Taalrubriek: Ledigheid is des duivels oorkussen. Of wás het dat?
Rustige momenten, een minder volle agenda, tijd om tot jezelf te komen – wie verlangt er niet naar? Juist in een tijd waarin de smartphone maar moeilijk van je zijde wijkt en waarin je op vakantie je werkmail nog checkt. Een volle agenda is dan misschien nog altijd een statussymbool, toch klinken er steeds meer geluiden over het belang van lege momenten. Zo’n ogenblik van –noem het– bezinning zou essentieel zijn om de rest van de dag goed te kunnen functioneren.
Best grappig eigenlijk, want ooit was ledigheid –niet bezig zijn– „des duivels oorkussen.” Uit de uitdrukking, die in elk geval vanaf de zeventiende eeuw in omloop is, spreekt bepaald geen waardering voor vrije tijd en lege agenda’s. Wie niets te doen heeft, begeeft zich in de gevarenzone. De duivel kan zomaar bij je komen uitrusten. Je hebt bij wijze van spreken het kussen al voor hem klaargelegd.
Wanneer de uitdrukking precies is ontstaan, is onbekend. Opvallend is wel de gelijkenis met een spreuk uit Jezus Sirach, een van de apocriefe boeken. „Drijf hem tot veel werk, opdat hij niet ledig ga, want de ledigheid leert veel kwaads”, aldus Jezus Sirach 33:27. Rond 190 voor Christus –de tijd waarin Jezus Sirach is geschreven– was de opvatting dus al gangbaar dat „ledigheid” en „kwaad” verband met elkaar houden.
De oudste versie die taalkundige F. A. Stoett (1863-1936) vermeldt, stamt uit begin zeventiende eeuw (in ”Byspraax Almanak” van H. L. Spieghel). In die variant staat geen „ledigheid”, maar „een leeg mensch.” Oorspronkelijk was de boodschap dus nog indringendender: niet iets abstracts als het begrip ledigheid loopt het risico om ten prooi te vallen aan de duivel, maar iets concreets. Een „leegh mens” is een plaats „waarin zich de duivel gemakkelijk neervlijt; daar legt hij zich als in een bed op een oorkussen ter ruste en broedt dan allerlei kwaad”, aldus Stoett (hij volgt daarin Johan de Brune, 1661). Als de duivel bij je komt uitrusten, kan het natuurlijk niet goed gaan.
De angst voor de duivel zat er destijds goed in bij de mensen, en de waarschuwing was uiterst serieus bedoeld. Tegenwoordig is de betekenis afgezwakt. Pas op, met luie mensen loopt het slecht af – zoiets. Veelvoorkomend is het gezegde ook niet meer. En het wordt hooguit nog met een knipoog gebruikt.
Zou het gevaar tegenwoordig ook niet meer uit een andere hoek komen? Is de volle agenda, het overbezette leven misschien het nieuwe oorkussen van de duivel? Een beetje ledigheid kan anno 2017 helemaal geen kwaad, zeker niet in vakantietijd.
Tweewekelijkse rubriek waarin de herkomst van bekende en minder bekende uitdrukkingen wordt onderzocht.