Opinie

Veiligheidsbestel moet terug naar de eenvoud

Het algemeen belang is ermee gediend wanneer aan de provincie haar plek in het Nederlandse veiligheidsbestel wordt teruggegeven, betoogt Gert-Jan Ludden.

Gert-Jan Ludden
17 January 2018 09:56Gewijzigd op 16 November 2020 12:25
„Crisisbeheersing op departementaal niveau geeft weinig reden tot optimisme. De bureaucratische aanpak van onder meer de aardbevingen in Groningen is daarvan een sprekend voorbeeld.” Foto: In Zeerijp gingen op 10 januari de vlagen halfstok in verband met
„Crisisbeheersing op departementaal niveau geeft weinig reden tot optimisme. De bureaucratische aanpak van onder meer de aardbevingen in Groningen is daarvan een sprekend voorbeeld.” Foto: In Zeerijp gingen op 10 januari de vlagen halfstok in verband met

Sinds het begin van deze eeuw bestaat er in Nederland geen logische structuur in het veiligheidsbestel. De burger is het spoor bijster en weet niet wat de zogenoemde veiligheidsregio (Nederland heeft er 25) precies doet, hoe de politie is georganiseerd en wat de dreigingsniveaus van terrorisme inhouden.

Er is een spaghetti aan organisaties ontstaan, waardoor het in de aanpak van kleinschalige calamiteiten al vaak misgaat. Hoe is dat te verklaren? En welke oplossing is hiervoor?

Sinds 2002 heeft het openbaar bestuur de rampenbestrijding en de crisisbeheersing in Nederland willen verbeteren. Daaruit zijn 25 veiligheidsregio’s voortgekomen. Dit heeft geleid tot de regionalisering van de brandweer en de geneeskundige hulpverlening, een uitholling van taken op gemeentelijk niveau en het buitenspel zetten van de commissarissen van de Koning.

De veiligheidsregio’s hebben geen overeenstemming met de organisaties van de politie, de waterschappen en het openbaar ministerie. Evenmin is er sprake van structurele samenwerking met het bedrijfsleven. De veiligheidsregio’s focussen primair op rampenbestrijding. Als het complexe crisissituaties betreft, kijkt men liever naar Den Haag.

De veiligheidsregio’s passen niet in het Nederlandse bestuursmodel. De regionale aanpak van crisissituaties, zoals vastgelegd in de Wet op de veiligheidsregio’s (2010), is een juridisch gedrocht geworden en werkt contraproductief.

Crisisbeheersing op departementaal niveau geeft ook weinig reden tot optimisme. De bureaucratische aanpak van de kredietcrisis, het vluchtelingenvraagstuk en de aardbevingen in Groningen zijn sprekende voorbeelden. Het overhevelen van het veiligheidsdossier van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) naar het toenmalige ministerie van Justitie (2012) en de reorganisatie van de nationale politie hebben tot verwarring geleid. Er is slechts aandacht voor terrorisme en cyberdreiging en om onverklaarbare reden is de landelijke operationele staf met een simpele pennenstreek opgeheven.

Logische structuur

Er is sprake van een weeffout in het veiligheidsbestel. De organisatie van de hulpdiensten is bepalend geweest voor de inrichting van de bestuurlijke crisisstructuur. Momenteel is er een soortgelijke tendens gaande. Er zijn tien arrondissementen en tien politie-eenheden. Daarom wil men reorganiseren naar tien veiligheidsregio’s. Dat is fundamenteel onjuist. Het gezag moet leidend zijn en daaraan moet de werkwijze van hulpdiensten ondergeschikt worden gemaakt. Daarom ligt het voor de hand om de provincie (middenbestuur) haar rol in het veiligheidsbestel terug te geven. Een situatie zoals die voor de eeuwwisseling al van kracht was.

De provincies zijn toezichthouder, hebben een hiërarchische relatie met het departement, coördineren publiek-private samenwerking en zorgen voor grensoverschrijdende samenwerking. Allemaal taken die relevant zijn bij crisisbeheersing. Bij bovengemeentelijke crisissituaties heeft de commissaris van de Koning de regie. Met provinciale meldkamers, brandweerkorpsen, GGD’en, ambulancediensten, arrondissementen en politie-eenheden ontstaat er een logische structuur.

Op nationaal niveau zullen veiligheid en crisisbeheersing zoals voorheen een verantwoordelijkheid moeten worden van het ministerie van BZK. Het ministerie van Justitie kan zich dan op zijn kerntaken (opsporing en handhaving) richten. Het is noodzakelijk de civiel-militair geïntegreerde landelijke operationele staf te reactiveren ter voorbereiding op grootschalige crisissituaties.

Algemeen belang

Veel professionals uit het werkveld zijn het hiermee eens. Toch wil men deze discussie liever niet voeren, omdat er geen chemie is tussen het lokale en het middenbestuur. Bij veiligheid gaat het echter niet om de eigen reputatie maar om het algemeen belang en om dienstbaarheid aan de Nederlandse samenleving.

De staatsman Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872) was in 1848 de grondlegger van onze staatsinrichting. Crisismanagement in het openbaar bestuur moet hierop aansluiten, op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau. Dat zal niet alleen de veiligheid ten goede komen maar ook tot opvallende bezuinigingen leiden.

Vijfentwintig veiligheidsregio’s in een land dat qua oppervlakte vergelijkbaar is met de grootste ranch in Texas is onzin. We kunnen door blijven polderen, maar in echte crisissituaties zijn korte lijnen, heldere (gezags)structuren en effectief leiderschap de cruciale succesfactoren. Terug naar de eenvoud dus!

De auteur is eigenaar van SVDC advies in crisisbeheersing.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer