Dankdag
Mattheüs 7:17
„Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten en een kwade boom brengt voort kwade vruchten.”
Deze twee uitspraken zijn waar: „Goede werken maken geen goede man, maar een goede man doet goede werken. Slechte werken maken geen slechte man, maar een slechte man doet slechte werken.” De persoon moet zelf goed zijn voor elk goed werk. De goede werken komen aan het licht uit een goed persoon die ze doet. Zoals ook Christus zegt: „Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen of een slechte boom goede vruchten dragen.”
Het is toch duidelijk dat de vruchten de boom niet dragen en de boom niet groeit aan de vruchten. Integendeel, de bomen dragen de vruchten en de vruchten groeien aan de bomen. Zoals het noodzakelijk is dat de bomen er zijn vóór hun vruchten, en de vruchten de bomen niet maken. Zoals de bomen zijn, zódanig zullen ook de vruchten zijn.
Dus is het noodzakelijk dat eerst de persoon van de mens goed of slecht is, vóórdat deze mens een goed of een slecht werk kan doen. Zijn werken maken hem niet slecht of goed, maar hijzelf doet zijn slechte of goede werken.
Hetzelfde kunnen we zien bij alle ambachten. Een slecht gebouwd huis of een goed gebouwd huis maakt niet de slechte of goede timmerman, maar de goede of slechte timmerman maakt het goede of slechte huis.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”De vrijheid van een christen”, 1520)