Alleen praten over bloot en seks op internet niet genoeg
Kinderen zien op jonge leeftijd steeds vaker seksuele beelden op internet. Het is belangrijk om daar met kinderen over te praten, stelt Bert Jan Peters. Maar zorg dan ook voor een goed filter.
Begin deze week publiceerde Rutgers, het nationale kenniscentrum seksualiteit, in samenwerking met het NOS Jeugdjournaal een onderzoek waaruit blijkt dat kinderen tussen de negen en de twaalf jaar steeds vaker seksuele beelden op internet tegen komen. Variërend van blote borsten, geslachtsdelen tot mensen die seks met elkaar hebben; ze zien van alles. Het onderzoek laat zien dat 39 procent van de kinderen seksueel getinte beelden te zien krijgt als ze naar iets anders op zoek zijn.
Verwonderlijk is dat niet, en nieuw evenmin. Een uitgebreide Amerikaanse studie uit 2002, getiteld ”Youth, Pornography and The Internet”, gaat in op de mate waarin kinderen in de leeftijd van zeven tot zeventien jaar geconfronteerd worden met pornografische beelden, wat het effect ervan is en welke beschermingsmaatregelen kunnen worden genomen.
Een eenvoudig antwoord was toen niet voorhanden en is dat ook vandaag nog niet. Sinds 2002 is de situatie alleen maar complexer geworden. Kinderen raken op steeds jongere leeftijd vertrouwd met internet.
De onderzoekers van Rutgers wijzen erop dat het open(hartige) gesprek over seksualiteit en internet binnen het gezin cruciaal is. Ook uit recent onderzoek van Kliksafe blijkt dat kinderen die met hun ouders praten over mediagebruik, zich meer bewust zijn van én beter omgaan met onlinerisico’s.
Gelukkig praten de meeste kinderen over onprettige online-ervaringen. Maar er zijn ook kinderen die met niemand over seksuele beelden praten. Onderzoekers stellen dat hoe ouder kinderen zijn, hoe minder vaak ze het aan iemand vertellen. Een kwart vertelt er niets over.
Noodzakelijk
Behalve voor het gezin is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de school. De leerkracht op de basisschool is bij uitstek geschikt om in een open en ontspannen sfeer internetgedrag aan de orde te stellen. Ingebed in het lesprogramma.
Het is schokkend om te lezen dat bij 40 procent van de leerlingen uit groep 8 dit niet gebeurt. In een omgeving waarin internet zo’n grote rol speelt, worden onze kinderen en jongeren niet toegerust voor de gevaren die onbegrensd internet met zich meebrengt.
Praten met je kinderen en voorlichting in de klas zijn echter niet voldoende. Internet is overal. En overal kunnen kinderen worden geconfronteerd met beelden die niet voor hen geschikt zijn. Met een enkele muisklik kunnen kinderen op websites terechtkomen die schokkend voor hen zijn. Bescherming is meer dan ooit noodzakelijk.
En juist op dit punt lopen de meningen sterk uiteen. Een filter op de computer is niet de oplossing, wordt vaak gezegd. Er zou vooral met de kinderen gepraat moeten worden over de onlinegevaren.
Uiteraard moet het open gesprek onderdeel zijn van de seksuele opvoeding. Dat zal niemand ontkennen. Maar het gesprek sluit het gebruik van een filter niet uit. Om dezelfde reden dat je een hek om het balkon plaatst en een reling langs het schip. Als ouder wil je voorkomen dat iemand overboord valt en verdrinkt. Hoe goed hij of zij ook kan zwemmen. En ja, natuurlijk kun je nog steeds van het balkon vallen of overboord slaan. Maar de reling staat er wel.
In de gaten
Onlangs was ik op een rondvaartboot op een van de randmeren bij Elburg. Behalve de vele volwassenen was er ook een aantal kinderen op de boot. Het viel mij op dat de ouders van die kinderen hun kroost zeer goed in de gaten hielden, zodat ze niet te dicht bij de reling zouden komen. Ondanks de reling wezen die ouders hun kinderen op het gevaar van het overboord slaan.
De analogie lijkt mij duidelijk. Zorg als ouders en school voor een goede bescherming op internet. Leg kinderen uit waarom zo’n internetfilter wordt gebruikt. Bied thuis en in de klas zowel bescherming als begeleiding. Internetgebruik hoort bij de voorbereiding op de maatschappij. Laat die leeromgeving dan ook veilig zijn voor de kinderen. Net als op het schip met die reling.
De auteur is directeur van internetprovider Kliksafe.