Heeft u wel eens in waarheid gebeden tot God? Lieg niet, God zal het horen en weten. Of bent u tot nog toe dood, ongevoelig en geesteloos in het gebed? O, wat bent u dan nog een ellendig en rampzalige sterveling. Ik zal uw staat eens als in een spiegel openleggen, opdat het de Heere behagen mocht dit te gebruiken tot uw herstel.Ik zal u tonen uw wangedrag in de plicht van het gebed en zal u uit Gods Woord verschrikken voor het geval dat u zo voortgaat zonder terug te keren. Wanneer u zonder diep ontzag met God spreekt in het gebed, hoor dan wat de Heere zegt in Jesaja 29:13: „Dit volk nadert tot Mij met hun mond (…).” U die nauwelijks een keer op een dag uw hart tot God opheft in het gebed, op u is van toepassing wat Jesaja zegt: „Daar is niemand die uw Naam aanroept, die zich opwekt, dat hij U aangrijpt.”

Ook u die zo harteloos bent in het gebed, hoe kunt u geloven dat God u zou horen en verhoren daar u het zelf niet gelooft? Doch God zegt dat Hij zulke lauwe bidders uit Zijn mond zal spugen. Ja, God verbergt Zijn ogen voor u. O, neem het toch ter harte, u die het gebed op zo’n hooghartige wijze begint, die niet vuil bent in eigen ogen. U hebt te wachten dat God u leeg zal wegzenden voor Zijn aangezicht, zonder verhoring en bewijs van Zijn gunst.

Moet uw ziel op dit alles geen „ja” zeggen? Smeek Hem dan: Leer mij bidden!

C. Groen, predikant te Goeree (Een kerkganger als een hartelijke bidder, 1727)