Berouw
Alle kastijdingen die God ons in dit leven zendt, zijn maar vermaningen en prikkels tot onze verbetering. Maar er zal een eeuwig vuur komen, waarvan de Heere spreekt tot hen die aan de linkerhand zullen gesteld worden. Dan zullen er velen zijn die berouw hebben, want de rechtvaardigen zullen dan staan met grote vrijmoedigheid voor het aangezicht van degenen die hen verdrukt hebben. Als de godlozen dat zien, zullen zij met een grote vrees beroerd worden en zeggen: Deze of die was het om wie wij leedvermaak hebben gehad en die was het wiens leven wij voor razernij achtten. Hoe is hij nu gerekend onder de kinderen van God en hoe is zijn lot onder de heiligen? Waar heeft ons de hoogmoed toch gebracht? Al die dingen zijn als een schaduw voorbijgegaan en als een schip over de baren van de zee.Hieruit zien wij dat de zondaars op de jongste dag wel een soort berouw of spijt zullen hebben, maar zonder resultaat. Wel een soort berouw, maar met pijn en er zal geen medicijn zijn. In dit leven is het berouw profijtelijk, omdat er nog tijd voor berouw en bekering is.
Als u de stem van uw Rechter zult horen als Hij zal zitten op Zijn rechterstoel, zo zult u wel berouw hebben, maar tevergeefs. Dan zal Hij het vonnis uitspreken en u zult daar niets tegen in kunnen brengen. Tevoren sprak u en Hij zweeg. Nu spreekt Hij en u moet zwijgen.
Godefridus Udemans, predikant te Zierikzee (Christelijke bedenckingen (voor) een geloovige Ziele, 1645)