Kerk & religie

Dagboek van Oswald Chambers werd stichtelijke bestseller

Van de Amerikaanse oud-president George Bush jr. is bekend dat hij elke ochtend in het dagboek van de Schotse evangelist Oswald Chambers (1874-1917) las. Op 15 november is het honderd jaar geleden dat Chambers overleed.

L. J. van Valen
30 November 2017 10:34Gewijzigd op 16 November 2020 12:05
Oswald Chambers studeerde en werkte in het Schotse Dunoon.  beeld GettyImages
Oswald Chambers studeerde en werkte in het Schotse Dunoon.  beeld GettyImages

De pakkende titel van deze verzameling dagboekstukjes, ”My Utmost for His Highness” is voor de Nederlandse editie vertaald met ”Geheel voor Hem”. Vele duizenden hebben dit boek met zegen gelezen en het staat nog steeds boven aan de ranglijst van christelijke stichtelijke lectuur.

Chambers’ wieg stond in Aberdeen, waar zijn vader voorganger was van een baptistengemeente. Toen het gezin in 1889 naar Londen verhuisde, kwam hij tot bekering onder de prediking van Charles Haddon Spurgeon. Algauw leidde hij Bijbelklassen en nam hij deel aan evangelisatiewerk.

Zijn grote liefde voor kunst en muziek gaf aanleiding tot Chambers’ keuze voor een kunstzinnige opleiding. Maar in 1897 veranderde hij zijn studierichting: om predikant te worden ging hij theologie studeren aan de Bijbelschool van Duncan MacGregor in Dunoon bij Glasgow.

Geestelijke doorbraak

In november 1901 maakte hij een geestelijke doorbraak mee. Hij schreef hierover: „Door een algehele toewijding en verdieping in heiliging werd ik door Gods hand met de Heilige Geest gedoopt en mocht ik een onuitsprekelijke vreugde en vrede ervaren die sindsdien verdiept is.” Deze ervaring kan als een tweede bekering worden beschouwd, maar Chambers noemt het een nieuw begin.

Tijdens zijn studiejaren in Dunoon kwam Chambers in aanraking met een interkerkelijke gebedsbeweging. Er werd gebeden voor de vervulling met de Heilige Geest, voor een herleving in de kerken en voor de verbreiding van Bijbelse heiliging. Deze beweging kan in het kader van de heiligingsbeweging geplaatst worden waarbij er werd aangedrongen op een dieper geestelijk leven.

Chambers werd door deze beweging zo geïnspireerd dat hij zijn verdere leven besteedde aan het toerusten van gelovigen. Zijn dagboek en andere geschriften getuigen van de noodzaak van algehele overgave aan Christus en een leven in diepe afhankelijkheid van Gods Geest.

Privéleven

Chambers reisde veel. Hij bezocht Japan en gaf zes maanden les op een Bijbelschool in Cincinnati in de Verenigde Staten. Daarna reisde hij meer dan twee jaar door Groot-Brittannië, waar hij veel spreekbeurten hield. In 1910 trouwde hij met Gertrude Hobbs. Uit dit huwelijk werd een dochtertje geboren. In de jaren die volgden, gaf hij college aan de Bijbelschool in Dunoon waar hij eerder had gestudeerd.

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 bracht verandering in het jonge gezin. Chambers werd door de YMCA, een internationale jongerenorganisatie, naar Egypte uitgezonden om onder geallieerde soldaten te werken. Kort daarvoor stierf zijn mentor en vriend MacGregor die veel voor hem betekende.

Tegenstand

Het werk voor de gebedsbeweging in Engelstalige landen had de basis gelegd voor Chambers’ verdere bediening. Zijn radicale boodschap viel niet overal in goede aarde. Het oppervlakkige leven van veel christenen wilde niet wijken voor de oproep om zich geheel aan Christus te wijden.

Chambers kreeg veel teleurstellingen te incasseren. Zo schreef hij zijn vrouw: „Meer dan ooit hongert mijn hart naar Hem en Zijn werk. O, wat zijn er weinigen die Hem liefhebben en wat is mijn hartstochtelijke leven zwak. Ik kan nauwelijks mensen noemen die volledig in Hem opgaan. Aan geloofsbelijdenissen en uitspraken ontbreekt het niet, maar wat zijn er weinig bij wie het alleen om Hem gaat! Hem kennen – daar gaat het om. Wat vrees en haat ik het karakter van deze eeuw.”

Radicale verandering

Door de innerlijke strijd en de vijandschap om hem heen werd Chambers geestelijk gelouterd. Christus was hem des te dierbaarder geworden. „Jezus Christus, mijn Heere, wordt elke dag groter voor me en komt meer en meer centraal in mijn geest en in mijn hart te staan. Niemand onder ons kan ook maar een begin en besef hiervan krijgen. Een enorme verontwaardiging maakt zich van mij meester, zo’n hartstochtelijk diep berouw, als ik denk aan de dagen die ik doorbracht met het denken en bezig zijn met andere dingen en niet met Hemzelf.” Zo veranderde zijn ik-gerichte leven radicaal en was zijn Zaligmaker hem alles geworden.

Geïnteresseerd publiek

Toen Chambers in oktober 1915 in Caïro aankwam, werd hij geconfronteerd met vreselijk oorlogsgeweld. De Egyptische hoofdstad was omringd door legerkampen met duizenden soldaten. Er waren 16.000 zieke en gewonde mannen naar Egypte gebracht en er was te weinig plaats om hen te verzorgen. De moraal in de legerkampen was beneden peil en de geestelijke nood was schrikbarend.

Chambers miste zijn vrouw en kind, die later zouden overkomen. Tot verbazing van zijn superieuren kwamen bij zijn eerste toespraak 400 soldaten naar hem luisteren. Het thema ervan was: ”Wat is het nut van gebed?” In een aparte tent gaf Chambers Bijbelonderwijs. De gesprekken die hij met soldaten voerde, bleven niet ongezegend.

Ziekte en overlijden

Toen zijn vrouw zich bij hem voegde was dat Chambers tot grote steun. Zij genoot van de toespraken van haar man en maakte er aantekeningen van. Het waren hoogtepunten van inspiratie en geestelijke diepgang. Lang duurde hun verblijf in Egypte niet, omdat Chambers een ernstige longziekte kreeg waaraan hij op 15 november 1917 in Zeitoun overleed. Hij werd met militaire eer begraven op het Britse militaire kerkhof in oud Caïro.

Op zijn sterfdag rukten de Britse troepen op tot op 5 kilometer van de zeehaven Jaffa, het Bijbelse Joppe. Het was een eenheid van honderd Australische en Nieuw-Zeelandse militairen onder leiding van de diepgelovige Allenby.

Na de overwinning werd het land van de Bijbel Brits mandaatgebied. Twee weken voor het overlijden van Chambers vaardigde de Britse minister van Buitenlandse Zaken de zogenaamde Balfourverklaring uit, die het Joodse volk een nationaal tehuis in Palestina beloofde.

Dagboekuitgave

Chambers’ vrouw overleefde hem vele jaren. Nadat zij terug was gekeerd naar Engeland, werd haar levenstaak het verzamelen en uitwerken van haar aantekeningen van Chambers’ toespraken. In 1927 rolde de eerste druk van Chambers’ dagboekstukjes ”My Utmost for His Highest” van de pers. Deze stukjes had zij ontleend aan lezingen die in de periode van 1911 tot 1915 aan de Bijbelschool in Clapham werden gehouden.

Dit postuum uitgegeven werk werd goed ontvangen en vaak herdrukt. Ook andere publicaties deden het goed. Toen Chambers’ vrouw in 1966 overleed, had zij vijftig boeken met toespraken van haar man laten uitgeven.

Het dagboek werd door D. Ringnalda jr. (1899-1976) in het Nederlands vertaald onder de titel ”Geheel voor Hem”. Tot nu toe zijn hiervan twintig drukken verschenen. Latere uitgaven vermelden ook de naam van B. Kamphuis, die de tekst heeft hertaald.

Confronterend

Velen hebben in de loop van de tijd getuigd dat zij veel zegen mochten ontvangen op het lezen van dit dagboek. Richard Halverson, die als huispredikant aan de Amerikaanse Senaat was verbonden, merkte op: „Geen boek, de Bijbel uitgezonderd, heeft mijn wandel met Christus op zulk een diepe en gerijpte wijze beïnvloed als dit boek. De kracht van dit boek ligt in de sterke aandrang van de objectieve werkelijkheid van de verlossing, als het vaste fundament.”

