„De afgelopen twee weken hebben we een enorme piek gezien in de militaire operaties waardoor er veel burgerslachtoffers zijn gevallen”, zegt het hoofd van de delegatie van het Internationale Rode Kruis in Syrië, Marianne Gasser. „Mijn collega’s horen vreselijke verhalen. Zo heeft een familie van dertien die Deir al-Zor is ontvlucht, onderweg tien leden verloren door luchtaanvallen of bomaanslagen.”

Het geweld vindt niet alleen plaats in de steden Raqqa, Deir al-Zor en het platteland ten westen van Aleppo, maar ook in veel gebieden waar het relatief rustig is als Idlib, het gebied rond de stad Hama en de streek Ghouta ten oosten van de hoofdstad Damascus.

Zeker tien ziekenhuizen zijn de afgelopen tien dagen beschadigd waardoor een paar honderdduizend mensen zijn verstoken van gezondheidszorg. Door de gevechten rond Deir al-Zor loopt de waterbevoorrading gevaar en zijn de vluchtelingenkampen rond deze plaats en Raqqa overvol.