Geschiedenis

„Elke familie heeft zo haar geheimen”

Bij haar opa en oma lagen altijd oude foto’s in de la. Het stimuleerde dr. Martine Zoeteman om onderzoek te gaan doen naar haar voorouders. Intussen adviseert ze als ”stamboomcoach” ook anderen.

Jan-Kees Karels
25 September 2017 12:48Gewijzigd op 16 November 2020 11:33
Dr. Martine Zoeteman.                     beeld Martijn Beekman
Dr. Martine Zoeteman. beeld Martijn Beekman

Elf jaar oud was Martine Zoeteman toen ze begon met stamboomonderzoek. Er was nog geen internet, je moest naar de archieven toe, vertelt de onderzoeker van het CBG Centrum voor Familiegeschiedenis in Den Haag. „Mijn opa kon mooie verhalen vertellen. Zo zou een voorouder een stukje land van Napoleon hebben gehad omdat hij had gevochten in het leger.”

Zoeteman ging in 1988 geschiedenis studeren in Leiden. Later promoveerde ze in de sleutelstad op een dissertatie over de Leidse studentenpopulatie in de zeventiende en de achttiende eeuw.

Wat doe het CBG zoal?

„We beheren de collecties van het Rijk zoals de collectie persoonskaarten van het bevolkingsregister. In de tweede plaats delen we onze expertise. Mensen kunnen ons benaderen met vragen en dan geven we hun een duwtje in de goede richting. Tegen betaling is het mogelijk onderzoek te laten doen, afhankelijk van de menskracht die we hebben.

Verder beheren we de website wiewaswie.nl waarin de burgerlijke stand van Nederland is opgeslagen: de geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. Het is een geweldig hulpmiddel waarmee je in het hele land kunt zoeken. Ook doen we vooronderzoek voor tv-programma’s zoals Verborgen Verleden. Zo werd er onlangs een mooie aflevering met Job Cohen uitgezonden.”

Welke relatie is er met het buitenland?

„Ik heb mij gespecialiseerd in het onderzoek naar buitenlandse erfgenamen, zoals emigranten naar Amerika en Canada. Ik durf te beweren dat bijna iedereen die z’n stamboom gaat onderzoeken wel bij een buitenlander terechtkomt. Onze voorouders waren de allochtonen van destijds. In grote lijn kun je zeggen dat vanuit Duitsland veel mensen hierheen kwamen om werk te zoeken. Uit Zwitserland kwamen de militairen, en uit Frankrijk voornamelijk de protestantse geloofsvluchtelingen.”

Stel, ik wil vandaag beginnen met familieonderzoek. Welke stappen neem ik?

„De eerste stap is: vraag rond in je familie. Iedere familie heeft wel een doos met geboortekaarten, trouwkaarten en overlijdensberichten. Ga eens op visite bij een oudoom. En schrijf overzichtelijk op wat je hebt gehoord en gevonden. Als dat niet voldoende oplevert, kun je het hiaat aanvullen met de persoonskaarten van het CBG. Tegen betaling kun je een kopie aanvragen van gegevens over mensen die langer dan twee jaar geleden zijn overleden. De derde stap is: kijk of er al eerder onderzoek gedaan is, door een ver familielid van wie je het bestaan misschien niet weet. Ga tot slot aan de slag op de website wiewaswie.nl (zie kader).

Wij zeggen altijd: geef niet alleen de feitjes weer, zoals wanneer iemand geboren werd, wanneer hij trouwde. Dat is leuk, maar dat is je basis, het skelet. Kleed dat skelet aan met verhalen. En als je bezig bent, wil je ook meer weten over de geschiedenis van de regio. Ik kom uit de Hoeksche Waard, de boeren verbouwden daar vlas. Als je uit Den Helder komt, wil je meer weten over de marine.”

Op welke manieren kun je een stamboom opstellen?

„Je kunt een stamreeks maken, dan ga je uit van je eigen achternaam en volg je die van vader op vader. Deze methode noemen we patrilineair. Je hebt ook matrilineair, dan ga je via je moeder terug op moeder op moeder. Dit is een methode vanuit feministisch oogpunt, die echter niet veel gebruikt wordt. Dan heb je de genealogie: een stamreeks plus de broers en zussen. Veel breder dus, maar wel allemaal mensen met dezelfde achternaam. Bij een zogeheten parenteel neem je een echtpaar, bijvoorbeeld je overgrootouders, en kijk je naar álle nakomelingen, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn.

Het compleetste beeld van je voorouders geeft een kwartierstaat. Je gaat dan uit van jezelf en je waaiert uit naar vaders én moeders zijde, en brengt alle opa’s en oma’s van beide kanten in kaart, en dan alle overgrootouders enzovoort. Deze manier wordt ook gebruikt bij het tv-programma Verborgen Verleden.”

Welke vragen komen er bij het CBG zoal binnen?

