Verwisseling
Prediker 7:1b
„Beter is (...) de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt.”
Gods kinderen verwisselen het gezelschap van slordige christenen voor het gezelschap van volmaakte rechtvaardigen. Het zijn opvallende woorden: „Gij zijt gekomen tot de berg Sion en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem en de vele duizenden der engelen; tot de algemene vergadering, en de gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen” (Hebreeën 12:22, 23).
Hier is wezenlijk een verwisseling. De dood is een verandering van gezelschap en ook van plaats. Wie dit goed overdenkt, kan alleen de conclusie trekken dat de sterfdag van een gelovige beter is dan zijn geboortedag.
De dood geeft verandering van bezigheid. Wanneer een gelovige ziel afreist, wordt zij tot een ander werk en tot een andere bezigheid geroepen.
Ik verklaar dit zo: het werk van een gelovige in deze wereld bestaat in bidden, kreunen, zuchten, treuren, worstelen en strijden. Wij zien door heel de Bijbel heen dat de meest uitgelezen heiligen, die de hoogste openbaringen van God hebben gehad, zo langs de weg moesten gaan. Zij hebben hun tijd doorgebracht met bidden, worstelen en kermen. „Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht” (Efeze 6:12).
Thomas Brooks, predikant te Londen (”De sterfdag van een gelovige is zijn beste dag”, 1672)