Eerste hulp in de ruimte
Heeft een astronaut in het internationaal ruimtestation dringend medische hulp nodig dan is het dichtstbijzijnde ziekenhuis erg ver weg. Ruimtevaartorganisaties geven daarom alleen groen licht voor lancering als een astronaut kerngezond is. Hoe gaat dat straks bij missies naar Mars?
De bemanning van het internationaal ruimtestation ISS oefent voor vertrek tal van rampscenario’s: een brand, een ammonialek, de inslag van een minimeteoriet in een van de modules. Als zich zo’n noodsituatie voordoet, is het van levensbelang dat astronauten snel kunnen handelen.
De training bereidt ruimtevaarders ook voor op een aantal gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan tijdens de zes maanden die ze in de ruimte verblijven. Ze leren bijvoorbeeld wat ze moeten doen wanneer een van de bemanningsleden een hartinfarct krijgt, hoe je een wond hecht, een injectie geeft en een tand of kies trekt.
Alle materialen voor zulke ingrepen zit in de EHBO-doos van het ruimtestation. Er is een defibrillator aan boord en beademingsapparatuur en een koffer vol medicijnen onder meer tegen misselijkheid – veel astronauten hebben daar aan het begin van hun ruimtemissie last van.
In de zeventien jaar dat het ISS permanent wordt bewoond, is er trouwens nooit een medische noodsituatie ontstaan. De kans dat een bemanningslid ernstige gezondheidsproblemen krijgt, is dus klein. Maar, zo stellen artsen, nooit helemaal uit te sluiten.
Nuttig
De kennis van het menselijk lichaam en de ervaring die astronauten opdoen met medische apparatuur tijdens hun training, komen trouwens niet alleen bij ongelukken van pas. Ze zijn ook nuttig bij de medische experimenten die de astronauten uitvoeren en waarbij ze zelf proefkonijn zijn.
Het leven in gewichtloosheid brengt allerlei lichamelijke veranderingen met zich mee: spieren en botten worden zwakker, het bloedvolume neemt af. Veel van de gevolgen van het leven in gewichtloosheid zijn nog niet goed in kaart gebracht. Allerlei medische onderzoeken die worden uitgevoerd voorafgaand aan de vlucht, tijdens het verblijf in de ruimte en na terugkeer op aarde moeten daar meer zicht op geven.
Artsendiploma
Voor André Kuipers zal de EHBO-training gemakkelijk zijn geweest. Hij had tenslotte al een artsendiploma op zak. Kuipers’ weblog geeft een indruk van de medische onderzoeken die hij tijdens zijn missie in 2012 deed. Hij gebruikte echoapparatuur om veranderingen in de bloedvaten van zijn hart en ogen in beeld te brengen en registreerde zijn hersenactiviteit.
Dagelijks vulde hij vragenlijsten in. „Bijvoorbeeld voor onderzoek naar hoofdpijn in de ruimte, over wat ik gegeten heb en of mijn gezichtsscherpte is veranderd. (…) Om te kijken hoe alert we zijn, doen we om de vier dagen een reactietest vlak voor en na het slapen. Al deze onderzoeken met mij als proefkonijn geven meer inzicht in hoe het menselijk lichaam werkt in gewichtloze omstandigheden. Dat is handig om te weten als we in de toekomst langere ruimtereizen gaan maken.”
Afstand
Juist die mogelijkheid van lange, verre ruimtereizen –naar de maan of zelfs naar Mars– baart wetenschappers zorgen. Wordt dan een bemanningslid ziek, dan kunnen collega’s wellicht met echoapparatuur ‘in het lichaam’ van de zieke kijken en die beelden doorsturen naar de medische staf op aarde, zodat de artsen een diagnose kunnen stellen. Willen de collega-astronauten het probleem kunnen verhelpen, dan moet er op z’n minst een arts aan boord zijn en moeten de juiste instrumenten en medicijnen aanwezig zijn.
Hoe er in de ruimte spoedeisende hulp kan worden geboden en chirurgische ingrepen kunnen verricht, was onderwerp van gesprek tijdens een congres van anesthesiologen dat vorige maand in Genève werd gehouden. Zulke medische vaardigheden zijn hard nodig op maandenlange ruimtevluchten, verwacht Matthieu Komorowski, adviseur intensive care en anesthesie in het Charing Cross Hospital in Londen.
In 2014 verbleef hij twee weken in het Mars Desert Research Station, een onderkomen in de Amerikaanse staat Utah waar bemanningsleden doen alsof ze op Mars verblijven. Het doordrong Komorowski van het feit dat zo’n bemanning volkomen van de buitenwereld is afgesloten.
Vertraging
Medische basiskennis zoals de ISS-crew die meekrijgt, ziet ook hij als een vereiste. Het liefst ziet hij dat er twee artsen aan boord zijn. „Tijdens de lange reis naar Mars kan immers de dokter ook ziek worden.”
Aan medisch advies op afstand heeft de bemanning van een Marsmissie minder. Vanaf Mars verloopt alle communicatie met de aarde bijvoorbeeld met ongeveer twintig minuten vertraging. In een noodsituatie kan de crew dus geen advies inwinnen bij de vluchtleiding, maar zullen ze die zelf het hoofd moeten bieden. Komorowski realiseert zich dat een ruimteschip nooit dezelfde mogelijkheden kan bieden als een ziekenhuis, maar ziet wel creatieve oplossingen. Hij denkt bijvoorbeeld aan het 3D-printen van medische instrumenten. En als iedereen dezelfde bloedgroep heeft, kan iedereen bloed doneren, mocht een transfusie nodig zijn.
Tegelijkertijd is Komorowski ook realistisch. „Astronauten die inschepen voor een lange ruimtereis, moeten zich realiseren dat de behandelmogelijkheden bij ziekte of verwonding beperkt zijn en dat de afloop dodelijk kan zijn.”
Afgelegen
Heel wat artsen in ontwikkelingslanden kunnen er bovendien van getuigen dat een mens voor slechte medische voorzieningen helemaal niet op ruimtereis hoeft. Qua gezondheidsvoorzieningen verschillen rampgebieden, afgelegen delen van ontwikkelingslanden en het internationaal ruimtestation niet zo veel van elkaar.
Dat ervoer ook Fred Papali, als verbonden aan de University of Maryland (VS). In het verleden heeft hij gewerkt op eerstehulpposten in Haïti en Zuid-Sudan. Een eenvoudig echoapparaat kan in een afgelegen gebied levens redden, ontdekte hij in ziekenhuizen die het zonder elektriciteit en stromend water moesten stellen. Dankzij echoapparatuur kon het medisch personeel in het lichaam kijken en sneller een diagnose stellen, zei Papali in een interview met de BBC.
Zowel voor het ruimtestation als voor afgelegen gebieden geldt dat medische apparatuur klein, lichtgewicht, robuust en energiezuinig moet zijn Zo zijn technieken die in eerste instantie worden ontwikkeld voor de ruimte vaak ook nuttig en bruikbaar op aarde.
Sojoezcapsule als reddingssloep
De bemanning van het internationaal ruimtestation heeft haar Sojoezcapsule altijd achter de hand als reddingssloep. Die mogelijkheid zal niet in alle noodgevallen volstaan, maar ze kan daarmee wel in enkele uren terug op zijn aarde.
David Green, docent lucht- en ruimtevaartfysiologie aan King’s College in Londen, wijst er in een interview met de BBC op dat zo’n Sojoezvlucht misschien wel de snelste manier is om een astronaut naar een ziekenhuis te krijgen, het zal geen pretje zijn. „Als het een goede vlucht is, krijgt de bemanning vier tot vijf keer de zwaartekracht te verduren bij terugkeer in de dampkring. Voor een gezonde persoon is dat al onprettig, zeker voor iemand die ernstig ziek is.”
Gaat er iets mis op de maan of onderweg naar Mars –een reis die minstens zeven maanden duurt– dan zal de bemanning het zelf moeten oplossen. Al dan niet met hulp op afstand.