In Leeuwarden hoor je hoe het Lutherlied écht moet klinken
Het Luther- en Reformatiejaar 2017 zet de schijnwerpers voluit op het lutherse gedachtegoed. Dat merken ze ook in Leeuwarden, waar zich de enige Friese lutherse gemeente bevindt. Deel 1 van een driedelige serie ”Luther en Friesland”.
Wie de kerkenraadskamer van de lutherse gemeente in Leeuwarden binnenstapt, proeft en voelt de historie. Hier hangen, in drie schilderijen, de namenlijsten van kerkenraadsleden en predikanten van vele eeuwen. Daarnaast de volledige 95 stellingen van Maarten Luther (1483-1546) tegen de aflaathandel. ”22 juli 1681”, staat opgetekend als officiële oprichtingsdatum van de zelfstandige lutherse gemeente in de Friese hoofdstad.
Wim Maurer (70), kerkrentmeester sinds 2008, heeft een heel voorgeslacht –zes namen– aan familieleden op de lijsten staan. Zoals Johan Wilhelm Maurer (1800-1882), die kerkenraadslid was van 1829 tot aan zijn dood – maar liefst 53 jaar. Opgeteld dienden de Maurers de Leeuwarder gemeente 143 jaren; het dienstwerk van organist Johan Christiaan Maurer (1909-1968) nog niet eens meegeteld. „Het kón niet anders dan dat ik na het overlijden van mijn vader Dirk in 2007 ook iets voor de gemeente ging doen. Ik voelde gewoon dat ik daartoe geroepen werd”, vertelt Wim Maurer bewogen.
Zeventiende eeuw
Leeuwarden en de lutheranen, het is een verhaal dat teruggaat naar de zeventiende eeuw. Wie daar alles van weet, is kerkenraadslid Nico Pellenbarg (72). Iemand met een encyclopedische kennis van de lutherse geschiedenis. „Het is lang tegengehouden dat in Leeuwarden een lutherse gemeente zou komen. Dat kwam doordat de gereformeerden, de calvinisten, het niet wilden.”
Zo is er het verhaal van de zwervende lutherse predikant ds. Joannes Daraeus, die bij de Friese Staten aanklopte om openlijke samenkomsten toe te staan van lutheranen. Hij kreeg nul op het rekest. De lutherse godsdienstbeoefening moest maar in het geheim plaatsvinden – waarbij Gedeputeerde Staten dan wél een oogje zouden dichtknijpen. „Daarom hielden de lutheranen in de stad huissamenkomsten aan het Zaailand. Waar precies is niet meer te achterhalen.”
In 1680 vonden de lutherse gelovigen dat het genoeg was geweest. Ze bouwden een kerk, op de plek waar ook het tegenwoordige godshuis staat. Echter, die eerste kerk moest op gezag van de Leeuwarder magistraten „steen voor steen” weer worden afgebroken.
Toen greep de ambassadeur van Zweden in. Die stapte naar de Friese Staten en wist te bewerkstelligen dat er een zelfstandige lutherse gemeente gesticht mocht worden. Een jaar later was het zo ver, bij „resolutie van 22 juli 1681.” Voorwaarde: er mocht géén klok worden geluid en ze moesten maar beginnen in een particulier huis. De gemeente telde bij stichting 300 tot 400 zielen. Op de fundamenten van de gesloopte kerk verrees daarom al snel een nieuwe kerk. Een groot gedenkbord van jonkheer Andreas Möller, die de kerk betaalde, hangt nog altijd in de kerk. De weldoener ligt er ook begraven.
Verwondering
Wie de huidige kerk (uit 1774) aan de Nieuwe Oosterstraat binnenstapt, ziet eeuwen geschiedenis liggen. Ds. Jan van Twist (67), tot twee jaar geleden hier predikant, krijgt dat ook vaak te horen. De verwondering over de verscholen kerk in het stadscentrum. „Dan zeggen mensen: Ik loop hier bijna elke dag langs, maar ik heb nooit geweten dat hier een kerk was!”
Het Lutherjaar, waarin herdacht wordt dat 500 jaar geleden een beslissende aanzet gegeven werd tot de Reformatie, biedt de Leeuwarder gemeente nieuwe kansen om naar buiten te treden. Op 31 oktober hield ds. Van Twist bijvoorbeeld een lezing over het onderwerp Luther en Europa. „De invloed van Luther is vele malen groter dan mensen beseffen, niet alleen op het terrein van de kerk, maar ook op dat van goed onderwijs, democratie en het bevorderen van de gelijkheid tussen alle mensen.”
De predikant merkt dat het eigen geluid van de lutheranen weer meer gehoord mag worden. Sinds de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in 2004 vorm kreeg door de fusie van gereformeerden, hervormden en lutheranen dreigden lutheranen wat „weggemoffeld” te worden in dat grote geheel. Door het Reformatiejaar zie je het tegenovergestelde gebeuren. Er wordt weer met een zekere fierheid over het lutheranisme gesproken. Mede door Margriet Gosker, die als kwartiermaker het Reformatiejaar in het hele land aanjaagt, vult Pellenbarg aan.
Ds. Van Twist meent dat het duidelijke verschil met Friese PKN-gemeenten (van hervormde en gereformeerde achtergrond) toch de wijze is waarop het kerk-zijn in Leeuwarden wordt beleefd. „In veel dorpen en steden heb je „de kerk, de school en de sportvereniging.” Daar centreert alles zich en treffen mensen elkaar, soms bijna dagelijks. In Leeuwarden is de lutherse gemeente er voor heel de provincie, en daarmee wordt de kerk meer dé ontmoetingsplek.” Dat maakt dat er „een gevoel van verbondenheid” is. De kerk voelt voor sommigen als een huiskamer waar je zo even kunt binnenlopen. De provincie is opgedeeld in vier kringen: Stiens (Leeuwarden), Drachten, Harlingen en Zuidwest, waar gemeenteleden elkaar ook treffen. Twee keer per jaar krijgt ieder ouder gemeentelid (van boven de zeventig) een bezoek met een bloemetje. Zo wordt ook veel „wel en wee” gedeeld.
Het aantal leden in Leeuwarden is ongeveer 200. Nico Pellenbarg: „Een derde van hen is boven de zeventig jaar. Het gemiddeld kerkbezoek ligt tussen de 25 en de 30 bij gewone diensten.” Kinderen en tieners zijn er wel, maar die zijn, zodra ze ouder worden „moeilijk vast te houden.”
De begintijd van de kerkdienst op zondag, 10.00 uur, is voor sommige ouderen te vroeg, zegt ds. Van Twist. „Daarom hebben wij ook leden, bijvoorbeeld in Workum, die naar de plaatselijke PKN-gemeente gaan, maar wel bij ons staan ingeschreven.”
Wim Maurer vindt dat, hoe relatief klein de groep van Friese lutheranen ook mag zijn –of worden–, de inzet moet zijn om als zelfstandige kerk door te gaan. „We zijn niet een rijke kerk. We moeten het doen met de liquide middelen die we hebben. We mogen ook maar voor 30 procent een nieuwe predikant beroepen. Wat je wel ziet is dat de betrokkenheid groot is. Als er ergens geld voor moet komen, dan wordt dat opgebracht met elkaar.”
Muziek is belangrijk in de kerkdiensten en het gemeente-zijn. „We hebben twee organisten die allebei aan het conservatorium gestudeerd hebben: Afke Burghgraef en Catherine de Vries. Als je het Lutherlied ”Een vaste burcht is onze God” hoort in sommige kerken, dan denk je: Kom eens bij ons. Dan hoor je pas écht hoe dat gespeeld moet worden”, aldus Maurer. Leeuwarden kent sinds 1909 een luthers kerkkoor met zo’n vijftien leden, vertelt Pellenbarg; hij is er zelf een van.
Ds. Van Twist, oorspronkelijk van hervormden huize, merkte algauw dat het gemoedsleven van de lutheraan anders is. „Er is altijd een vrolijke lichtheid. Wat er ook gebeurt in het leven, je weet dat je door Gods genade elke dag weer verder kunt en mag.” Dus een boodschap van hoop – in plaats van neerslachtigheid over secularisatie en zorgen om de (kerkelijke) toekomst.