In Rome wacht de wedergeboorte van de EU
Rome is niet op één dag gebouwd, maar brandde wel in een dag af. Met die wetenschap nemen de EU-leiders zaterdag in de Italiaanse hoofdstad een verklaring aan over de nabije toekomst van de EU.
Nu de Britten afscheid nemen van de Europese familie en eurosceptici in Frankrijk en Duitsland hun kans ruiken, moet het roer om. De door de regeringen ondertekende Verklaring van Rome moet de burger weer vertrouwen geven.
De top stond al een tijd gepland. Precies zestig jaar geleden, op 25 maart 1957, zetten in de Sala degli Orazi e Curazi (de zaal van de Horatiërs en Curatiërs) in het stadhuis van Rome de zes grondleggers van wat nu de Europese Unie heet, waaronder Nederland, hun handtekening onder het Verdrag van Rome.
Het had dus eigenlijk een feestelijke verjaarspartij moeten worden. Dat hebben de Britten een beetje vergald en premier Theresa May is er ook niet bij. „Het is geen geheim dat op dit historische moment een meer diepgaande en solide denkoefening is vereist over de uitdagingen voor de unie op korte en middellange termijn”, schreef EU-president Donald Tusk in zijn uitnodiging aan de 27 staatshoofden en regeringsleiders.
Na een onvermijdelijke ceremonie met ronkende jubileumspeeches moet duidelijk worden waar de denkoefening over een ‘nieuw’ Europa toe heeft geleid. Premier Rutte en zijn collega’s worden in dezelfde zaal als weleer geacht te tekenen voor de belofte de EU de komende tien jaar veiliger te maken, welvarender, duurzamer en socialer. En transparanter.
Als een groep landen hechter wil gaan samenwerken om dat te bereiken, kan dat, blijkt uit gelekte ontwerpteksten. Zolang het de achterblijvers niet schaadt. In feite gebeurt dat al, zoals met het Schengengebied zonder binnengrenzen en de eurozone.
De onderhandelingen zijn al een tijdje gaande, maar lopen niet op rolletjes. Polen en Griekenland lijken de boel te dwarsbomen. Een brandje is zo aangestoken.
Vrijdagavond gaat de club van 27 gezamenlijk eerst nog naar het Vaticaan. Misschien is een pauselijke zegen voor het Europese project niet overbodig.