„Veel vragen, van allerlei soort. Bijvoorbeeld: ik ben in het jaar 1600 aangekomen, hoe moet ik nu verder? Er zijn relatief veel Amerikanen die onderzoek doen naar hun Nederlandse wortels. Voor het Nationaal Archief behandelen wij de genealogische correspondentie. Er worden veel vragen gesteld over militairen die in Nederlands-Indië hebben gevochten.”

Oorlogshandelingen: dat zijn gevoelige gegevens. Hoe gaan jullie daarmee om?

„Wij zijn neutraal en verwijzen vooral door naar andere archieven. Je krijgt bij ons ook niet zomaar een kopie van een archiefstuk uit bijvoorbeeld oorlogsbronnen. Dan moet je eerst aantonen dat een familielid betrokken was, of dat je als onderzoeker van een instituut dit nodig hebt. En ja, oorlog is natuurlijk altijd verschrikkelijk. Ik heb geleerd in mijn leven mild te zijn en niet te oordelen.

Mensen kunnen mij als stamboomcoach inhuren. Dat betekent dat ze een uur lang van mijn kennis gebruik mogen maken. Ik ga dan met hen om de tafel om hun stamboom te bekijken. Een meneer had een keer ”een uurtje stambomen” van zijn vrouw cadeau gekregen. Dus liet ik vol enthousiasme de huwelijksakte van zijn opa en oma zien. In die akte stond dat een van de ouders van oma niet aanwezig kon zijn bij de bruiloft om te ondertekenen, want die zat in een psychiatrische inrichting. Dat feit, dat ik bij de voorbereiding niet had gezien, was in de familie niet bekend. Het zijn pijnlijke zaken die je tegen kunt komen. Meneer werd vrij stil.

Volgende week komt er weer iemand. Ik heb vooraf een mailtje gestuurd met de waarschuwing: het kán gebeuren dat er minder leuke dingen worden gevonden. Want elke familie heeft zo haar geheimen. Ik ontdekte van iemand dat z’n overgrootmoeder acht kinderen had, terwijl ze daarna pas trouwde. Je kunt dan raden hoe ze in haar levensonderhoud heeft voorzien. Maar mijn persoonlijke instelling is: je moet niet oordelen. Je weet niet hoe krap zo’n vrouw financieel heeft gezeten.

Wat ik altijd leuk vind is het vinden van een herkomst die je niet verwacht. Bijvoorbeeld een familie die in Nederlands-Indië heeft gewoond en uit Duitsland blijkt te komen. Dan kun je tegen hen zeggen: u hoeft niet naar Jakarta, maar kunt dichter bij huis blijven voor verder onderzoek.”

WieWasWie: 145 miljoen personen

De website WieWasWie bevat een database met gegevens over 145 miljoen personen. De historische documenten worden aangeboden door een groot aantal archieven.

Het is leuk om op deze website je eigen naam in te tikken. De belangrijkste gegevens uit een afzonderlijk document worden dan getoond. Naast basisgegevens zoals namen, plaatsen en data is er ook een scan van het originele document te vinden. WieWasWie bevat gegevens uit de Burgerlijke Stand, zoals geboorteakten, huwelijksakten en overlijdensakten, doop-, trouw- en begraafregisters, familieadvertenties, militaire bronnen en scheepssoldijboeken.

>>wiewaswie.nl

CBG Centrum voor Familiegeschiedenis

Als Centrum voor Familiegeschiedenis geeft het CBG betrouwbare informatie over stamboomonderzoek. De pagina’s onder ”Basiskennis” helpen beginners bij het vinden en verwerken van gegevens. Omdat veel bronnen om privacyredenen pas na ruime tijd openbaar worden, adviseren de CBG-medewerkers voor relatief recente persoonsgegevens eerst de eigen familie te raadplegen. Wat is er bewaard aan trouwboekjes en geboortekaartjes? Wat kun je doen als je thuis niets kunt vinden? De vraagstelling bepaalt welk onderzoeksmodel je kiest, welke gegevens je verzamelt en waar je begint. Een overzichtelijk stappenplan helpt onderzoekers op weg.

>>cbg.nl

Delpher: 60 miljoen pagina’s

De database van Delpher bevat gedigitaliseerde kranten, boeken, tijdschriften en radiobulletins van verschillende erfgoedinstellingen. Deze kunnen allemaal woord voor woord doorzocht worden. De teksten komen uit de collecties van diverse wetenschappelijke instellingen en bibliotheken.

Delpher biedt de originele teksten uit ruim 1,3 miljoen kranten, 1,5 miljoen tijdschriftpagina’s en meer dan 320.000 boeken uit de vijftiende tot de eenentwintigste eeuw. Het gaat om een groeiend aanbod van 60 miljoen pagina’s.

Delpher is ontwikkeld door de Koninklijke Bibliotheek, die samenwerkt met diverse bibliotheken en instellingen.

>>delpher.nl



serie Verre voorouders

Dit is het eerste deel in een serie over onderzoek naar familiegeschiedenis. Over twee weken deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer