EO wil visie op Bijbel aan de orde stellen
„Jongeren lézen de Bijbel niet, maar beléven deze. De zorg is: hoe krijg je ze aan het lezen? Maar ook binnen de kerk wordt het gebruik van de Bijbel sterk minder. En áls je mensen aan het lezen krijgt, dan wordt het hoog tijd om, ook in orthodoxe kerken, de moeilijke vraag te stellen: hóé lees je de Bijbel?”
Dat stelde EO-voorzitter ds. A. van der Veer dinsdag tijdens de presentatie van het eerste deel van de Studiebijbel Oude Testament (SBOT). Hij kreeg als eregast het eerste deel over Genesis en Exodus overhandigd tijdens een presentatiebijeenkomst in Ede, waarbij ook de gereformeerde emeritus hoogleraar prof. dr. H. N. Ridderbos aanwezig was.
Als er één omroep is die aandacht gegeven heeft aan de Bijbel en aan de uitleg daarvan, dan is het wel de EO, vindt ds. Van der Veer. In zijn komende jaarrede voor de omroep stelt hij de kwestie ”EO en de Bijbel” aan de orde. „In het begin van de geschiedenis van de EO was er veel aandacht voor schriftbeschouwing en -kritiek, resulterend in de serie Theologische Verkenningen en de bijbelstudies van Henk Binnendijk, maar daarna is het wel stil geworden. De cultuur van deze tijd is beleving. Ouderen bestuderen de Bijbel, jongeren beleven de Bijbel, zei iemand eens. Onze zorg is om mensen weer aan het lezen te krijgen. Op de EO-jongerendag 2005 willen we in overleg met het NBG aan iedere bezoeker een Bijbel aanbieden, in de nieuwe vertaling.”
Ds. Van der Veer vindt het belangrijk om te lezen wat er staat, maar nog moeilijker is: hoe leg ik de Bijbel uit? „Wat betekent trouw aan Gods Woord? Daarop krijg ik verschillende antwoorden.”
Hij verwees naar de vrijgemaakt gereformeerde bundel ”Woord op schrift” en naar artikelen van prof. W. J. Ouweneel, maar ook naar uitlatingen van L. M. P. Scholten en SGP-kamerlid C. G. van der Staaij naar aanleiding van de omstreden publicatie ”De weg van de moslim”. „Zij zeggen: Wat daar staat, dat geldt niet meer voor ons. Maar dan vraag ik: Wel of geen lange broek? Wat geldt nu wel en wat geldt niet? Hoe lezen we de Bijbel? Het wordt tijd dat mensen, die buigen voor Gods Woord ook elkaar gaan helpen met de vraag: hoe lezen we de Bijbel dan? Sommigen zeggen dat ik bezig ben met een tijdbom, maar ik wil dit onderwerp toch aan de orde stellen. Het is van groot belang om dat gesprek veilig te voeren.”
Het eerste deel van de SBOT heeft „duizenden beslissingen gekost, negentien redactievergaderingen, stapels papier en sloten koffie”, aldus redacteur ds. H. C. Bette. Dr. M. J. Paul, redacteur en hoofdauteur van de serie, gaf een introductie op het eerste deel en zette de opzet van de serie uiteen.
De digitale mogelijkheden zijn achterliggende jaren immens geworden. De websites die meer informatie bieden over bepaalde onderwerpen worden op de site van het Centrum voor Bijbelonderzoek (CVB), de uitgever van de studiebijbel, vermeld. Wie bijvoorbeeld meer wil lezen over schepping en evolutie wordt verwezen naar organisaties die daarin gespecialiseerd zijn. Naar verwachting zal de studiebijbel in oktober dit jaar digitaal beschikbaar zijn.
„Religie is in op internet”, zo stelde redacteur drs. G. van den Brink. „Wij willen via de digitale weg de Bijbel openleggen voor alle zoekers.” Ruim 6000 personen raadplegen maandelijks de site van het CvB. „In Amerika zijn er 3 miljoen mensen die dagelijks surfen in allerlei religieuze sites. Wat nu in Amerika gebeurt, komt over een paar maanden in Nederland. Het is een kwestie van tijd.”
Van den Brink zag het als een enorme winst van de digitale versie van de studiebijbel dat mensen nu via een of meer muisklikken woorden of woordcombinaties in de gehele Bijbel kunnen zoeken en thematische studies verrichten.
Dr. J. Hoek, bestuurslid van het CvB, benadrukte aan het einde van de bijeenkomst de eenheid van het Oude en het Nieuwe Testament, maar ook het tegoed van het Oude Testament. „De geschriften van het oude verbond zijn in Christus vervuld, door kruis en opstanding heengehaald. Ze hebben niet afgedaan, maar zijn nog voluit geldig.”