Kerk & religie

Het medelijden uitgeroeid op opleidingscentrum Vogelsang

„De kerk heeft eeuwenlang voor een aanwas van zieke en zielige mensen gezorgd.” Dat was de les die honderden jonge, kerngezonde cursisten tussen 1934 en 1939 op het nationaalsocialistische opleidingscentrum Vogelsang in de Duitse Eifel te horen kregen. De christelijke kerk was de grote boosdoener, Hitler de grote held.

28 June 2017 17:49Gewijzigd op 16 November 2020 10:54
De mensonterende rassenleer die in het voormalige NDSAP-opleidingscentrum in Vogelsang werd verkondigd, staat in schril contrast met de prachtige natuur van de Eifel waar het complex middenin ligt.  beeld Vogelsang IP
De mensonterende rassenleer die in het voormalige NDSAP-opleidingscentrum in Vogelsang werd verkondigd, staat in schril contrast met de prachtige natuur van de Eifel waar het complex middenin ligt.  beeld Vogelsang IP

Nog geen jaar geleden, in september 2016, ging het bezoekerscentrum Forum Vogelsang Internationaler Platz (IP) open voor het publiek. Eindelijk konden geïnteresseerden tot in detail vernemen wat er gebeurde op het complex in de Eifel, hemelsbreed maar 30 kilometer bij de Nederlandse grens bij Vaals vandaan.

Tot die tijd wisten de Duitsers eigenlijk niet goed wat ze met het immense complex aan moesten. Tot 2005 had het een militaire bestemming en was het sowieso verboden terrein. Maar ook toen in 2006 de hekken opengingen en wandelaars ongehinderd over het heuvelachtige terrein konden lopen, bleven de gebouwen gesloten en verwaarloosd.

Duitsland schaamde zich eigenlijk voor het gedachtegoed van het nationaalsocialisme dat er hier jarenlang bij honderden cursisten ingepompt werd. Gids Uwe Breda verwoordt de schaamte: „De rillingen liepen over mijn rug toen ik hoorde dat het een schande was als de kerk de zwakkeren hielp. Ik geloof dat het precies andersom is: de kerk moet de zwakken juist helpen.”

De schaamte is gebleven, maar de geslotenheid is weg. Anno 2017 kunnen bezoekers zonder problemen in en rond de gebouwen van de zogeheten Ordensburg Vogelsang rondlopen. Onderzoekers van de bijbehorende Akademie Vogelsang hebben zo veel informatie voor het publiek toegankelijk gemaakt dat het uren kost om die rustig te lezen en op je te laten inwerken.

Hogerop komen

Wie de opleiding van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterspartei (NSDAP) het beste wil begrijpen moet zijn wandeling over het complex onder aan de heuvel beginnen, bij de Victor Neelsbrug. Zo begonnen de cursisten van de burcht Vogelsang namelijk ook: helemaal onder aan de ladder. Alles draaide in Vogelsang om hogerop komen, zowel letterlijk als figuurlijk.

De cursisten waren jonge mannen, vaak uit eenvoudige milieus. Velen waren zonder vader opgegroeid omdat die in de Eerste Wereldoorlog was gesneuveld. Ze verlangden naar geordende levensomstandigheden, hechte kameraadschap en een doel in het leven waarvoor het waard is om te strijden.

Geen wonder dat de jongemannen de kans om tot de toekomstige elite van de NDSAP te gaan horen, met beide handen aangrepen. Weliswaar moesten zij door een uiterst strenge selectieprocedure om toegelaten te worden tot een van de drie imposante, nieuwgebouwde Ordensburgen, maar toen zij eenmaal binnen waren, lag er een gouden toekomst voor hen klaar, zo dachten veel cursisten.

Herrenmenschen

En die toekomst begon met hard werken aan je lichamelijke conditie. Onder aan de heuvel lagen de sportaccommodaties: het zwembad, de sporthal, de sportvelden. Gezonde, gespierde kerels wilde Hitler zien: heren, Herrenmenschen, die het arische ras met trots vertegenwoordigden.

Ordensjunker werden ze genoemd, jonkers, kruisridders van het nationaalsocialisme. De drie opleidingscentra in Vogelsang (Eifel), Krössinsee (uiterst Noordoost-Duitsland) en Sonthofen (uiterst Zuid-Duitsland) heetten Ordensburgen, de burchten van de kruisridders.

Slapen deden de Ordensjunker een treetje hoger, in de slaapzalen. Er was geen enkele privacy, kameraadschap was veel belangrijker.

