Rechtbank Israël: heroverweeg gebedsrechten bij Westelijke Muur
Het Israëlische hooggerechtshof heeft de regering donderdag gevraagd opnieuw na te denken over een akkoord dat gebedsrechten geeft aan reform-Joden en conservatieve Joden bij de Westelijke Muur.
Reform-Joden en conservatieve Joden staan mannen en vrouwen toe om gezamenlijk gebeden uit te spreken. Vrouwen hebben bij hen ook het recht hardop uit de Thora te lezen en gebruik te maken van gebedskleden en -riemen. Daarin onderscheiden ze zich van orthodoxe Joden, bij wie dergelijke praktijken streng verboden zijn.
Tot op heden is de praktijk dat mannen en vrouwen bij de Westelijke Muur –de zogeheten Klaagmuur– gescheiden worden. Ze hebben elk een gedeelte van de muur waar ze zich kunnen afzonderen om te bidden. Sinds 2013 zouden vrouwen daar formeel ook mogen bidden volgens de rite en lezen uit de Thora, met gebedssjaal en keppel. In de praktijk lukt dat echter nog steeds niet, omdat vrouwen die dat willen doen, regelmatig verjaagd worden.
In januari 2016 besloot de regering-Netanyahu na overleg met de betrokken partijen dat er een aparte plek bij de Westelijke Muur moest komen voor reform-Joden en conservatieve Joden, waar mannen en vrouwen samen zouden mogen bidden. In juli werd het plan echter opgeschort, omdat de orthodoxe partijen in de regeringscoalitie ertegen waren.
Het hooggerechtshof reageerde donderdag op klachten van groepen die zich inzetten voor gelijke gebedsrechten en verzocht de staat te overwegen het besluit van 2016 toch uit te voeren. Rabbijn Noa Sattath, directeur van het religieuze actiecentrum van de reformbeweging in Israël, sprak van een belangrijke stap vooruit: „Het hof sprak luid en duidelijk en zei dat de huidige toestand bij de Westelijke Muur discriminerend is en niet voort kan duren.”
Het orthodoxe hoofdrabbinaat liet in een verklaring weten dat het de enige instantie dient te zijn die het voor het zeggen heeft bij de beroemde Joodse gebedsplek.