Obama ontkent afluisteren Trump
Barack Obama heeft zaterdag ontkend dat hij als president zijn opvolger Donald Trump heeft laten afluisteren. Zijn woordvoerder zei dat elke zinspeling op het afluisteren van burgers in opdracht van Obama „onjuist” is.
„Het was een fundamenteel beleid van het Obama-bestuur dat een functionaris van het Witte Huis zich nooit mengde in een onafhankelijk onderzoek dat in opdracht van het ministerie van Justitie werd uitgevoerd”, zei de woordvoerder.
Eerder zaterdag had Trump zijn voorganger in een reeks tweets beschuldigd van het laten afluisteren van zijn telefoon. Het zou gaan om telefoongesprekken die Trump in de Trump Tower in New York voerde in de aanloop naar de verkiezingen van november 2016. Volgens Trump heeft het afluisteren niets opgeleverd. Trump noemde Obama „een slechte/zieke kerel” en vergeleek het vermeende afluisteren door Obama met de Watergate-affaire, het afluisterschandaal dat in het begin van de jaren zeventig leidde tot de val van president Richard Nixon.
„Dit is mccarthyisme”, aldus Trump in een verwijzing naar de heksenjacht die de Republikeinse politicus Joseph McCarthy in de jaren vijftig van de vorige eeuw op touw zette tegen Amerikanen die hij verdacht van communistische sympathieën.
Hij kwam niet met bewijzen op de proppen om zijn beschuldigingen aan het adres van Obama te onderbouwen. Volgens de krant The Washington Post heeft Trump mogelijk uitgehaald naar aanleiding van berichten op de uiterst rechtse nieuwssite Breitbart. Op de site werd gesuggereerd dat Obama in het najaar „methodes van een politiestaat” had gebruikt om het team van Trump in de gaten te houden.