Krapte bedreigt emerituskas Geref. Gem.
De emerituskas van de Gereformeerde Gemeenten dreigt een aanzienlijk tekort te krijgen als niet op tijd wordt ingegrepen. De gemeenten worden opgeroepen aan de „morele verplichting” van 10 gulden per lid te voldoen. Iets meer dan 80 procent van het totale streefbedrag komt binnen.
De Gereformeerde Gemeenten kennen 25 predikantsweduwen en twaalf emeriti predikanten. Omdat de gemiddelde leeftijd van de predikanten hoog is, zullen in de toekomst velen een beroep doen op de emerituskas. De lasten zijn de afgelopen tien jaar verdubbeld, van 560.000 gulden in 1991 naar 1,15 miljoen gulden in 2000.
De synode stelde voor de gemeenten die niet aan de verplichting voldoen op te wekken deze „ereschuld” in te lossen. Ds. P. Mulder vond dat voorkomen moet worden dat op de reserves wordt ingeteerd. De deputaten emerituskas mogen volgens hem geen afwachtende houding aannemen, maar dienen zich op een duidelijk beleid te bezinnen. Dat mag niet in de verzekeringssfeer zijn, maar moet een kerkelijk beleid zijn dat ook aan de synode wordt verduidelijkt.
Ouderling G. H. Verweij vroeg of het niet nodig was financiële deskundigen aan te trekken, gezien de taken die het deputaatschap nu op zijn bord krijgt. De leden van de sectie honorering predikanten worden nu als deputaat toegevoegd aan het deputaatschap emerituskas. Het moderamen zal zich buigen over de preciese formulering van het mandaat van het deputaatschap in nieuwe stijl.
De synode laat de mogelijkheid open de bijdrage van 10 gulden te verhogen. Deputatenvoorzitter ds. J. Karens had echter zijn vragen bij de nieuwe opzet van het deputaatschap. „We hebben altijd reserves gehad en zijn nooit een dubbeltje tekortgekomen.”