Olaus en Laurentius Petri, ijveraars voor de Reformatie van Zweden
Wat gebeurde er in Scandinavië ten tijde van de Reformatie? Bij velen is daar maar weinig over bekend. In Denemarken bevorderde koning Christiaan III de Reformatie sterk, bleek vorige maand in deze serie. Maar hoe verliep dit proces in Zweden?
De Scandinavische landen zijn vanaf de achtste eeuw gekerstend. De Vikingen, bekend als handelaren en rovers, kwamen tot geloof in Christus. Veel Scandinaviërs volstonden met geloof in een zegevierende Christus – de Christus Die overwon met de vestiging van het christendom onder de Vikingen. Maar in de harten van de kerkmensen was voor een zegevierende Christus lang niet altijd plaats. Met de oprichting van het aartsbisdom Uppsala in 1164 werd de uiterlijke kerstening van Zweden feitelijk als voltooid beschouwd.
De reformatorische stem van Luther ging na 1517 niet aan de Zweedse kerkdeuren voorbij. Dat was in de eerste plaats te danken aan het handelscontact tussen Zweden en de Duitse Hanzesteden Rostock en Danzig. Zo kwamen veel reformatorische boeken en vlugschriften het land binnen.
Vooral ook de broers Olaus en Laurentius Petri speelden een belangrijke rol in de Reformatie van Zweden. Olaus Petri (geboren in 1493) studeerde juist in de jaren 1516 tot 1518 in Wittenberg en maakte Luthers actie met de 95 stellingen in 1517 dus van dichtbij mee. In die jaren nam hij Luthers theologie in zich op. Naast Olaus studeerde ook zijn jongere broer Laurentius (geboren in 1499) in Wittenberg. Samen keerden ze terug naar Zweden. De bootreis erheen overleefden ze ternauwernood: in een zware storm belandden ze op het Zweedse eiland Gotland. Daar maakten de broers zich verdienstelijk: Olaus ging er preken en Laurentius gaf les op een school. Daarmee gaven ze hun ‘visitekaartje’ af voor hun vaderland.
Uitwassen
Toen Olaus op het vasteland terugkeerde kreeg hij de functie van secretaris van de bisschop van Strängnes. Hij werd in 1520 gewijd tot diaken en kreeg toestemming om te preken. Hij nam zich voor om de vernieuwde Bijbelse inzichten van Luther uit te dragen. Laurentius trad op vergelijkbare wijze op en bestreed diverse uitwassen. Beiden benadrukten dat het heil van God alleen in Christus te vinden was: solus Christus.
De boodschap van de broers Petri werd niet door iedereen gewaardeerd: een bisschop uit een naburige regio liet in zijn eigen drukkerij pamfletten tegen deze reformatorische boodschap drukken. De commotie was groot. Zeker toen de ontstemde bisschop Olaus Petri tot ketter verklaarde.
In 1526 gaf Petri de Zweedse vertaling van het Nieuwe Testament uit; ook stelde hij een catechismus samen. In 1528 schreef hij een boek over de sacramenten, waarin hij alleen de doop en het avondmaal erkende.
Grote Kerk
De broers Petri hadden tot op zekere hoogte de wind mee: de in 1523 aangetreden koning Gustaaf Wasa keerde zich tegen paus Clemens VII, die in Zweden een voor de koning onaanvaardbare aartsbisschop had aangewezen. Daarom koos de koning voor de kerkelijke vernieuwing, zoals beide broers Petri die voorstonden. Olaus werd benoemd als prediker in de Grote Kerk van Stockholm. Daar trad hij een jaar later in het huwelijk. De toch al boze bisschop was woest, nog wel het meest vanwege het feit dat de mistekst bij de huwelijkssluiting in de Zweedse taal was uitgesproken.
De anti-Romehouding van Gustaaf Wasa betekende echter nog niet dat Zweden pro-Luther was. Toch begon dat er wel steeds meer op te lijken, getuige het door de koning in 1527 uitgeschreven openbaar dispuut waarin de dominicaner monnik Peder Galle tegenover Olaus Petri stond. Galle verloor het dispuut.
De volgende stap van de koning liet over zijn godsdienstige gezindheid geen enkele twijfel meer bestaan: hij liet zich kort na het dispuut in de dom van Uppsala kronen tot koning der Zweden. Daarbij hield Olaus Petri een sterk luthers getinte preek: de koning was door God aangesteld om zijn volk in overeenstemming met Zijn voorgeschreven ordeningen te regeren.
De definitieve overgang naar de Reformatie bleek bij de benoeming van een nieuwe aartsbisschop: in plaats van de pauselijke kandidaat benoemde de koning Laurentius Petri tot aartsbisschop van Zweden, standplaats Uppsala. De breuk met het pauselijke Rome was nu, in 1531, een feit.
Grillige Gustaaf
Olaus Petri diende de koning rond 1531 als kanselier. Maar de verhouding tot de koning veranderde sterk toen Petri kritiek liet horen op de koninklijke machtsaanspraken op de kerk; deze betroffen de kerkelijke goederen en de inkomsten uit het kloosterbezit. Olaus Petri viel in 1540 in ongenade en de grillige Gustaaf Wasa veroordeelde hem ter dood. Maar de executie werd niet voltrokken: Petri werd begenadigd en zijn straf werd omgezet in een fikse boete die de stad Stockholm voor zijn rekening nam.
Samen met zijn broer Laurentius ijverde Olaus voor de verdieping van de Reformatie. Er lag feitelijk een dubbele taak: niet alleen preken voor mensen die vaak maar mondjesmaat in de kerk kwamen, maar proberen door te dringen tot hun hart. Olaus Petri ijverde sterk voor een Zweedse vertaling van een groot aantal Bijbelboeken. Hij kreeg medewerking van zijn broer Laurentius en van de geleerde Laurentius Andreae. Het mondde uit in de zogeheten ”Gustaaf Wasa-Bijbel” (1541), een complete Bijbel die gedrukt werd bij de koninklijke drukkerij. Ook voorzag Olaus Petri het in te voeren kerkboek van een reeks van liederen en gebeden en zelfs van een aantal polemische geschriften.
Op 19 april 1552 overleed Olaus Petri, twee jaar later overleed ook Laurentius Andreae en in 1560 stierf koning Gustaaf Wasa. Met het overlijden van Laurentius Petri in 1571 had de eerste generatie leiders van de Reformatie in Zweden haar taak volbracht. Zij waren de gangmakers en grondleggers van de Reformatie geweest.
De kerkvernieuwing ging nu een tweede fase in, waarin bleek dat de Zweedse bevolking op papier tot de Lutherse kerk behoorde, maar dat men het kerkbezoek tot een minimum beperkte.