Verstijfd door vliegangst

De motoren van de Fokker 50 snorren. Langzaam draait de KLM Cityhopper de startbaan op. Op stoel 9E hapt Richard naar adem als de piloot het motorvermogen opvoert. Zijn handen klemmen zich met alle macht vast aan de rugleuning van de stoel voor hem. De propellerkist maakt snelheid en komt los van de grond. „Het gaat niet goed”, verklaart hij met verstikte stem. De paniek slaat toe. Ruim twintig minuten zit Richard verstijfd van angst in zijn stoel.

Door G. ten Voorde
2 November 2001 21:01Gewijzigd op 13 November 2020 23:15
Cursisten leren hun vliegangst overwinnen tijdens een rondje droogvliegen in het kantoor van stichting VALK.¶ - Foto RD, J. Verboom
Cursisten leren hun vliegangst overwinnen tijdens een rondje droogvliegen in het kantoor van stichting VALK.¶ - Foto RD, J. Verboom

Vliegangst is na de terroristische aanslagen met vliegtuigen in de VS met sprongen toegenomen. De beelden van de twee toestellen die zich in de WTC-gebouwen in New York boren, staan velen in het geheugen gegrift. Dát nooit. Dan liever met beide benen op de grond blijven staan. Passagiers laten het daarom massaal afweten.

Ook het aantal mensen dat zich sinds 11 september voor vliegangst laat behandelen, is sterk gedaald. „De eerste weken was het aantal aanmeldingen nul”, vertelt Lucas van Gerwen van Stichting Vliegangstbestrijding Leidse Universiteit/KLM (VALK), waarin ook de luchthaven Schiphol participeert. Van Gerwen, directeur, piloot en psychotherapeut, behandelt jaarlijks een dikke 300 cliënten. Volgend jaar hoopt hij te promoveren op een wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen.

Slaappillen
Nederland telt circa 3 miljoen mensen met vliegangst. Van elke 100 mensen hebben er 35 in meer of mindere mate last van. Van die 35 stappen er 22 voor geen goud aan boord. De andere dertien vliegen alleen als het echt niet anders kan. Maar dan meestal met een handvol kalmeringstabletten. „Ik neem altijd slaappillen”, vertelt cursist Ester. „Voor vertrek, maar ook tijdens de vlucht.” Het werkt niet echt. „Aan boord doe je geen oog dicht, terwijl je na aankomst doodmoe bent.”

Vliegangst doet zich altijd voor in combinatie met andere klachten: claustrofobie, hoogtevrees, sociale angst, controledwang en angst voor controleverlies. „Vliegangst is in principe goed te behandelen, mits aanverwante klachten ook worden aangepakt.” VALK is al twaalf jaar lang in de lucht om vliegangst te bestrijden. Met succes. De stichting boekt bij 98 procent van de cliënten een positief resultaat.

De aanpak kan per persoon variëren. Na een intakegesprek van 2,5 uur volgen individuele gesprekken of een groepstraining van een of twee dagen en een follow-upprogramma na drie, zes en twaalf maanden. Het programma brengt de cursisten stapje voor stapje naar het vliegtuig.

De groep deelnemers bestaat vrijwel geheel uit vrouwen. „Toeval”, reageert Van Gerwen. „De categorie mensen met vliegangst bestaat voor 51 procent uit vrouwen en voor 49 procent uit mannen.”

Piano
De directeur-psycholoog behandelt eerst enige theorie. „Je mág bang zijn. Dat is nieuw. Want jullie hebben altijd geleerd dat je niet bang mag zijn. Jullie hebben van angst iets speciaals gemaakt. Die angst klopt op de deur. Je doet de deur op slot, je zet er een stoel voor, een tafel, een piano, een dressoir. Je barricadeert de deur.”

Volgens Van Gerwen versterkt het proces van paniekaanvallen zich daarmee vanzelf. „Als je in een vliegtuig zit, denk je: „Ik hoor wat… zie je wel, we storten neer.” Je ademhaling stokt. Zie je wel, er is echt iets aan de hand. Zo kom je in een negatieve spiraal terecht”, legt de VALK-directeur uit. „Als een stewardess vervolgens ook nog eens zegt: Ach mevrouw, u hoeft nergens bang voor te zijn, dan denk je: Schiet toch op jij. En je eten hoef ik ook niet meer.”

