Europa heeft culturele identiteit nodig
Sinds de staatsschuldencrisis is de kloof tussen de nationale en de Europese identiteit vergroot. Alleen een culturele identiteit kan Europa uit deze crisis helpen, stelt Dennis Hamer.
Zowel de Europese als de nationale identiteit staat hoog op de politieke agenda, en niet voor niets: Europa verkeert in een identiteitscrisis. Sinds de staatsschuldenproblematiek beseffen wij ‘Europeanen’ dat het eenheid stichtende economische verhaal minder utopisch eindigt dan werd gehoopt.
De burger zag zich geconfronteerd met een falend kapitalisme en het Europese economische systeem kon enkel nog in stand worden gehouden met de garanties van de belastingbetaler.
Wantrouwen
De speculaties op de financiële markten hebben de constructiefout in de monetaire unie voor iedereen zichtbaar gemaakt. Omdat deze constructie vooral een politieke kwestie was, heeft een groot deel van de Europese burgers geen vertrouwen meer in een politiek-constitutioneel verhaal ter legitimatie van het Europese eenwordingsproject.
Dit blijkt wel uit de opkomst van rechts-populistische partijen in heel Europa. Al deze partijen houden er een sterk anti-Europasentiment op na. Ook het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (brexit), op basis van een raadgevend referendum, geeft het wantrouwen onder het volk jegens het project ”Europa” weer.
Men vreest vooral voor het verdwijnen van de nationale cultuur en identiteit in het grotere geheel dat Europa tracht te zijn. Een vrees die niet onterecht is: hoe gesmeerder de Europese machine loopt, hoe minder de afzonderlijke landen zich onderscheiden van dit geheel, ook al zijn ze politiek-constitutioneel ‘onafhankelijk’. Hun authenticiteit komt in het geding.
Te veel wantrouwen jegens Europa leidt echter, zoals in het verleden is gebleken, tot het soort conflict dat nu juist heeft geleid tot de oorsprong van het Europese eenwordingsproject: de Tweede Wereldoorlog. Na de gruwelen van de oorlog wilde men namelijk een eenheid stichtend verhaal. Ten behoeve van de vrede en om de kloof tussen Europese burgers te overbruggen.
Romantische illusie
Zowel het economische als het politiek-constitutionele Europaverhaal heeft zijn houdbaarheidsdatum overschreden. Uittredende Europese lidstaten en rechts-populistische leuzen als ”Nederland weer van ons” leiden echter geenszins tot het behoud van de nationale identiteit.
In het huidige tijdperk volgen wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen elkaar snel op en maken zij een wezenlijk deel uit van ons alledaagse leven. Het zou onredelijk zijn om de mondialisering die daarvan het gevolg is te negeren. Denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop internet ons met de hele (digitale) wereld verbindt, maar ook aan de stijgende zeespiegel en de opwarming van de aarde. Die ontwikkelingen raken niet slechts één land maar de hele wereld.
De anti-Europese sentimenten lijken deze mondialisering op de tweede plaats te stellen of simpelweg buiten beschouwing te laten. Ze verkiezen een terugkeer naar een nationaal cultureel bewustzijn. Dit bewustzijn is echter voor het merendeel gevormd door oorlog en geweld. Een terugkeer naar deze verloren cultuur is dus niet veel meer dan een romantische illusie.
Bovendien ontbreekt in zo’n retrospectief verhaal het toekomstperspectief dat de burger in de 21e eeuw meer dan ooit nodig heeft, om dreigende gevaren als de klimaatverandering het hoofd te bieden. Ook lijkt het niet voor de hand liggend om terug te grijpen op een conflictueus verleden: in naam van het volk de oorlog aan Europa verklaren, wekt niet de indruk iets te zijn waar de nationale identiteit wel bij vaart. Dat heeft het verleden wel bewezen.
Schuld van politici
Toch heeft Europa zelf deze bedenkelijke sentimenten veroorzaakt. Wie anders dan de Europese politici hadden het Europese eenwordingsproject kunnen redden, toen bleek dat het politiek-constitutionele verhaal Europa onvoldoende legitimeerde? Europa was op dat moment al verworden tot een elitair project. Het handelen van de zelfzuchtige politici had de burger al buitenspel gezet. Daardoor had enkel de elite nog de mogelijkheid om het project te laten slagen.
Maar in plaats van het project weer van de Europese burger te maken, in plaats van een nieuw legitimerend verhaal te vertellen, in plaats van de oorspronkelijke doelstelling van het Europese project (een vreedzaam Europa) te rehabiliteren door zo’n nieuw verhaal, speelden de politici voor struisvogel.
Eigenheid
Om het Europese project te legitimeren, hebben we een verhaal nodig dat alle verhalen omvat. Een verstrekkende en eenheid stichtende culturele identiteit, zonder de authenticiteit van de afzonderlijke verhalen teniet te doen. Alleen zo kunnen we ons aan onze identiteitscrisis ontworstelen.
De culturele identiteit is datgene waaraan een individu, een groep of een samenleving (nationaal dan wel Europees) zijn eigenheid ontleent. Het is veelal een sociaal verschijnsel, dat gegeven is met de beschaving. Men is zich doorgaans niet bewust van deze veelomvattende eigenheid. Daarom is ze ook zo lastig te concretiseren. Dat neemt niet weg dat we er wel over moeten nadenken. We mogen ons niet verstoppen achter onze nationale cultuur en de problemen negeren die enkel op Europees (zo niet wereldlijk) niveau kunnen worden opgelost.
Zonder zo’n culturele identiteit is het Europese eenwordingsproject gedoemd te mislukken. Wanneer de Europese burger (tegelijkertijd staatsburger) geen mogelijkheid heeft zich te identificeren met het grotere geheel Europa, waar hij noodzakelijkerwijs deel van is en zelfs moet zijn, dan bestaat er niet langer een legitimatie voor het project Europa.
De auteur is filosoof.