„Radicale islam bedreigt de kerk in Kirgizië”
De presidentsverkiezingen zondag in zijn land volgt hij op de voet, al houdt Nicolaj Koetsjkov zich verder afzijdig van politiek. Kirgizië is politiek instabiel. Toch maakt Koetsjkov zich veel meer zorgen over de invloed van de radicale islam in zijn land.
Hij heeft Kirgizië zien veranderen. Nicolaj Koetsjkov, die deze week op uitnodiging van de stichting Friedensstimme in Gouda was, werd geboren in het Centraal-Aziatische land toen dit nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. In 1991 volgde de onafhankelijkheid, maar na de eeuwwisseling kreeg de radicale islam steeds steviger voet aan de grond in Kirgizië.
Rond de presidentsverkiezingen is het opnieuw spannend welke koers het strategisch gelegen land gaat varen. Kirgizië is het enige gebied in de wereld waar zowel Rusland als de Verenigde Staten een militaire basis hebben. Ook Nederlandse F-16’s voerden jarenlang vanaf de Amerikaanse basis missies uit boven Afghanistan. In 2010 werd president Bakijev verdreven. De huidige president Atambajev staat sinds 2011 aan het roer van het land. Koetsjkov: „Als er een moslim tot president wordt gekozen, dan is onze zorg dat de islamisering veel sneller gaat en het land op slot gaat voor christenen. Dan krijg je een tweede Turkmenistan of Afghanistan. Daar ben je als christen tweederangsburger.”
Harten bereiken
In zijn werk als evangelist heeft Koetsjkov niet veel op met politiek, laat staan met militaire spanningen. Hij heeft een heel andere missie: het bereiken van de harten van mensen in Kirgizië en omliggende landen, met name Kazachstan en Kirgizistan. Koetsjkov coördineert de evangelisatiewerkzaamheden onder de bevolking van een bergachtig gebied dat van oost naar west zo’n 2000 kilometer beslaat en van noord naar zuid een even grote afstand.
In Kirgizië ontstond na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 een enorm geestelijk vacuüm, zo vertelt Koetsjkov. „Er kwam vrijheid. Mensen waren geïnteresseerd in christelijke lectuur. Ze gingen lezen en er volgde een opwekking. De christelijke gemeenten groeiden. Steeds meer mensen sloten zich aan bij de kerk. Tot op de dag van vandaag bestaan onze baptistengemeenten voor een groot deel uit mensen die toentertijd christen zijn geworden.”
De laatste jaren is de houding van de Kirgiezen veranderd, concludeert Koetsjkov. De openheid die er eerder was voor het Evangelie, is verdwenen. „Ik zie een direct verband met de toenemende invloed van de radicale islam”, legt de evangelist uit. „Vanuit de Golfstaten in het Midden-Oosten wordt veel geld gepompt in de bouw van moskeeën en Koranscholen. Allerlei salafistische predikers komen het land binnen. Zij kunnen ongestoord hun gang gaan. Ook binnen de politiek klinkt de stem van islamisten steeds luider.” Koetsjkov ziet dat radicale imams campagnes opzetten om de bevolking in te winnen voor hun gedachtegoed. „Ze trainen groepen mensen, die er vervolgens op uit worden gestuurd naar steden en dorpen. Inwoners krijgen huisbezoek. Ze worden eraan herinnerd: je bent Kirgies, dus je bent als moslim geboren en dus verwachten we dat je naar de moskee gaat.”
Ondertussen neemt een ander deel van de bevolking de wijk, aldus Koetsjkov. „Veel Europeanen, hoofdzakelijk Russen, trekken weg. Van de 5,7 miljoen Kirgiezen werken er ruim 1 miljoen als gastarbeider in Rusland. Daar zit ook een positieve kant aan. In Rusland komen deze mensen soms weer in aanraking met christenen. Een deel van hen heeft zich na hun terugkeer aangesloten bij gemeenten van onze baptistenbroederschap.”
Het evangelisatiewerk in Kirgizië heeft hoofdzakelijk in de zomer plaats, vertelt Koetsjkov. Leden van de baptistengemeenten trekken dan de bergen in waar herders hun traditionele tenten, zogeheten joerts, hebben opgezet. „Mensen zijn ’s zomers ontvankelijker voor het Evangelie dan in de winter. Dan wonen ze in huizen in dorpjes in de dalen. Daar is veel sociale controle. Moslims zullen onmiddellijk actie ondernemen als ze zien dat we ergens contact leggen. In de zomer is dat risico veel kleiner. Er zijn daardoor heel veel mensen die in het geheim christen zijn en daar niet voor durven uit te komen.”
Standvastig
Koetsjkov is verschillende keren bedreigd door moslims. Een buurman van de kerk waarvan hij voorganger is, verzekerde hem ervan dat er een tijd komt dat in Kirgizië moslims de dienst uitmaken. „„Dan slachten we jullie af”, zei hij. Twee jaar geleden heeft hij al eens gezegd dat hij mij een mes tussen de ribben wilde steken en dat hij ook mijn vrouw zou vermoorden.”
Ondanks de dreiging die in de lucht hangt, proberen christenen in Kirgizië standvastig te zijn, zegt Koetsjkov. „Jezus heeft gezegd: „Ze hebben Mij gehaat, ze zullen ook u haten.” Wij proberen net als Daniël te blijven bidden. En dan zie je soms toch lichtpuntjes. De kinderen van een zuster in onze gemeente van wie de man moslim is, zeiden onlangs tegen me: Wij willen net zo worden als u, want we zien dat u een man van gebed bent. Dan word je even heel klein. Zo is er toch nog verwachting voor de toekomst.”
Harten gaan open door muziek
Kirgizië is een voormalige Sovjetrepubliek die een redelijke mate van democratische vrijheid kent. De bevolking is overwegend islamitisch. Er zijn achttien gemeenten van niet-geregistreerde baptisten in het land. Daarnaast zijn ook de Russisch-Orthodoxe Kerk en pinkster- en charismatische kerken vertegenwoordigd.
Een belangrijk evangelisatiemiddel in het land is muziek, zegt de dochter van evangelist Nicolaj Koetsjkov, Maria Koetsjkova. „Kirgiezen zijn erg muzikaal. Hun hart gaat open door muziek. Door te zingen kun je hen bereiken met het Evangelie. Vaak biedt dat aanknopingspunten voor een gesprek over de levende God.”