De psycholoog pakt zijn klanten aan. „Ik wil dat je de barricades opruimt. Als je ertegen blijft knokken, sloop je jezelf. Stop ermee. Angst is niet schadelijk.” Hij dringt erop aan een resoluut besluit te nemen. „Je moet niet zeggen: Ik zal het proberen. Nee, ik ga! Hier ben ik, ik gá, desnoods mét angst. Dat geeft een enorme opluchting. Als je stopt met twijfelen, neemt je angst niet verder toe.” Mevrouw Van Engelenhoven slikt een keer moeilijk. ’t Zal wel.

Zombie
In de hoek van de cursuslokaal staan veertien vliegtuigstoelen opgesteld. De zes vrouwen nemen plaats, sluiten de ogen en maken zich gereed voor een rondje ’droogvliegen’. Van Gerwen beschrijft op monotone toon gedetailleerd het opstijgen van een vliegtuig: het vastmaken van de stoelriemen, het taxiën, het geraas van de motoren, de start, het opstijgen en het inklappen van de wielen.

Na een kwartiertje ’fantasievliegen’ openen de zes hun ogen. „Hoe was het?” Mevrouw Van Engelenhoven laat een lelijk woord horen. Snikkend duikt ze in haar zakdoek. De oefening was te realistisch. Koren op de molen van de behandelaar. „Zie je wat de kracht van je fantasie is? De stoelen zijn geen millimeter van de grond geweest. Toch ben je overstuur. Zo zit de angst er bij jou ingebakken.”

Angst afnemen van een cursist is onmogelijk, erkent Van Gerwen. Het is ook niet nodig. „Jullie moeten leren de angst de baas te worden.” De tips vliegen over tafel. „Drink wat water. Je kunt niet angstiger worden als je drinkt. Of eet iets. Kun je niet eten, drink dan eerst wat. Maar geen koffie of alcohol.”

Kom in beweging, adviseert de vliegtrainer. „Blijf niet als een zombie zitten.” Hij voegt de daad bij het woord en stampt een keer of drie hard op de grond. „Je mag gewoon mens zijn. Wees de baas over je spieren. Span ze eens extra en laat ze vervolgens los. Of knijp in je hand. Goed hard. Je moet actief worden. Kom uit je cocon.”

Turbulentie
Tijd voor de volgende fase. Op het programma staat een bezoek aan Schiphol-Oost. Nieuwsgierig drentelen de cursisten even later rond een 747-400 van KLM. Cabine, laadruimte, bovendek, cockpit, slaapruimte. Vertrouwd raken met een vliegtuig, is het devies. „Weinig profiel op de banden”, zegt een deelneemster benepen. Van Gerwen stelt haar gerust. „Een vliegtuig heeft alleen profiel nodig om water naar de zijkant af te voeren.”

De training krijgt een serieuzer karakter. Op een steenworp afstand wacht een vluchtsimulator. De deelnemers nemen plaatst in de Airbus 310 Blauwe Reiger. „Goedemiddag. Mijn naam is Anna Vermeer”, klinkt het uit de luidsprekers. „Ik ben uw purser op vlucht KL 363 naar Madrid. De vliegtijd is twee uur en vijftien minuten.”

De simulator zet zich in beweging. Hobbelend ’rijdt’ de A310 naar de startbaan. De motoren brullen. De piloot voert het motorvermogen op tot 100 procent. Gespannen zitten de cursisten in de stoelriemen. De cursisten krijgen opdracht elkaar aan de praat te houden. „Praten, praten, praten”, commandeert Van Gerwen. Het werkt. De passagiers zitten daarna aanmerkelijk rustiger in hun stoel.

Even later dient zich hevige turbulentie aan. De Airbus zwabbert als een dweil door de lucht. Hier en daar trekt een snuit bleek weg. De purser meldt zich weer: „Dames en heren, wij naderen de luchthaven van Madrid. Wilt u uw stoelriemen…” In de bus terug informeert Nel triomfantelijk het thuisfront: „Oma is in de vluchtsimulator geweest…”

Zenuwen
Dan wacht het echte werk. Om 18.15 uur staat een lijntoestel klaar. Een bus brengt de passagiers van gate B2 naar het platform voor een vlucht naar Hamburg. Even wachten. Een schoonmaker holt met een kruimeldief naar de gereedstaande Fokker 50. Eerst zuigen. De reizigers wachten.

Met een kwartier vertraging taxiet het toestel weg. „Ik heb mijn mobiele nog aan staan”, zegt Nel verschrikt. „In de bagagebak.” De steward kijkt verongelijkt. „Als u echt Hamburg wilt bereiken, zou ik ’m maar uit doen.” Bemoedigend, zo’n opmerking. De zenuwen gieren door de keel.

De Fokker maakt vaart, kiest het luchtruim en kruipt gestaag omhoog. De wielen zwiepen langs de raampjes en verdwijnen onder de vleugels. De kist zet –met negen cursisten vliegangst aan boord– koers in noordoostelijke richting. Nel op 8E blikt naar buiten. Het wordt haar allemaal een beetje te gortig. „We zitten toch wel erg hoog, hoor.” Haar buurvrouw brengt direct de geleerde theorie in stelling. Praten, praten, praten. Het werkt.

Neerstorten
Aan boord is voor passagiers met vliegangst genoeg om zich druk over te maken. De man op 7C leest de Frankfurter Allgemeine. Op pagina 3 staren de rokende restanten van het WTC in New York de reiziger aan. Bah, moet dat net nu?

Oeps, waarom scharrelt die donkere man van 3F met dat kortgeknipte koppie zo lang rond bij de cockpitdeur? Zou… De binnenverlichting knippert. Aaah, is dit het moment? Een onbestemde rammel doorbreekt het monotone geluid van de motoren. Wát is dat? O, gelukkig. ’t Is maar de koffiekar.

Van Gerwen weet het aantal voorbeelden eindeloos uit te breiden. „De bemanning doet het nooit goed. Kijken ze somber, dan is het omdat het toestel bijna neerstort. Lachen de stewardessen? Dan doen ze dat omdat het vliegtuig crasht. Rent de bemanning naar achteren, dan is dat omdat het vliegtuig vooraan neerstort. Ruimen ze bestek en serviesgoed snel af, dan doen ze dat omdat ze opgeruimd willen neerstorten.”

De VALK-directeur heeft één advies. „Probeer niets van de gelaatsuitdrukking van het personeel af te lezen, want je zit er toch naast.”

Adem stokt
De Fokker snort voort. De vlucht verloopt rustig. Boven Hamburg dient zich de eerste lichte turbulentie aan. De ’prop’ schudt voorzichtig heen en weer. De spieren van de groep vlieganstigen verstijven. De adem stokt. Wat zei de therapeut ook alweer? „Turbulentie heeft niks met veiligheid te maken, alleen met comfort?” En inderdaad, ook dat gaat goed. Zonder problemen zet de piloot het toestel op Duitse bodem.

In Hamburg krijgt de training onverwacht een hoog realiteitsgehalte. Terwijl Van Gerwen met de groep de vlucht evalueert, brengt de bemanning het toestel alweer in gereedheid voor de terugvlucht. Iedere cursist doet –meer of minder opgetogen– verslag van zijn bevindingen.

De tijd dringt. Vlucht KLM naar Amsterdam via gate B66, vertelt de monitor. De deelnemers wandelen naar de gate, sluiten aan in een rij wachtenden en laten zich fouilleren. Trap af, linksom, balie B66. Maar de gate ligt er angstig verlaten bij. Opnieuw raadpleegt Van Gerwen de monitor. Amsterdam – gate B82?

De groep verandert haastig van koers. Maar ook B82 is inmiddels uitgestorven. Een douanebeambte boort het laatste sprankje hoop de grond in. „Het vliegtuig is vertrokken.” Onthutst staren elf paar ogen de douanier aan. De laatste vlucht naar Amsterdam.

Scheerschuim
„We krijgen nu een cursus flexibiliteit”, grapt Van Gerwen wrang. „Dit is in het twaalfjarige bestaan van VALK nog nooit voorgekomen.” Cursist Franchine probeert de groep wat op te monteren. „Dit is de realiteit van reizen. Vluchten kunnen vertraging oplopen of helemaal worden geannuleerd.” Elf Hollanders brengen noodgedwongen de nacht door in hartje Hamburg. Zonder pyjama, tandenborstel en scheerschuim. Maar met een unieke vliegervaring.

n.a.v.Voor meer informatie: www.valk.org.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer