Ds. R. de Reuver: „Kerken delen met migranten is verrijkend”
De Pniëlkerk in Utrecht-West bleef na de verkoop door de protestantse gemeente vorig jaar als kerkgebouw in gebruik. De Utrechtse afdeling van de Chinese Christelijke Gemeente in Nederland kocht het bedehuis.
De Pniëlkerk is een van de voorbeelden uit het woensdag gepresenteerde ”Kerken delen”, een boek over „de kansen en valkuilen van het gezamenlijk gebruik van kerkgebouwen.” Het eerste exemplaar werd tijdens een bijeenkomst in de Pniëlkerk overhandigd aan ds. R. de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk Nederland (PKN).
Het boek geeft enkele modellen voor samenwerking tussen gevestigde Nederlandse kerken en internationale en migrantengemeenten, lichtte Madelon Grant, directeur van SKIN-Rotterdam, gisteren toe. SKIN (Samen Kerk in Nederland) is een overkoepelende organisatie die de ontmoeting tussen autochtone Nederlandse kerken en migrantenkerken bevordert. Bij SKIN-Rotterdam zijn 67 gemeenten aangesloten.
De afgelopen jaren zijn veel traditionele kerken in Rotterdam gesloten, terwijl groeiende migrantengemeenten juist op zoek zijn naar kerkgebouwen. Sommige vastgoedmakelaars maken misbruik van deze nood en van de onwetendheid van migranten, stelde Grant. Soms worden migranten door onbetrouwbare instanties en malafide vastgoedmensen van het kastje naar de muur gestuurd.
SKIN begeleidt en adviseert migranten bij het vinden van een kerkgebouw. Het boek ”Kerken delen” –dat tot stand kwam met medewerking van andere organisaties zoals Sofak (Stichting Ondersteuningsfonds Allochtone Kerken), Kerken voor Kerken en Connecting Churches– bevat elf voorbeelden van samenwerking tussen migrantenkerken en autochtone kerken, waarbij het kerkgebouw de spil vormt.
Oosten
De Chinees Kingson Wu vertelde dat de Utrechtse afdeling van de Chinese Christelijke Gemeenten in Nederland een passend kerkgebouw zocht en de Pniëlkerk van de kwijnende protestantse gemeente kocht. Een ander voorbeeld uit het boek is de Noorderlichtkerk in Zeist, waarin tegenwoordig de Assyrische Kerk van het Oosten samenkomt. De kerk is gebouwd volgens de ideeën over kerkbouw van Abraham Kuyper. Kuyper vond bijvoorbeeld dat het liturgisch centrum op het oosten moest zijn gericht. Juist deze oriëntatie maakte deze kerk (naast andere overwegingen) geschikt voor de Assyrische Kerk van het Oosten. De voorganger van de Assyrische Kerk benadrukte dat het kruis van Christus in staat is christenen uit het Oosten te verenigen met die uit het Westen.
Ds. De Reuver noemde ”Kerken delen” een markeringspunt dat de grote verschuiving in de christenheid van het Westen van de afgelopen decennia weerspiegelt. „De christelijke kerk is niet meer een typische westers verschijnsel, want het zwaartepunt ligt niet meer op het noordelijk halfrond, maar is verplaatst naar het zuidelijk halfrond. De christelijke kerk die in West-Europa overbleef, bestaat voor een belangrijk deel uit zogenoemde migrantenkerken. Dat is geen ramp, want zodoende vertoont de kerk het mondiale en internationale karakter zoals de kerk ook van den beginne is bedoeld. De westerse kerken staan voor de uitdaging om alle christenen te aanvaarden, ook als die vanwege een andere culturele achtergrond nogal verschillen van de eigen kleur.”
De christelijke kerken zouden de migranten moeten omarmen, in plaats van hen te zien als een bedreiging voor de joods-christelijke cultuur, stelde ds. De Reuver. „De komst van de nieuwe Nederlanders betekent volgens Efeze 3 juist een verrijking, omdat samen met alle heiligen nog meer kan worden ontdekt hoe diep de genade van God is. Dit boek laat zien dat samen delen tot wederzijdse verrijking leidt. Dat geldt ook voor het letterlijke ”Kerken delen” als het komt tot een gezamenlijk gebruik van kerkgebouwen”, aldus ds. R. de Reuver.