Heerlijke vervulling
Genesis 17:1b
„Ik ben God de Almachtige; wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht.”
Tot verduidelijking van de geestelijke beloften dienen ook de volgende beloften: „Ik zal u zegenen en uw naam groot maken, en wees een zegen! En Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden” (Genesis 12). Insgelijks: „Vrees niet, Abram, Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot” (Genesis 15). Insgelijks: „Ik zal u meer kinderen geven dan sterren aan de hemel en zand aan de zee, en gij zult een vader van vele volken worden” (Genesis 17 en 22). Uit al deze beloften kunnen wij gemakkelijk opmaken wat God bedoelt met Zijn toezegging: „Ik zal u tot een God zijn”, en dat deze beloften aan Abraham en zijn zaad niet slechts vleselijk, maar ook geestelijk zijn. Want onze Heere Jezus Zelf, zoals ook Paulus aan de Galaten (hoofdstuk 3) uitlegt, is aan Abraham beloofd, waarin alle volkomenheid, gerechtigheid, heiliging, leven, verlossing, betaling en eeuwig heil zijn. „Uit wiens volheid wij allen ontvangen hebben genade voor genade.” „Want het is des Vaders welbehagen geweest dat in Hem al de volheid wonen zou en dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed van het kruis, zou verzoenen alles wat in de hemel en op de aarde is” (Kolossenzen 1). Hierin bestaat de erfenis en het goed, door dit eeuwig testament aan alle gelovigen vermaakt.
Heinrich Bullinger, predikant te Zürich
(”Het verbond”, 1537)