De opleidingsgebouwen lagen weer een trede hoger op de berghelling. De NDSAP eiste van het toekomstig kader volkomen gehoorzaamheid, groepsdiscipline, zelfbeheersing en het afzien van eigen persoonlijke levensovertuigingen. En hoe bereikte je dat? Door te drillen, niet alleen fysiek, maar ook mentaal, ook geestelijk dus. Het nazisme moest tussen de oren komen. Het hart innemen.

Lid zijn van een kerk hoorde er dan niet bij, want de kerk zorgt alleen maar voor zwakkelingen (zie kader). Geen wonder dat de Ordensjunker zich massaal officieel lieten uitschrijven bij het bevoegde kantongerecht –zoals dat voorgeschreven was– in het nabijgelegen Gemünd. Verplicht was dat niet, maar je scoorde er wel mee bij de partijleiding.

Kerkelijke rituelen

Kerkelijke rituelen zoals de doop en kerkelijke rouw- en trouwdiensten waren uit den boze. Burgcommandant Richard Manderbach werd in de zomer van 1939 uit zijn functie gezet omdat zijn vrouw hun dochter had laten dopen door de protestantse dominee Hahn. Zijn opvolger Hans Dietel was de christelijke levensbeschouwing van de familie Manderbach al veel langer een doorn in het oog.

Alle christelijke plechtigheden en feestdagen moesten worden vervangen. In plaats van de doop kwam het feest van de naamgeving oftewel Namenweihe. Het huwelijk werd Eheweihen (huwelijkswijding). De bruid van een Ordensjunker moest een medische keuring ondergaan en zich over haar politieke en levensbeschouwelijke overtuiging laten ondervragen.

Kerst was in de ogen van cursist Wilhelm Beilstein „een grove vervalsing van oer-Germaanse waarden” en diende een andere naam te krijgen. Het werd een lichtfeest, de Zonnewendedag, gericht op de zon. Beilstein schreef in het decembernummer van 1938 van het tijdschrift Der Orden: „In de kring van gezin en bloedverwanten komen we bij elkaar voor het mooiste en innigste feest van de loop van ons jaar. Daarin komt het verlangen van de Noordse mens naar de zon, naar het geloof aan de zege van het licht en de overwinning van het goede op het kwade tot uiting, en van de waarheid op de leugen.” Ook Pasen werd afgeschaft, het moest het lichtfeest van de maan worden.

Het licht werd voor de kruisridders of zendelingen van het nationaalsocialisme het symbool van de vooruitgang, van een nationale wedergeboorte door de overwinning van het nationaalsocialisme. Op het terrein van Vogelsang stond daarom een enorm beeld van de fakkeldrager, een voorbeeldfiguur voor de Herrenmenschen. In de inscriptie onder aan het beeld werden de cursisten aangesproken als zendelingen die het vuur van het nationaalsocialisme wereldwijd moeten gaan verspreiden. De tekst vertoont opvallende overeenkomsten met de Bergrede van de Heere Jezus.

Oorlog

Veel is er niet van het zogenaamde zendingswerk terechtgekomen. Geen enkele cursist heeft de vierjarige opleiding tot partijkaderlid kunnen volbrengen omdat in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De cursisten moesten allen in militaire dienst en begonnen zoals iedere Duitse jongeman als gewoon soldaat. Slechts een enkeling bracht het tot officier.

De helft van de 500 Ordensjunker sneuvelde in de zes jaren oorlog. Sommigen brachten de theorie van de rassenleer die ze veelvuldig op Vogelsang hadden aangehoord, in praktijk. Ze waren betrokken bij het uitmoorden van Joden in de Oostbloklanden en werden daar ook voor veroordeeld. Anderen trokken zich na de oorlog teleurgesteld terug en spraken niet meer over hun opleiding in Vogelsang.

Slechts een enkeling had behoefte om weer eens terug te keren naar Vogelsang. Er hebben zich wel restanten van kameraadsgroepen gemeld, die hun beroemde Ordensburg nog eens terug wilden zien, trots dat zij daar ooit hebben gebivakkeerd.

Maar het overgrote deel van de Duitsers die in het huidige Vogelsang IP Forum rondlopen is niet zo trots. Er wordt niet of slechts zeer zacht gesproken. De soms verschrikkelijke verhalen die er via de hoofdtelefoons te horen zijn, staan in schril contrast met de prachtige natuur van de Eifel die door de ruiten te zien is. Een bezoek aan Vogelsang en de tentoonstelling ”Herrenmenschen” is daardoor zeker indrukwekkend te noemen.

www.vogelsangip.de Deze krant organiseert op 1 augustus een abonneedag per touringcar naar Vogelsang.

„Wij weten dat bij deze strijd God met ons is”

Passages uit het belangrijkste college van Hans Dietel in het kader van de lessen rassenkunde:

l „Op het gebied van de ontwikkeling van al het zwakke en zieke leven is er één instantie die daarvoor de schuld draagt, zo groot als Duitsland is die nergens anders: dat is de kerk.

l Dat zo’n kerk nooit een selectie van de uitblinkers in Duitsland kan voortbrengen, dat zo’n instantie altijd weer degenen die juist niet uitblinken er doorheen moet slepen, altijd weer de zwakke, ellendige mensen en degenen die in de problemen raken aantrekt, waarbij de kerk hun recht op leven geeft, dat zou toch voor iedereen duidelijk moeten zijn.

l Grote mensen, Herrenmenschen, die de Germanen nu eenmaal van huis uit zijn, kun je alleen vernederen door in hen het zieke op te kweken en door er op een dag voor te zorgen dat het zieke zegenviert over het gezonde.

l En dan moeten we wel zeggen dat de kerk er sinds eeuwen in geslaagd is om het gezicht van ons volk langzaam te veranderen. Door de eeuwen heen heeft de kerk in ons volk zo een heel bepaalde selectie doorgevoerd, de selectie van de armzaligen, de ellendigen, de zwakken en zieken, degenen met een knechtenmentaliteit, degenen die op steun zijn aangewezen, en heeft op die manier ons volk langzaam in een richting gedreven, die ons niet meer onverschillig kan laten.

l En zo, mijn kameraden, zijn wij net nog op tijd gekomen. Wat wij allereerst moeten gaan doen is de richting van de selectie in ons volk weer veranderen. Wat wij moeten gaan doen, is dit ene: wij moeten tegenover het zieke het gezonde plaatsen. (…) Wij moeten het medelijden uitroeien door de kracht van de strijdbaarheid, wij moeten de knechtenmentaliteit inruilen voor de mentaliteit van de heren, het Herrentum.

l In dit streven willen wij sterk zijn en willen wij ons eindelijk eens bevrijden van het gevoel van medelijden. En zo mogen de anderen razen en schreeuwen; wij weten dat bij deze strijd God met ons is. In ons is de zalige zekerheid dat niet wij de wetten van God overtreden als we dat doen wat ik zonet zei, maar dat de anderen die ware wetten van God al eeuwenlang hebben overtreden. En wij zullen vechten in deze zalige zekerheid: met ons en onze strijd is de voorzienigheid. Met ons en onze strijd is in waarheid de eeuwig creatieve kracht van het universum. Met ons en onze strijd is in waarheid God. Heil Hitler!”

Hitler en de kerk

Dacht Hitler exact zo over de kerk als burgcommandant en docent rassenkunde Hans Dietel? Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. In ieder geval was Hitler ervan overtuigd dat God hem hielp in de strijd. Op de koppelriemen van Duitse soldaten stond ”Gott mit uns”. Zijn toespraken sloot Hitler vaak af met: „Herr, macht uns frei!”, „Heer, maak ons vrij.”

Hitler schreef het christendom niet af. Integendeel: „Het christendom is onontbeerlijk voor het Duitse volk”, zo citeert de expositie ”Herrenmenschen” hem. Maar dan wel een christendom met zijn inkleuring.

De rooms-katholiek opgevoede Hitler wilde graag eenheid in zijn rijk. Niet voor niets luidde het motto van Hitlergetrouwe Duitse christenen in 1933 ”Ein volk, Ein Führer, Ein Gott, Ein Reich, Eine Kirche”.

Hitler probeerde de verschillende kerken in zijn rijk tot één pronationaalsocialistische landskerk te maken. Bij de protestanten had hij daarbij meer succes dan bij de rooms-katholieken, die hadden in de paus van Rome al een grote leider. Vandaar dat Hitler positiever was over de lutheranen dan over de rooms-katholieken.

Wat niet wil zeggen dat alle Duitse volgelingen van Luther ook volgelingen van Hitler waren. Vele lutherse christenen hebben zich openlijk tegen Hitler uitgesproken en moesten dat bekopen met de dood in concentratiekampen. Dietrich Bonhoeffer is van hen het bekendste voorbeeld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer