Buma: Rare taakopvatting VVD-Kamerleden
Ook Buma (CDA) mengt zich in het interruptiedebat: „Ik heb in toenemende mate moeite met de taakopvatting van Kamerleden van de VVD. Vroeger verdedigde Kamerlid Van der Steur ‘zijn’ minister Opstelten. Nu pakt de heer Zijlstra precies dezelfde rol. Maar wij als Kamerleden moeten de regéring controleren, niet elkaar.” Buma stelt dat de opmerkingen die Van der Steur destijds bij de schriftelijke antwoorden van Opstelten maakte, onmogelijk bedoeld kunnen zijn om de Kamer beter te informeren. Al die opmerkingen lijken eerder bedoeld om de Kamer mínder te laten weten, vindt de CDA-leider.
Zijlstra erkent dat de aantijgingen die journalist Haan aan Van der Steur maakt „ernstig en zeer zwaar” zijn, en dat de minister met een goed antwoord moet komen. „Maar pas daarna geef ik over de kwestie een oordeel”.
Segers (CU) laat merken dat hij het onvoldoende vindt dat Van der Steur, met verwijzing naar pagina 149 van het rapport Oosting II, beweert dat hij voldoende openheid heeft betracht.
Pechtold vindt dat de VVD juist al wel snel een oordeel heeft gegeven over het boek van Haan, omdat de liberalen al meteen wisten dat dit boek „een nieuwe feiten” bevatte, „niks nieuws, alles is al onderzocht”. „Hoe kan de Heer Zijlstra dan nu beweren dat het om ‘zeer zware’ aantijgingen gaat?”