Geschil over leenrecht kerkbibliotheek in vraag en antwoord
Tussen de gereformeerde gemeente in Nederland (ggiN) in Barneveld en de Stichting Leenrecht is een geschil ontstaan over de afdracht van het zogeheten leenrecht. Woensdag deed de rechtbank Den Haag uitspraak. Advocaat van de gemeente, mr. Arjan Klaassen, legt uit waarom het gaat.
Wat is leenrecht precies?
„Leenrecht is een soort afgeleide van het auteursrecht. Een bibliotheek die boeken uitleent aan leden moet voor elk uitgeleend boek een vergoeding betalen aan de Stichting Leenrecht. Deze stichting verdeelt het geïnde geld evenredig over de schrijvers van de boeken. In feite is de stichting Leenrecht een soort incassobureau namens de auteurs.”
Wie moeten leenrecht betalen?
„Dat zijn de instellingen die de uitleen van boeken verzorgen, zoals openbare bibliotheken. Zij dragen door hun uitleenactiviteiten bij aan de verspreiding van auteursrechtelijk beschermde werken.”
Er is een geschil tussen de Stichting Leenrecht en de ggiN Barneveld. Waarover?
„De ggiN heeft een eigen bibliotheek voor leden georganiseerd. Deze valt onder de kerk en is niet ondergebracht in een aparte stichting. Het is een bibliotheek van en voor leden: alleen leden van de ggiN kunnen in principe lid worden. Volgens de wet zijn alleen publiek toegankelijke instellingen leenrecht verschuldigd. Of zo’n instelling christelijk is of openbaar maakt niet uit.
De discussie in deze zaak was of deze kerkbibliotheek een voor publiek toegankelijke instelling is. Kun je daarvan spreken als de bibliotheek er alleen is voor eigen leden? Als kerk, ik ben zelf ook lid van deze gemeente, vinden wij van niet. Je zou de kerkbibliotheek kunnen vergelijken met een bedrijfsbibliotheek. Ook die is niet publiek toegankelijk, maar alleen voor werknemers. Daarom hoeft een bedrijfsbibliotheek geen leenrecht af te dragen.”
Wat als een kerkbibliotheek wél toegankelijk is voor anderen dan de kerkleden?
„Dan heb je een ander verhaal, omdat het element ”openbare toegankelijkheid” anders ligt. Voor de rechtbank heb ik uitgelegd dat een lidmaatschap van onze kerkbibliotheek niet vergelijkbaar is met de voorwaarden om lid te worden bij een ‘gewone’ bibliotheek. Je moet eerst lid van de ggiN worden, en daarvoor moet je de leer van de kerk onderschrijven. Dat is een dermate hoge barrière dat je niet meer van publieke toegankelijkheid kunt spreken.
Het gaat in deze discussie niet alleen om geld, maar ook om een principe. We hebben te maken met inmenging van de overheid in private aangelegenheden.
Wij organiseren deze bibliotheek gewoon ten behoeve van onze leden. Daar heeft de overheid niets mee van doen. Daarom is deze kwestie een proces waard.”
Hoe is de procedure begonnen?
„Je zou het als een soort proefproces kunnen zien. De eerste paar keer betaalde de bibliotheek steeds braaf haar facturen. Totdat ze zich afvroeg: waarom doen we dat eigenlijk? Zijn wij wel verplicht leenrecht af te dragen? Het gaat niet om een paar tientjes.
Ik heb toen gezegd: Er zijn goede argumenten om geen leenrecht af te dragen. Dan leggen we aan de Stichting Leenrecht uit waarom we dat niet willen. Daarop zag de stichting zich genoodzaakt een incassoprocedure te starten. Zij is erop gericht de positie van auteurs te beschermen, want dat is hun standpunt: het voelt als broodroof dat een bibliotheek met meer dan 3000 mensen ongebreideld boeken gaat lezen, terwijl de auteurs het nakijken hebben.”
Welke gevolgen heeft de uitspraak voor andere bibliotheken?
„De uitspraak betekent dat bibliotheken die in exact dezelfde omstandigheden zitten ook leenrecht zullen moeten afdragen.”