Van de duizend ondervraagden geeft het merendeel aan daar niet blij mee te zijn, 5 procent heeft er vrede mee. Eenderde zegt zondaar te zijn en eraan te werken om minder zonde te doen, terwijl een kwart van de ondervraagden aangeeft Jezus Christus nodig te hebben om verlost te worden van zonde. Eén op de tien Amerikanen stelt dat zonde niet bestaat, terwijl 8 procent aangeeft geen zondaar te zijn en 15 procent aangeeft daar geen uitspraak over te willen doen.

Het onderzoeksbureau keek ook naar de geografische spreiding. Daaruit bleek dat mensen uit het noordoosten van Amerika meer vrede hebben met de gedachte dat zij zondaars zijn (9 procent) dan mensen in het zuiden (5 procent) of het westen (4 procent). Ook zeggen zij vaker dat zonde niet bestaat (14 procent).

Rooms-katholieke ondervraagden zijn er meer dan protestanten van overtuigd dat zij kunnen werken aan een minder zondig leven (48 tegenover 31 procent). Zij zeggen veel minder vaak dat zij Jezus nodig hebben (19 tegenover 49 procent.)

Aanleiding voor de peiling van onderzoeker Scott McConnell was een woordenwisseling die hij meemaakte tijdens een hockeywedstrijd. Daarbij noemde een groep religieuze demonstranten het publiek van de hockeywedstrijd zondaars. Een aantal van de bezoekers reageerde bevestigend en gaf toe zondaar te zijn.