Onderwijs & opvoeding

Salaris leerkracht basisonderwijs gaat omhoog

Voor het eerst legden leerkrachten in het primair onderwijs het werk neer, net voordat hun vakantie begon. En de vakantie is nog maar nauwelijks voorbij of hun wens ligt pontificaal bij het kabinet en bij de formatieonderhandelaars op tafel: geef ons de hogere salarissen die we waard zijn.

L. Vogelaar
24 August 2017 17:57Gewijzigd op 16 November 2020 11:18
Leerkrachten legden uit protest eind juni het werk neer. beeld ANP, Robin Utrecht
Leerkrachten legden uit protest eind juni het werk neer. beeld ANP, Robin Utrecht

De meesters en juffen verdienen gemiddeld 20 procent minder dan docenten in het voortgezet onderwijs. En dus werkten velen van hen op 27 juni 20 procent minder: meer dan 5500 basisscholen begonnen een uur later. Demonstranten op het Haagse Malieveld wisten zich die stakingsdag gesteund door een internetpetitie die al 351.000 keer was ondertekend – en tijdens de vakantie is dat aantal nog iets gegroeid, tot inmiddels bijna 369.000.

Ondergewaardeerd

De leerkrachten voelen zich financieel ondergewaardeerd. Het verschil in beloning tussen primair en voortgezet onderwijs bedraagt bij het startsalaris al 7 procent. Hoewel voor beide banen een hbo-opleiding vereist is, beginnen docenten van een middelbare school in een hogere schaal. Ze groeien ook sneller door, zodat hun maximale brutomaandsalaris zo’n 1000 euro hoger ligt dan dat van een leerkracht in het primair onderwijs.

Dat is historisch verklaarbaar –leraren in het voortgezet onderwijs behaalden vanouds vaak de ene akte na de andere, en elke akte leverde extra geld op–, maar het stemt de meesters en juffen op de basisschool niet vrolijk. Dat de situatie in andere Europese landen vaak nog slechter is, heeft niet tot gevolg dat de Nederlandse leerkrachten nu maar tevreden zijn met wat ze als onderbetaling ervaren.

Het is ook niet hun enige grief. Geld moet er volgens hen ook komen voor vermindering van de werkdruk, die almaar toeneemt door de grootte van de klassen, de invoering van passend onderwijs, de administratieve rataplan die moet worden bijgehouden en de vacatures die steeds moeilijker kunnen worden vervuld. Er zijn dan ook nogal wat leerkrachten die betwijfelen of ze hun werk tot hun pensioen kunnen volhouden.

Eis van Asscher

Het nieuws van deze week: ook de VVD is nu bereid de salarissen van leerkrachten in het basisonderwijs wat op te krikken. Wilde de partij dat aanvankelijk alleen regelen in samenspraak met de andere formatiepartijen (CDA, D66 en CU), nadat twee van hen de bal juist teruglegden bij het demissionaire kabinet lijkt de weg voor VVD en PvdA vrij om samen een compromis te bereiken. Géén verhoging met 20 procent, dat nu ook weer niet. Maar nu de grootste regeringspartij ook iets wil doen om onvrede bij leerkrachten te verminderen, betekent dat wel een belangrijke doorbraak.

Het demissionaire kabinet geeft dat akkoord vervolgens een plaats in de begroting. Tot genoegen van vicepremier Asscher (PvdA), die ten tijde van de staking eind juni opeens eiste dat er in de Miljoenennota flink wat geld uitgetrokken wordt voor hogere salarissen in het primair onderwijs. Als dat niet gebeurde, zouden de socialistische bewindslieden uit het kabinet stappen.

Ongebruikelijk

Politiek was dat een hoogst ongebruikelijke stap, zoals de vier partijen die over het nieuwe kabinet onderhandelen verontwaardigd constateerden. Aan de formatie wilde de PvdA onder geen voorwaarde meedoen, maar de partij –hoe klein ze ook geworden is– heeft er hiermee toch invloed op uitgeoefend.

„Meer geld voor lerarensalarissen is echt te doen”, zei minister Dijsselbloem –ook PvdA– van Financiën vrijdag, op zijn eerste werkdag na de vakantie. „We gaan daar gewoon over praten en we gaan het oplossen.” Met hoeveel procent, dat valt nog te bezien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer