Opinie

Kerk hoeft geen succesverhaal te prediken

Zou de kerk er goed aan doen om haar leden coaching aan te bieden in de richting van persoonlijk leiderschap? Liever niet, aldus dr. Udo Doedens. Beter laten we in de kerk God Zelf aan het woord. En leren we als gemeente wat het is om uit genade te leven.

dr. Udo Doedens
7 April 2017 09:35Gewijzigd op 16 November 2020 10:15
„Talent, succes, je eigen kracht, je biografie, je authenticiteit, je esthetische gevoeligheid – ik zie hoe steeds meer mensen, al of niet gecoacht, hierin een toevlucht zoeken. Maar het zijn geen vaste waarden. Het zijn constructies die zijn onderworpen
„Talent, succes, je eigen kracht, je biografie, je authenticiteit, je esthetische gevoeligheid – ik zie hoe steeds meer mensen, al of niet gecoacht, hierin een toevlucht zoeken. Maar het zijn geen vaste waarden. Het zijn constructies die zijn onderworpen

Veel mensen zoeken naar rust met zichzelf en een vaste koers in het leven. Ze zoeken daarvoor hulp bij therapeuten, coaches en trainers. Dat heeft te maken met onze tijd, waarin tradities, gebaande paden en eeuwige waarheden gezag hebben verloren. Kennis en aangeleerde vaardigheden zijn gedevalueerd.

Ogenschijnlijk geeft de kerk aan het verlangen naar persoonlijke ontwikkeling, geen gehoor. Ze is verzonken in haar gebruikelijke taken: eredienst, crisispastoraat en vergaderingen.

De vraag is welke persoonlijke ontwikkeling we in de kerk moeten nastreven. Moeten we ervoor zorgen dat onze leden groeien in ”persoonlijk leiderschap”? Het gaat dan om een situatie waarin mensen zo veel inzicht hebben in zichzelf dat ze zich in het sociale verkeer, op het werk en thuis in het gezin kunnen redden en zelfs iets toe kunnen voegen. De vooronderstelling daarbij is dat zowel onze persoonlijkheid als de maatschappelijke realiteit dermate ingewikkeld is dat er een gids, een coach nodig is om ons de weg te wijzen.

Maatschappelijk krachtenveld

Een gesprek tussen coach en cliënt gaat vervolgens over de mogelijke levensrichtingen, over iemands persoonlijke achtergrond (karakter, aanleg en levensgeschiedenis) en de maatschappelijke realiteit. In een coachingstraject leert een cliënt zich gunstiger in het maatschappelijk krachtenveld te plaatsen.

Uiteindelijk gaat het om de afstemming van vraag en aanbod. En is een individu soms wel, soms niet geschikt is voor een bepaalde functie. De coach heeft in dit proces een rol die lijkt op die van een priester. De cliënt verlangt naar een positie waarin hij de omstandigheden beheerst, en de coach bepaalt welke ‘offers’ er nog gebracht moeten worden om zover te komen. Hij moet ook kunnen constateren wanneer de offers tot een situatie van evenwicht en verzoening hebben geleid.

Maar hoe zeker en bevrijdend is het woord van een priester die ons adviseert bij onze positionering op de markt van vraag en aanbod? Onze coach voert ons naar een niche waarvan we een ogenblik kunnen geloven dat daar onze plek is. Onze talenten ontmoeten er waardering en beloning. We zijn even ”leider”. Maar voor hoelang? Leiderschap dat zo conjunctuurgebonden is, is uiterst dubbelzinnig.

Denk aan de snelheid waarmee politici, schrijvers of bekende Nederlanders populair worden en weer in vergetelheid verzinken. De maatschappij vergunt het misschien een enkeling om een ”vaste waarde” te worden, maar de meeste mensen moeten voortdurend bijsturen om het hoofd boven water te houden.

Dubbelzinnig

De maatschappij verandert, waardoor mensen die zich eenmaal een leider hebben betoond, zich steeds geconfronteerd zien met nieuwe obstakels op de weg. Onze eigen krachten en talenten zijn niet ondubbelzinnig. De ontwikkeling van persoonlijk leiderschap is geen panacee. Je kunt wel proberen om het probleem van de spanning tussen binnen- en buitenwereld of tussen individu en samenleving op te lossen door met behulp van zelfkennis en inzicht in de buitenwereld slim stelling te betrekken, maar de dubbelzinnigheid van zowel onze buiten- als onze binnenwereld zal maken dat iedere stellingname de spanning eerder verhoogt dan doet afnemen.

In het blad van de Bond van Nederlandse Predikanten vertelde een collega vorig jaar over het coachingstraject dat hij had doorlopen: „Ik heb herontdekt waar ik energie van krijg: muziek maken, het voeren van geloofsgesprekken en schrijven. Nu ben ik heel bewust bezig deze energiebronnen aan te boren. (…) Ik heb geoefend met het systematisch vieren van successen en het dankbaar zijn voor alle mooie dingen die je ontvangt in het leven.”

Hier spreekt iemand die in zichzelf drie kwaliteiten heeft herkend waarmee hij tegenover anderen en zichzelf zijn waarde kan bewijzen, mits hij, klein voorbehoud, deze „energiebronnen” ook kan „aanboren.” Het is echter twijfelachtig dat de aangeboorde kwaliteiten de collega en zijn gemeente ook echt overtuigen. Door „systematisch zijn successen te vieren” moet hij zichzelf telkens opnieuw voorhouden dat hij het goed doet en leuk werk heeft.

Sceptisch

Het is precies de schrilheid van wat ongetwijfeld bedoeld is als een victoriekreet, die mij sceptisch maakt over de betekenis van coaching en persoonlijk leiderschap. Talent, succes, je eigen kracht, je biografie, je authenticiteit, je esthetische gevoeligheid – ik zie hoe steeds meer mensen, al of niet gecoacht, hierin een toevlucht zoeken. Maar het zijn geen vaste waarden. Het zijn constructies, middelen, die zijn onderworpen aan de conjunctuur van het leven.

Als ze niet ondersteund worden door een grond die zowel onze binnen- als buitenwereld draagt en verbindt, zijn het verborgen of evidente vormen van vertwijfeling.

Leven tot eer van God

In de kerk is niet de vraag welke plaats we in de wereld moeten innemen en hoe we ”leider” kunnen worden, maar hoe we tot eer van God kunnen leven. Als we God ontmoeten, bij voorbeeld in de figuur van Jezus Christus, blijkt echter dat Hij voor ons een plaats op aarde heeft bestemd in verbinding met heel Zijn schepping. Wijzen wij vervolgens de zonde en de afgoderij af, dan mogen we rekenen op Gods hulp in leven en dood.

We zijn dan naar de wetten van de aardse natuur (”het vlees”) gestorven, maar leven in de kracht van Gods Geest als leden van een gemeente en als medewerkers van God in de schepping.

Alle aardse goederen die ons vervolgens ten deel vallen, ook al zijn ze weinig in aantal en gering in aanzien, zijn goede gaven die van boven neerdalen „van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer. (Jakobus 1:17, HSV). Ze zijn gegeven uit liefde en dienen tot liefde.

Onder die gaven vallen zeker ook onze talenten, maar de betekenis van die talenten moeten we zoeken in hun herkomst bij God. Het zijn geen aardse bewijzen van onze statuur of middelen om onszelf te laten gelden; het zijn instrumenten onder vele andere waarmee Gods Geest de aarde ertoe wil bewegen God te loven.

Niet van onszelf

Terug naar het begin. Zou de kerk er goed aan doen haar leden coaching aan te bieden in de richting van ”persoonlijk leiderschap”? De kerkdienst en de andere kerkelijke activiteiten zijn immers niet erg uitdagend en inspirerend. Toch drukken de bestaande kerkelijke activiteiten nog altijd beter uit waar het in de kerk om gaat dan coaching en persoonlijk leiderschap.

In de kerkdienst komt immers nog steeds God Zelf aan het woord. Wij worden er aangesproken als gemeente en als eerstelingen van een nieuwe schepping. Ook in veel kerkelijke activiteiten, van het diaconaat en het gewone pastoraat tot aan de vergadercultuur toe, werken we vanuit de vooronderstelling dat wij dubbelzinnige en zondige wezens zijn, met deugden en kwaliteiten die zonder God ijdelheid en afgoderij genoemd moeten worden. Wij kunnen niets beters doen dan ons naar Gods liefde te richten, zonder ons druk te maken over de vraag of we in de wereld relevant zijn of ”het verschil maken”.

Het gedachtegoed van het persoonlijk leiderschap maakt ons daarentegen bezorgd over onszelf en geeft aanleiding ons onder te dompelen in onze eigen ervaringen, onze eigen biografie en onze eigen mooie gevoelens.

Het is waar dat in de kerkelijke praktijk de spiritualiteit waarin mensen een vaste waarde ontlenen aan Gods genade, aan hun plaats in Zijn schepping en Zijn gemeente, vaak een dode letter is. Verdieping, verandering en bekering zijn noodzakelijk. Maar laten we dan persoonlijk en als gemeente nagaan wat het betekent uit genade te leven en in gemeenschap te leven en in Gods schepping te leven. Daar zou ik wel coaching bij kunnen gebruiken.

Maar als een coach mij blij wil maken met mezelf en met mijn werk, zelfs als het gebeurt onder verwijzing naar God, Die mij zo mooi en zo vol talenten heeft geschapen, dan leidt mij dat in verzoeking. Want wij leven niet voor onszelf en wij zijn niet van onszelf, wij zijn van Christus, en Christus is van God (1 Korinthe 3).

De auteur is predikant in de protestantse kerk in Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer