Kerk & religie

Vézelay, stad op een berg

Vézelay, het Franse pelgrimsoord, ligt 300 meter hoog boven de wijngaarden en beboste heuvels van het Bourgondische land, als een stad op een berg. Een slecht geasfalteerd straatje, de Rue Saint-Etienne, voert steil naar boven en mondt uit op de Place de la Madeleine, het kerkplein.

22 July 2017 15:34Gewijzigd op 16 November 2020 11:05
Basiliek Vezelay. beeld RD
Basiliek Vezelay. beeld RD

Monumentaal rijst de romaanse basiliek Sainte-Madeleine op, al duizend jaar lang één brok onverzettelijkheid. De kerk heeft twee enorme houten voordeuren. Boven het portaal is uit steen een ontroerend tafereel uitgehakt: de opgestane Levensvorst zit te midden van Zijn discipelen en zendt hen uit: „Gaat dan heen, onderwijst al de volken.” Aan de voet van het tafereel lijkt een stoet van stenen pelgrims in een nacht vol smart en zorgen voort te trekken door deze wereld.

De grote kerkdeuren zijn gesloten. Een kleiner deurtje, links ervan, is open, de gehele dag, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.

Protestants sober

Een jeugdige non –lichtblauw habijt, lange witte hoofddoek– steekt diagonaal het kerkplein over. In gezwinde pas stiefelt ze naar binnen, de duistere torenruimte in. Dat doet ze waarschijnlijk op gezette tijden, meerdere keren per dag.

De kathedraal is enorm, bijna protestants sober, maar toch echt een boegbeeld van Rome. Het koor van de kerk moet het grootste van heel Frankrijk zijn. Het onzegbare hangt als een nevelig soort mysterie onder het gewelf.

Wonderlijk valt het zonlicht door hoge ramen naar binnen en trekt een lichtspoor door de beuken. Een paar honderd rieten stoelen staan in het middenschip, in afwachting van dingen die nog komen moeten. Een bezoeker zit op een stoeltje in stil gepeins bij zichzelf naar binnen te kijken, zoekend naar geloof, moed en troost. Een gids trekt met een groep toeristen door het gangpad.

Halverwege de kerk bevindt zich links een preekstoel met een vergulde engel op het klankbord. Aan de overkant staat het orgel, weggeborgen achter zwart plastic, want dit deel van de kerk wordt op dit moment gerestaureerd. Aan de kerkmuur hangt een schilderwerk van Maria Magdalena die bij het graf Jezus ontmoet. Ze wil Hem in liefde vasthouden, maar Hij zegt: „Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader.”

Relieken in de crypte

Dragende pilaren houden het kerkdak hoog. Het koor heeft kleine kapellen, voor Johannes de Doper, voor moeder Maria, voor moeder Theresa, voor Franciscus van Assisi en voor Jezus Zelf, het Licht der wereld, Die gezegd heeft: „Komt allen tot Míj.”

Onder het koor bevindt zich de crypte. Achter een ijzeren hek staat een verzilverde schrijn, gedragen door zes figuren, waarvan twee engelen. In de schrijn ligt een glazen buisje met daarin, volgens de toelichting, „de relieken van Ste.-Marie Madeleine.” Het is een stukje bot, zegt de één. Van haar onderarm, beweert een ander.

Voor het hek staat een rieten mand met briefjes, volgeschreven door bezoekers. In verschillende talen zijn hier boodschappen achtergelaten. Ook enkele in het Nederlands: „Ik hoop dat er vrede op aarde komt, alstublieft geen geweld, geen oorlog.” En: „Bidt voor mij, ik ben ziek. Merci.”

Het is koud in dit ondergrondse. En donker. Een paar bezoekers van de crypte zitten op houten banken stil te zijn, luisterend of Madeleine misschien ook wat zegt. Toch frappant: ze zitten met hun rug naar de schrijn van Maria Magdalena, en met hun gezicht naar een ruwhouten kruis.

Katholiek opgevoed

Huub Brugman uit Alkmaar heeft in de kerk rondgedwaald, maar houdt het voor gezien. Op zijn slippers kuiert hij het straatje af, weer terug naar beneden. Wat hij van deze plek, dit bedevaartsoord vindt? „Wel een bijzondere plek. Dit moet je in je leven wel een keer gezien hebben.”

Maar, die verering van Sainte-Marie Madeleine? „Ze hebben er hier wel een mooi verhaal van gemaakt. Ik ben katholiek opgevoed, maar ons, katholieken, is vroeger nooit alles verteld.”

Aan weerszijden van de Rue Saint-Etienne bevinden zich boetieks en ateliers van fotografen, beeldhouwers en kunstenaars. Tegen grijze geveltjes uit de middeleeuwen groeien stokroos en blauwe regen.

Groene slippers

De volgende morgen, acht uur. Zwaar luiden kerkklokken over de top van de berg. Langs de Rue Saint-Etienne onderneemt een grijsaard vastberaden de klim naar boven, blauwe hoed, wilde baard, groene slippers. In zijn ene hand houdt hij een brandende kaars in een stolp. In zijn andere hand klemt hij een gebedenboek.

Pas bij de trappen van de basiliek staat hij stil. Eerbiedig neemt hij zijn hoed af, buigt het hoofd, leest hardop een gebed uit zijn gebedenboek, overpeinst nog wat gedachten in zijn binnenste en verdwijnt dan te voet tussen de wijngaarden van Bourgondië.

De toren van de basiliek is als een wijsvinger in de tijd, wijst naar omhoog. In de kerkelijke dakgoot krast een koppel zwarte kraaien. En op het kruis boven de ingangsdeur zit een duif in ’t zilverlicht.

Het kruis op Golgotha’s heuveltop, het symbool van verzoening door voldoening, daar kan deze vreemde cultus rond de heuvel van Vézelay niet tegenop.

france.fr

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer