„Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, als gij geloofd hebt?”

De liefde is de vervulling van het Evangelie, maar ook van de wet. Want God is liefde en wie in God blijft, blijft in de liefde. Maar onder deze liefde moeten we niet een tederheid van karakter verstaan, of een liefde gegrond op wereldse motieven (want die kan een natuurlijk mens ook hebben), maar een liefde tot de broeders, die voortkomt uit een liefde tot God. Een liefde voor alle mensen in het algemeen, omdat God alle mensen liefheeft en goede mensen in het bijzonder, om de genade die wij in hen zien, en omdat zij onze Heere Jezus in onverderfelijkheid liefhebben. Dit is christelijke liefde, en het nieuwe gebod, door Christus aan Zijn discipelen gegeven. Niet nieuw in zijn voorwerp, maar in het motief en voorbeeld, waarop de liefde gegrond is, namelijk Jezus Christus. Dit is de liefde waardoor de eerste christenen zo beroemd waren, zodat het een spreekwoord werd: „Zie, hoe deze christenen elkaar liefhebben.” Zonder deze liefde zou het mij geen nuttigheid geven, al deelden we al onze goederen uit tot onderhoud van de armen en al gaven we onze lichamen om verbrand te worden.

George Whitefield,

predikant te Newburyport

(”Keur van leerredenen”, 1770)