Brussel vraagt gezamenlijke aanpak rampen
Een gemeenschappelijke reservepool van onder meer blusvliegtuigen, boten, waterpompen, medische en technische teams moet helpen sneller natuurrampen in Europa te bestrijden. De Europese Commissie stelt voor zo’n pool op te zetten omdat Europa in toenemende mate met bosbranden, aardbevingen en overstromingen te maken heeft. Getroffen lidstaten kunnen dat vaak alleen niet meer aan.
Volgens EU-commissaris Christos Stylianides (Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing) bewijzen de tragedies van de afgelopen jaren, zoals de aardbevingen in Italië en bosbranden in Portugal, dat vrijwillige hulp uit andere landen niet meer voldoet. Momenteel kunnen lidstaten die onvoldoende materieel of mankracht hebben een beroep doen op het zogeheten Europese mechanisme voor civiele bescherming. Via een coördinatiecentrum in Brussel kunnen andere lidstaten op vrijwillige basis mensen en materieel aanbieden. De transportkosten worden grotendeels door Brussel vergoed. „Maar deze opzet heeft zijn grenzen bereikt.”
De commissie wil nu een permanente Europese reservecapaciteit opzetten met de naam rescEU, die volledig door de EU wordt gefinancierd, inclusief reparaties en operationele kosten bij het uitbreken van een ramp. De commissie bepaalt welk materieel of welke hulpteams worden ingezet. Nederland heeft onder meer al waterpompen en expertteams in de aanbieding. „Het is een zaak van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid”, aldus Stylianides.
Dit jaar verloren al tweehonderd Europeanen het leven door een natuurramp. De economische schade loopt in de honderden miljoenen. Zo hebben de bosbranden in Portugal deze zomer naar schatting voor 600 miljoen euro schade aangericht. Via het bestaande, vrijwillige mechanisme schoot Spanje te hulp.
De commissie wil dat RescEU operationeel wordt in de EU plus IJsland, Noorwegen, Servië, de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Montenegro en Turkije „als teken van Europese solidariteit”.