Opinie

Column drs. Jan Schippers: Politieke geslachtsverandering

Omdat genderneutraal neutraal is, kan het voor niemand bedreigend zijn, zo orakelde de commentator van NRC Handelsblad deze zomer. Wie er moeilijk over doet, ziet spoken of heeft het knopje van de verlichting nog niet gevonden.

Drs. Jan Schippers
11 October 2017 12:12Gewijzigd op 16 November 2020 11:41
beeld iStock
beeld iStock

Universiteiten in Amerika en Canada zijn driftig bezig om de etiketten op toiletdeuren aan te passen. In Zweedse kinderdagverblijven worden jongens en meisjes niet als zodanig aangesproken, maar alsof ze geslachtloos zijn. Amsterdamse ambtenaren hebben een regenboogtaalgids gekregen voor genderneutrale communicatie. Vanaf december gaan de NS klanten niet meer met „dames en heren” aanspreken. En de HEMA heeft zijn afdeling met kinderkleding omgebouwd. Iedereen in het knellende keurslijf van de Hollandse Eenheidsworst Maatschappij. Zijn LGBTQIAP’s en bijvoorbeeld mensen die lijden aan genderdysforie hier werkelijk mee geholpen?

Het was in 1996 dat ik in het Europees Parlement voor het eerst vernam van het concept gender mainstreaming. Ik las hierover een betoog van een parlementslid uit de linkse hoek en meteen zei ik tegen mijn collega dat het pure ideologie was. Toen wist ik nog niet dat dit concept werd ontwikkeld in feministische kring. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de sekse (biologische aanleg) van een mens en diens gender (psychosociaal construct). Bij gender gaat het volgens feministen om de maatschappelijk en cultureel gevormde rollen, rechten, plichten en belangen van mannen en vrouwen. Gender zit tussen je oren, niet tussen je benen, zo las ik ergens.

Als eerste werd gender mainstreaming in wetenschappelijke kring gepromoot. De faculteiten vrouwenstudies zijn inmiddels omgedoopt tot genderstudies. Gaandeweg namen steeds meer academici afscheid van de gedachte dat biologie en natuur bepalend zijn voor de identiteit van een mens. Beslissend is geworden wat iemand er zelf van vindt. De individuele beleving gaat voorop en de natuur moet daaraan worden aangepast. Want bio-‘logisch’ denken is veel te beperkend voor je individuele keuzevrijheid.

Maar hoe vond deze ideologie haar ingang in politiek en samenleving? Vooral via twee wereldvrouwenconferenties van de Verenigde Naties die in Nairobi (1985) en in Peking (1995) werden gehouden, kreeg de genderpolitiek vorm en inhoud. Deze van de werkelijkheid losgezongen, niet-gekozen clubs van bovenbazinnen bepleitten een beleid dat het genderperspectief op alle politieke niveaus en in alle programma’s tot de belangrijkste stroming moest maken. Via het Verdrag van Amsterdam werd dit idee in 1997 ook door de Europese regeringsleiders omarmd. Wie blijft drammen, krijgt wat hij wil. Twintig jaar later kan zo ongeveer geen Nederlander er meer omheen.

Achter de rug van het publieke bewustzijn om vond niets minder plaats dan een sluipende culturele omwenteling die de natuurlijke basisstructuur van onze samenleving ondersteboven kiepert. Stapsgewijs wordt de identiteit van man en vrouw ontmanteld, om zo de traditionele seksuele normen en sociale vormen gebaseerd op huwelijk en gezin, met het vader- en moederschap uit de weg te ruimen (vrij naar Gabriële Kuby).

Net als bij alle andere ideologieën wordt de beoogde revolutionaire verandering als eerste via aanpassing van de taal bij de mensen tussen de oren geprest. Zo werkt dat. En daar is niks democratisch aan. Ook al lijkt het slechts om woorden te gaan, uiteindelijk wordt het slikken of stikken. Ideologische fanatici kennen immers geen zelfrelativering of tolerantie. Als conservatief of christen word je als achterlijk, racistisch, homofoob of lijdend aan angstneurose weggezet.

De genderideologie past bij de manier van denken waarin menselijke behoeften en gevoelens de bron van moraal zijn. Goed is wat goed voelt. Waarheid is wat mensen zelf vinden. Daarom mogen er geen vaste omgangsvormen meer bestaan waar mannen of vrouwen zich naar kunnen voegen. In wezen wordt de mens als een maakbaar product gezien, wat de kloof tussen natuur en wet breder en breder maakt. Denk maar aan embryoselectie, (commercieel) draagmoederschap, homohuwelijk, adoptie door homoparen en wensbaby’s.

De mens wordt afgeschaft en de samenleving ontwricht. Maar nee, dat is allemaal neutraal en dus voor niemand bedreigend. Och, wat een geruststellende gedachte. Daarvoor moet ik de NRC-commentator natuurlijk diep dankbaar zijn. Want stel je nou toch eens voor dat die gretige genderneutralisten plotsklaps van hun zelfbedachte geloof zouden afvallen. Dan gaan ze hun kritiek botvieren op de SGP-kandidatenlijsten.

Drs. Jan Schippers is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer