Stegeman: Christelijk zionisme staat aan de basis van Joods zionisme
Christelijk zionisme staat aan de basis van Joods zionisme, stelt Theoloog des Vaderlands dr. Janneke Stegeman. Het christelijk zionisme wortelt op zijn beurt in de Reformatie.
De Theoloog des Vaderlands hield dinsdagavond in het gebouw van de Vrije Universiteit Amsterdam een publieke lezing over het zionisme. De bijeenkomst –onderdeel van een reeks lezingen– werd georganiseerd door het Amsterdam Centre for Religion and Peace & Justice Studies. Dr. Stegeman verbleef twee jaar in Israël en is nu onder meer verbonden aan debatcentrum De Nieuwe Liefde in Amsterdam.
De Reformatie staat aan de basis van het christelijk zionisme door de nieuwe manier van Bijbeluitleg, zei Stegeman. „Luther en Calvijn lazen de Bijbel letterlijk, ook de profetische teksten over de Joden. Daardoor ging men anders denken over de vervulling ervan.”
Al vrij snel tijdens diezelfde zestiende eeuw waren er, aldus dr. Stegeman, stemmen binnen het protestantisme te horen die pleitten voor de terugkeer van de Joden naar Israël om zo „de komst van Christus te bespoedigen.” De puriteinen beschouwden Groot-Brittannië als het nieuwe Israël, en in hun voetsporen dachten de pilgrim fathers ook zo over Amerika, aldus dr. Stegeman. „Zij vonden het voor de vervulling van de Bijbelse beloften belangrijk dat de Joden terugkeerden naar hun land. Hun mening heeft navolging gekregen.”
Dr. Stegeman maakte vanaf dat punt de stap naar de Amerikaanse predikant Jerry Falwell (1933-2007), de „vader van het christelijk zionisme.” Het christelijk zionisme is het geloof dat de moderne staat Israël de vervulling is van de Bijbelse eindtijdprofetieën en dus de steun van christenen behoeft. „Falwell vond de stichting van de staat Israël het belangrijkste moment op aarde sinds de hemelvaart van Christus. Hij zei dat Jezus pas zou terugkeren als de Joden in hun staat, het Heilige Land, zouden wonen.”
Het christelijk zionisme staat volgens dr. Stegeman aan de basis van het Joods zionisme, waarvan Theodor Herzl (1860-1904) de grondlegger is. Ze merkte op dat er bij de Joden in het verleden wel sprake was van religieus zionisme en verwees naar Psalm 137. „Het politieke zionisme, dat droomde van een eigen staat Israël, was echter niet religieus geïnspireerd. De atheïstische zionisten, die erop wezen dat de Joden in de loop van de geschiedenis altijd vervolgd zijn, pleitten voor een actievere en assertievere houding van de Joden. De stichting van een staat in Palestina was hun doel. God bestaat niet en Hij beloofde ons het land, zeiden ze.”
Het Joodse zionisme kreeg vleugels door de Balfourverklaring van 1917, waarbij Arthur James Balfour, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, zijn steun uitsprak voor de zionistische plannen voor een Joods nationaal tehuis in Palestina. De droom kwam uit in 1948. Dr. Stegeman noemde de eerste premier van Israël, David Ben Gurion, een typische vertegenwoordiger van dat zionisme. „Hij was atheïstisch, maar gebruikte wel de religieuze boeken van zijn volk. Zo kregen de religieuze termen uit de Bijbel een andere betekenis.”
De theoloog constateerde dat het Joods zionisme na de Zesdaagse Oorlog in 1967 weer religieus geladen werd. Ze noemde Hebron als voorbeeld. „Religieuze Joden gebruiken teksten uit de Bijbel voor hun aanwezigheid in deze plaats.” De stelling van het christelijk zionisme dat Joden niet in Europa thuishoren maar in Israël, vindt ze een vorm van antisemitisme. Zeker in de negentiende eeuw waren volgens haar veel christelijke zionisten antisemitisch. Ze stelde verder dat Nederland nog steeds niet goed raad weet met de Jodenhaat in het verleden en de Holocaust. „Daarom durft de Nederlandse regering de regering van Israël niet op de vingers te tikken.”