Een van de voorwaarden voor de hulp is dat Sint-Maarten een zogeheten integriteitskamer instelt en het grenstoezicht fors verbetert. Dat laatste is volgens premier Mark Rutte extra belangrijk nu er geld naar Sint-Maarten gaat stromen voor de wederopbouw. „We willen voorkomen dat illegale arbeid naar Sint-Maarten komt, of andere mensen met verkeerde intenties daar komen, aangetrokken door het feit dat daar de komende tijd veel geld te verspijkeren is”, zei de minister-president.

Het geld wordt in delen beschikbaar gesteld voor concrete projecten, waarbij er tussentijdse evaluaties worden gedaan. „Als gaandeweg het proces er tegenwerking komt of het onvoldoende loopt, dan houden wij ons uitdrukkelijk het recht voor om de hulp op te schorten dan wel te stoppen”, aldus staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties na de ministerraad.

De besteding van de Nederlandse bijdrage zal voor een wezenlijk deel plaatsvinden via internationale organisaties. De bijdrage kan vorm krijgen in leningen, giften of inzet in natura.

Het kabinet heeft ook geld uitgetrokken voor Saba en Sint Eustatius. Voor de wederopbouw van deze eilanden wordt 67 miljoen beschikbaar gesteld. Ook hier wordt volgens Knops goed op toegezien dat het geld goed besteed wordt.

Aanvankelijk wilde Sint-Maarten niet akkoord gaan met de Nederlandse voorwaarden voor het noodfonds. Dat leidde tot een politieke crisis, waarbij premier William Marlin uiteindelijk het veld moest ruimen. Wellicht dat het kabinet en het parlement van het eiland de komende dagen alsnog akkoord gaan met de voorwaarden, zei Knops.

Sint-Maarten is een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Op 8 januari zijn er nieuwe verkiezingen in het land. Knops heeft zorgen of de verkiezingen wel op een goede manier kunnen doorgaan. Hij heeft de gouverneur van Sint-Maarten hierover om opheldering gevraagd.