Dr. De Leede: Functieverlies prediking door ontkoppeling van avondmaal
Het verlies van de eenheid van prediking en heilig avondmaal is een belangrijke oorzaak van het functieverlies van de preek in het protestantisme. Dat betoogde dr. H. de Leede vrijdag in Amsterdam tijdens de presentatie van een handboek over de prediking. De prediker moet volgens hem vooral een „zielkenner” zijn.
Aanleiding tot de bijeenkomst was de verschijning van ”Ontvouwen. Protestantse prediking in de praktijk” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer) van dr. Bert de Leede en dr. Ciska Stark. De organisatie lag in handen van PreekWijzer.nl, digitaal platform voor preekvoorbereiding, in samenwerking met Areopagus/IZB en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).
Dr. De Leede gaf eerst een statement af door de preek te typeren als „een gooi naar de ziel”, ontleend aan een uitspraak van de in 2013 overleden Leidse ethicus prof. Gerrit de Kruijf. „De preek is een godsdienstige praktijk, waarin de prediker hoopt, verwacht, bidt, wanhoopt op momenten dát het gebeurt en de gooi raak is.”
Maar óf het gebeurt, daar heeft de prediker geen zeggenschap over. „Voorspelbaar is het in elk geval niet. De preek als een gooi naar de ziel vraagt van de prediker dat hij een zielkenner is, van de eigen ziel en van die van zijn hoorders. In ons boek besteden wij niet voor niets veel aandacht aan de spiritualiteit van de prediker.”
Dr. De Leede benadrukte het sacramentele karakter van de bediening van het Woord, de preek. „Weten wij, protestanten, wel waar we het over hebben als we spreken over Christuspresentie in de eredienst? Er is een hernieuwd zicht nodig op wat er gebeurt in de kerkdienst.”
Niet maakbaar
Prof. dr. Marcel Sarot (Tilburg University) belichtte als rooms-katholiek de presentie van Christus in de eredienst. Het is in Woord en sacrament dat Christus present is, en met Woord bedoelde Sarot niet de verkondiging, maar de lezing uit de Heilige Schrift. „De preek heeft zijn plaats in de beweging van Gods initiatief, zoals uitgesproken in Zijn Woord, en de bezegeling, zoals die plaatsvindt in het sacrament. Een sacrament is een symbool, een teken, dat verwijst naar Gods genade en die ook bewerkt. De werking van het sacrament is onafhankelijk van het geloof van de bedienaar.”
Prof. Sarot benadrukte het onderscheid tussen preek en sacrament. „Aan het ontvangen van een sacrament gaat een jawoord van de gelovige vooraf, aan het ontvangen van de preek niet. Die is er voor iedereen, voor alle aanwezigen. Het is daarom misleidend en zelfs een geval van gevaarlijke overdrijving om de preek het sacrament bij uitstek te noemen, zoals het boek ”Ontvouwen” stelt. Daarmee suggereer je dat we er met de preek al zijn.”
Prof. Sarot had het gevoel dat het boek te veel de suggestie wekt van de maakbaarheid van de preek. Ook de rol van het gebed in de preekvoorbereiding vindt hij wat tekortschieten. „Ik denk dat bidden geleerd moet worden, ook het bidden in de preekvoorbereiding, en dat studenten daar behoefte aan hebben.”
Dr. Theo Pleizier (PThU, Groningen) stelde de vraag: „Kun je leren preken?” „Hoe je leert preken, is een keerzijde van hoe je leert luisteren. Hoe je over God leert spreken in je eigen preken, is een keerzijde van hoe je in preken de Naam van God hebt leren noemen.”
Echt preken leer je door het veel te doen, aldus dr. Pleizier. „In het preken opent de predikant het gesprek tussen Schrift en hoorder. Maar de preek opent ook een gesprek tussen de hoorders onderling, tussen de hoorders en de predikant en tussen de predikant en zichzelf. Je hebt de hoorder nodig als ‘ander’ om zelf authentiek te spreken en verantwoord te werken. Zo kun je ook de vervreemding in jezelf en in je eigen preekpraktijk leren aanpakken.”
Waarheid spreken
Prof. dr. Marcel Barnard (PThU, Amsterdam) stelde dat het in deze tijd aankomt op ware woorden. „De preek is daarvoor wellicht een wat ouderwets, maar nog altijd ijzersterk medium, mits we die niet reduceren tot vrome peptalk voor de eigen club. Sterker dan ooit ervaar ik dat het belangrijk is om in zeeën van leugens en propaganda, van verdeeldheid en haat, de waarheid te spreken.”