwelingen
23 January 2018 15:48Gewijzigd op 16 November 2020 12:28
Den Heyer vindt de geschriften van de geschiedschrijver Flavius Josephus geloofwaardiger dan die van de Bijbelse evangelisten.  beeld Wikimedia
Den Heyer vindt de geschriften van de geschiedschrijver Flavius Josephus geloofwaardiger dan die van de Bijbelse evangelisten. beeld Wikimedia

Den Heyer was tot 2002 nieuwtestamenticus aan wat tegenwoordig de Protestantse Theologische Universiteit heet en heeft al vele boeken op zijn naam staan. De eerste 150 pagina’s van ”Jezus, een mensenleven” gaan wel over de historische Jezus, maar de volgende 450 pagina’s beschrijven in vogelvlucht de ontwikkeling van het christendom, als een ”nageschiedenis” van Jezus’ leven.

Uit een persoonlijk nawoord kan de lezer achteraf opmaken dat Den Heyer wilde laten zien hoe het beeld van Jezus door de eeuwen heen veranderd is. Ook bij hemzelf: „Ik heb afscheid genomen van het klassieke christologische dogma. Jezus was geen godenzoon en al helemaal geen God. Hij was een mens van vlees en bloed, een mens onder de mensen. Wel een mens die door zijn doen en laten de aandacht trok, een charismatische persoonlijkheid die indruk maakte op zijn tijdgenoten en volgelingen.”

Nog zo’n ontboezeming: „Opgegroeid in de jaren vijftig en veertig van de vorige eeuw in een traditioneel gereformeerd gezin sprak het voor mij lange tijd vanzelf dat de lijdensverhalen uit de evangeliën als historisch betrouwbaar gelezen dienen te worden. Zij zouden feiten vermelden en geen fictie. Maar in de loop der jaren is mijn visie veranderd… De evangeliën accentueren de volstrekte eenzaamheid van Jezus in het uur van zijn lijden en sterven – letterlijk van God en mensen verlaten.” Daarmee nam hij ook afscheid van de klassieke verzoeningsleer.

Onbetrouwbaar

Dat we geen betrouwbaar beeld van Jezus hebben, komt volgens Den Heyer omdat de evangelisten geen ooggetuigen waren; wat zij ons vertellen, hebben zij van horen zeggen. Hierover zou een wetenschappelijke consensus bestaan. Dit lijkt me een struisvogelconsensus, die andere opvattingen negeert. Zoals het veelgeprezen boek van Richard Bauckham, ”Jesus and the Eyewitnesses” (2006), of de wereldwijd vertaalde trilogie van Joseph Ratzinger, de vorige paus, getiteld ”Jezus van Nazareth” (2012).

Is Den Heyer trouwens niet selectief in zijn historisch-kritische benadering? Hij treedt de Joodse historieschrijver Flavius Josephus (37-±100) aanmerkelijk positiever tegemoet dan de evangelisten: „…dankzij zijn aanwezigheid en vaardige pen beschikken wij over een uniek ooggetuigenverslag van de ondergang van Jeruzalem en de tempel.” Alsof Josephus niet bezig was zichzelf te rechtvaardigen en zijn keizerlijke beschermheer in Rome te paaien! En terwijl Den Heyer de betrouwbaarheid van de evangelisten in twijfel trekt, acht hij het zelf zonder enig bewijs „mogelijk” dat Jezus enige tijd in de Qumrangemeenschap leefde, waar in de omgeving de Dode Zeerollen zijn gevonden.

Fictieve verheerlijking

Ook opstanding en hemelvaart zijn fictie volgens Den Heyer. Het geloof van de christelijke gemeente creëert eerst de verschijningsverhalen en later ook de episode over de ontdekking van het lege graf. De hemelvaart wordt zowel in Markus als in Lukas als in Handelingen verteld, maar het slot van Markus is tekstkritisch omstreden, terwijl Lukas en Handelingen door dezelfde auteur geschreven zijn. Den Heyer merkt op dat, geheel in Grieks-Romeinse stijl, de held van het verhaal na zijn dood wordt opgehemeld. Hemelvaart als apotheose.

Voor Den Heyer is een boektitel als ”Christus op aarde” (de auteursnaam prof. Van Bruggen blijft onvermeld) innerlijk tegenstrijdig. De historische Jezus uit Nazareth moet immers onderscheiden worden van de latere Christusfiguur in het geloof van de kerk.

Omdat religieuze behoeften door de eeuwen heen veranderen, krijgt Jezus in de geschiedenis van het christendom vele gezichten. De christelijke traditie is als een kameleon die van kleur verschiet zodra de omgeving daartoe aanleiding geeft. Het christendom bestaat niet en heeft ook nooit bestaan, aldus Den Heyer.

Hoe het kan dat ”een mens onder de mensen”, zoals de ondertitel van Den Heyers boek luidt, zo’n grootschalige ”nageschiedenis” kreeg en nog altijd talloze volgelingen heeft, vraagt hij zich niet af.

Dan een methodisch punt. De hoofdstukken over een Arische Jezus in de nazi-ideologie, gevolgd door een Joodse Jezus tijdens de naoorlogse periode zijn beslist instructief. Maar vooral bij de hoofdstukken over de middeleeuwen rijst de vraag hoe functioneel de enorme hoeveelheid historische informatie is die de lezer krijgt voorgeschoteld.

Telkens zegt de auteur dat het niet zijn bedoeling is een uitvoerige beschrijving van de desbetreffende periode te geven. Wat dan wel zijn bedoeling is, wordt nergens expliciet gemaakt. Dit boek had een stuk compacter kunnen zijn, als het te behandelen materiaal strenger was geselecteerd. Bijvoorbeeld met behulp van de zoekvraag welke consequenties latere ontwikkelingen in het christendom hadden voor het Jezusbeeld.

Wereldverbeteraar

Niet Jezus Zelf heeft vele gezichten, maar beelden van Hem zijn dikwijls menselijke spiegelbeelden. De stelling dat het de kerkelijke traditie is die van Jezus de Christus (en dus de Zoon van God) maakte, heeft Den Heyer al vaker geponeerd. Dat daarmee ook zijn kijk op de geschiedenis van het christendom is veranderd, zal niemand verbazen.

Als ‘verlicht’ denker kan hij niet meer uit de voeten met belijdenissen en dogma’s, hoe oud ze ook zijn: Godsopenbaring, Drie-eenheid, uitverkiezing, verzoening, kruistheologie, voorzienigheid, hemel en hel. Wat Den Heyer uiteindelijk voor ogen staat, komt neer op een redelijke godsdienst voor westerse mensen, aan het begin van onze jaartelling gesticht door een Joodse wereldverbeteraar die op een tragische manier aan zijn einde kwam.

Op zo’n Jezusbeeld is van toepassing wat Ratzinger in zijn ”Woord vooraf” schreef over het historisch-kritisch Bijbelonderzoek:

„Jezus moest gezocht worden achter de tradities van de evangelisten en hun bronnen, maar de reconstructies van deze Jezus werden allengs tegenstrijdiger: van de anti-Romeinse revolutionair die de bestaande machten ten val wil brengen maar daarin niet slaagt, tot de zachtmoedige moralist die alles goedvindt en daarbij onbegrijpelijk genoeg zelf ten onder gaat. Wie een aantal van deze reconstructies naast elkaar legt, kan spoedig vaststellen dat ze veeleer een weergave zijn van de auteurs en hun eigen idealen, dan dat ze een vaag geworden icoon weer herstellen. Ook al is er intussen argwaan gegroeid tegen dit soort Jezusbeelden, de figuur van Jezus zelf is daardoor verder van ons af komen te staan.”

Boekgegevens

Jezus, een mensenleven. Een geschiedenis van een mens onder de mensen, Cees den Heyer; uitg. Van Warven, Kampen, 2017; ISBN 978 94 924 2139 5; 606 blz.; € 32,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer