Theo Visser: Stefan Paas bewijst kerkplanter geen goede dienst
Te zuinig en te negatief. „Stefan Paas bewijst in al zijn oprechtheid kerkplantingen geen goede dienst”, vindt gemeentestichter Theo Visser, directeur van de kerkplantingsorganisatie Intercultural Church Plants (ICP) Nederland.
Visser reageert op het artikel ”Kerk mag best klein blijven” in deze krant.
„Stefan Paas gaat te veel voorbij aan de cijfers die er wel zijn”, aldus Visser. „Hij maakt te veel versmallingen van de werkelijkheid. Ook kijkt hij te sterk naar de seculiere Nederlander, terwijl de doorsnede van onze bevolking veel veelkleuriger is. Naar mijn vaste overtuiging helpen we de zaak van het Koninkrijk meer door elkaar aan te sporen om onze ogen, ondanks de zichtbare feiten, te richten op de God Die doden levend maakt.”
Visser voelt zich met Paas „verbonden in Christus”, maar ze zijn het vaak „hartelijk oneens” met elkaar, zegt hij. „Paas is huiverig voor groeicijfers en zegt dat die in de West-Europese context nauwelijks te krijgen zijn. Door mijn werk in Europa en de vele contacten die ik heb met allerlei kerkplanters twijfel ik daaraan.”
Visser, die vanaf juli aan de slag gaat als directeur van ICP Europa, wijst onder meer op een onderzoek van Alrik Vos naar groeicijfers in Nederland. „Draagt kerkplanting vrucht? Tegenover de cijfers van de gemiddelde groei van kerken van één bekeerling op 700 à 800 kerkleden per jaar was de conclusie dat in kerkplantingen de verhouding op één op 50 ligt. Natuurlijk moeten we niet eenzijdig op die cijfers focussen, maar het laat duidelijk zien dat kerkplanting wel degelijk verschil maakt.”
Volgens hem geeft Paas regelmatig versmallingen van de werkelijkheid – om die vervolgens af te serveren. „In Nederland ken ik nauwelijks kerkplanters die zich blindstaren op modellen. Over het algemeen leeft een breed besef dat er verschillende elementen zijn voor groei, zoals Paas in zijn metafoor van tuinieren aangeeft: het hangt af van de grond (de ontvankelijkheid van mensen), het zaad (het Evangelie), de zaaier (ervaring en kennis) en vooral God, Die de groei geeft en zelfs de meest harde aarde open kan breken. Wie zo met tranen zaait, zal zeker juichend vruchten maaien.”
De hoogleraar missiologie zou daarnaast breder moeten kijken en meer oog voor migrantenkerken moeten hebben, vindt Visser. „Die zijn er volop en halen ook missionaire winst binnen. Misschien versmalt Paas de werkelijkheid door vooral zijn oog te richten op seculier denkende Nederlanders. In de interculturele kerken die ik geplant heb zien worden, is het de combinatie van het bereiken van Nederlanders en medelanders die in de praktijk heel sterk blijkt te zijn. En in feite is dit niet anders dan het planten van kerken die een dwarsdoorsnede zijn van de samenleving.”
Het baart de ICP-directeur zorgen dat hij „soms een zuinige houding lijkt te ontmoeten als het gaat over de groei van het Koninkrijk. „Het is minimaal en het zal ook minimaal blijven”, stelt Paas. Dat staat voor mij op gespannen voet met de essentie van het geloof. Paulus zegt: „We richten ons oog niet op wat we zien, maar op wat we niet zien.” Net als Paas lijd ik aan het zien van die gebroken zichtbare werkelijkheid en worstel daar intens mee. Maar ik deel zijn oplossing niet. Ondanks wat we zien in deze duistere werkelijkheid richten we onze ogen op Gods werkelijkheid. En daardoorheen verandert Hij deze zichtbare werkelijkheid.
Zal dat in groten getale gebeuren? Ik laat dat graag aan God over. Maar ik meen te zien dat onze levende Heere ook in deze tijd krachtig met Zijn Heilige Geest wil werken. Hij wil zorgen dat we regelmatig mensen tot bekering en geloof zien komen. En op hun beurt zullen deze mensen weer anderen met die ‘vlam’ aansteken.”