Sluit voorstanders nullijn niet buiten bij mediaopvoeding
In de gereformeerde gezindte wordt met media heel verschillend omgegaan. Gezamenlijke mediaopvoeding is dus erg lastig. Laten we niettemin elke groep hierbij betrekken, bepleit Henk Wagterveld.
Gezin, kerk en school moeten mediaopvoeding samen doen. Die oproep doen Sjaak Jacobse en Wim van den Bosch (RD 18-11).
De gedachte die bij mij opkomt, is of dit geen mosterd na de maaltijd is. We zijn al zo ver heen in het gebruik van de nieuwe media en er wordt zo verschillend mee omgegaan binnen de gereformeerde gezindte, dat het haast onmogelijk is geworden om gezamenlijk op te trekken.
Censurabel
In 2001 stelden de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) privégebruik van internet censurabel. Kort daarvoor werd door de synode van de Oud Gereformeerde Gemeenten het gebruik van e-mail censurabel gesteld. In 2011 stelde de synode van de Oud Gereformeerde Gemeenten open internet nog censurabel en werd alleen een filter als Kliksafe verantwoord geacht.
Met de introductie van de iPhone door Apple in 2008 lijken deze synodebesluiten door de feiten te zijn ingehaald. Op 22 juni 2012 berichtte het Reformatorisch Dagblad nog dat verschillende afgevaardigden tijdens de synode van de GGiN constateerden dat de moderne media de kerkmens steeds meer opslokken. Ziehier hoe in een relatief korte tijdspanne het beeld verschoven is en er van censuur niet of nauwelijks meer gesproken wordt.
Nieuwe media
De nieuwe media hebben intussen in het overgrote deel van de gezinnen binnen de gereformeerde gezindte hun intrede gedaan. Veel ouders weten niet hoe ze hiermee moeten omgaan. Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd een smartphone en hun ouders zitten met de vraag hoe ze hun kinderen hierin moeten begeleiden en opvoeden. Het gevaar is niet denkbeeldig dat onze kinderen letterlijk niet meer zonder het smartphoneschermpje kunnen en kijken naar alles wat los en vast zit.
Jacobse en Van den Bosch roepen in hun bijdrage gezin, kerk en school op om mediaopvoeding samen te doen. Naast de vraag of deze oproep niet aan de late kant is, speelt de vraag hoe dit dan concreet vorm moet krijgen.
In hun bijdrage verwijzen de schrijvers naar het Media Attitude Model, dat binnen het lectoraat nieuwe media van de Driestar is ontwikkeld. Zoals de naam al zegt, kan binnen de kaders van een model een verschillende invulling worden gegeven aan een evenwichtige vorming op het gebied van mediagebruik. Deze invulling kan zich grofweg tussen twee randen begeven.
De ene rand, de leerlijn, richt zich op het op een Bijbels verantwoorde wijze leren omgaan met ict-zaken die zich aandienen. Investeer zoveel als het kan in een open en goede relatie en blijf met de kinderen in gesprek. De andere rand richt zich meer op de nullijn. Hier hoort onder meer bij dat de nieuwe media in ieder geval niet voor de leeftijd van 15 of 16 jaar gebruikt mogen worden. Op deze rand bezinnen zich ook de oudercollectieven en websites als bewustgezin.nu en mediasteun.nl.
Klein beginsel
Kiezen we voor de leerlijn, dan dienen we rekening te houden met een ”vierde opvoeder” naast school, kerk en gezin. Via deze vierde opvoeder komen bij onze kinderen en ons regelmatig allerlei zaken binnen die een grote invloed op ons leven hebben. De vraag kan gesteld worden of wij (als ouders) een vierde opvoeder moeten tolereren. Sterker nog, zou de Heere die tolereren?
Kunnen wij, als ouderen en jongeren, de knop beheersen? We beseffen dat wij, als volwassen mensen, er al moeite mee hebben. Onze kinderen zeker. Het is zoals de Heidelbergse Catechismus (HC) op grond van Gods Woord in vraag en antwoord 8 stelt: „Maar zijn wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Ja wij; tenzij dan dat wij door de Geest Gods wedergeboren worden.” Het komt uiteindelijk aan op het ware geloof. Alleen de levende band met de Heere kan ons daadwerkelijk bewaren. En ook dan hebben we hooguit nog maar een klein beginsel van deze gehoorzaamheid (HC, Zondag 44).
Ondersteuning
De vraag is hoe gezin, school en kerk zich kunnen bewegen binnen de leerlijn en de nullijn. Omdat binnen de gereformeerde gezindte hierover verschillend wordt gedacht, kan dit wel eens heel lastig zijn. Het zou goed zijn om hierover eerlijk met elkaar in gesprek te gaan en daarbij ook ruimte te bieden en ondersteuning te geven aan ouders die de nullijn willen volgen, om te voorkomen dat zij en hun kinderen alleen komen te staan of buitengesloten worden. Op deze manier kunnen school, kerk en gezin daadwerkelijk samen optrekken voor maatschappelijke en geestelijke vorming.
De auteur is werkzaam in de ict en ambtsdrager binnen de Hersteld Hervormde Kerk.