Het christocentrische karakter van het dagboek is inderdaad opvallend. Het is geen afstandelijke voorstelling van Christus’ heilswerk, maar geeft concrete aanwijzingen hoe het leven met de Zaligmaker en het volgen van Hem gestalte krijgt in het geloofsleven. Het gaat daarbij meer over Christus in ons dan over Christus buiten ons.

Een andere lezer: „Het radicale en het confronterende heeft mij altijd aangesproken. De korte stukjes hebben een enorme diepte en lading. Het dagelijks lezen van ”Geheel voor Hem” wekt het verlangen op om als Henoch te wandelen met God.”

J. M. Ridge, predikant en goede bekende van Chambers, getuigde: „Oswald Chambers deed mij steeds denken aan de apostel Paulus, een prediker en organisator van de eerste orde; een man die mij dieper heeft ingeleid in de betekenis van het kruis.”

Kritiek

Critici hebben gewezen op de invloed van de arminiaan Wesley op Chambers’ theologisch denken. Ook zijn connecties met de heiligingsbeweging hebben hem verdacht gemaakt. Niet de rechtvaardiging, maar de heiliging krijgt bij hem de nadruk. Chambers’ visie is niet vrij van eenzijdigheid, omdat deze overeenkomsten vertoont met die van Martyn Lloyd-Jones, die de verzegeling en de doop met de Heilige Geest als een onderscheiden tweede werk van genade ziet.

Geloofstoerusting

Rode draad in de dagboekstukjes is de grote zegen op het gebed. Chambers was geoefend in het persoonlijke en het openbare gebed. Tijdgenoot G. J. T. Walford geeft van dat laatste een heldere impressie: „Meer dan eens hoorde ik hem bidden: „O, Heere, maakt ons door en door ootmoedig.”” Deze ootmoedige gebedshouding tekent Chambers’ leven en werk.

Het dagboek is in de eerste plaats bedoeld voor de toerusting van gelovigen, hoewel veel indringende vragen ook ongelovigen aan het denken kunnen zetten. Het houdt de lezer een spiegel voor en stelt hier Gods onuitsprekelijke liefde tegenover.

Als een die dient

Als wij ons er bewust van worden dat Jezus ons gediend heeft tot in al onze laagheid, onze zelfzucht en onze zonde, dan kan niets wat wij van anderen te lijden hebben, ons vast besluit doen wankelen om mensen te dienen om Zijnentwil.

(Uit: ”Geheel voor Hem”, 23 februari, O. Chambers).

Arm van geest

Zolang wij nog het zelfingenomen idee hebben dat wij het onderwijs van onze Heere wel in praktijk kunnen brengen, laat God ons onze gang gaan, totdat onze onkunde aan het licht komt wanneer wij over de een of andere hindernis struikelen. Pas dan zijn wij bereid als straatarme mensen tot Hem te komen en van Hem te ontvangen. „Zalig de armen van geest”, dat is het voornaamste beginsel in het Koninkrijk Gods. De vaste grond in het koninkrijk van Christus is niet bezit maar armoede; niet een besluit om met Jezus mee te gaan maar een gevoel van absolute nietigheid, dat ons doet zeggen: „Ik kan er niets mee beginnen.” Dan zegt Jezus: „Zalig zijt gij” (Matt. 5:11).

(Uit: ”Geheel voor Hem”, 21 juli, O. Chambers)

De vrucht van de verzoening

De verzoening door Jezus moet op praktische, onopvallende wijze in mijn leven worden tentoongespreid. Zo vaak ik gehoorzaam ben, is God geheel en al aan mijn zijde, zodat de genade van God en mijn natuurlijke gehoorzaamheid samenvallen. Gehoorzaamheid betekent dat ik alles op de verzoening gezet heb, en mijn gehoorzaamheid ontmoet dan onmiddellijk de heerlijkheid van Gods bovennatuurlijke genade.

(Uit: ”Geheel voor Hem”, 9 oktober (n.a.v. Romeinen 6:13-22), O. Chambers)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer