Kabinet: stoffelijke resten MH17 prioriteit
Voor het kabinet is en blijft het een prioriteit dat nabestaanden van de slachtoffers van rampvlucht MH17 persoonlijke eigendommen en stoffelijke resten van hun geliefden terugkrijgen. Dat schrijft minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) vrijdag aan de Tweede Kamer.
De minister reageert daarmee op de vondst van een stukje bot van één van de passagiers van de rampvlucht en de verontrusting hierover bij nabestaanden. Van der Steur zegt dat politie en OM nog onderzoeken waar en wanneer de vondst door de Nederlander Michel Spekkers is gedaan.
Op basis van de uitkomst van dit onderzoek zal een inschatting worden gemaakt van de kans dat er meer stoffelijke resten gevonden kunnen worden, aldus Van der Steur.
Het rampgebied in Oost-Oekraïne was zo’n 50 vierkante kilometer groot. Met de lokale bevolking zijn afspraken gemaakt om achtergebleven resten of spullen afkomstig van de slachtoffers in te leveren bij een aantal contactpersonen. Naar aanleiding van de vondst en de berichtgeving zal Nederland de lokale autoriteiten vragen aandacht te blijven houden voor die afspraken.
Nabestaanden lieten vorige week weten dat het voor hen onverdraaglijk is dat er mogelijk nog steeds menselijke resten in Oekraïne liggen. Voorzitter Evert van Zijtveld van Stichting Vliegramp MH17 zei dat een nieuwe bergingsmissie niet moet worden uitgesloten, mocht die nodig blijken.