Scheidend pinkstervoorman Sleebos: Relatie met kerken sterk verbeterd
De relatie tussen de pinksterbeweging en de gevestigde kerken in Nederland is een stuk beter dan vroeger. „Wat wij benadrukken, de Persoon en het werk van de Geest, is niet iets exclusiefs voor de pinksterbeweging, maar bedoeld voor heel de kerk”, zegt scheidend pinkstervoorman Peter Sleebos.
Sleebos nam zaterdag –na twintig jaar– afscheid als voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), voorheen de Broederschap van Pinkstergemeenten (BPG). De VPE ontstonden in 2002 als gevolg van een fusie van de BPG en de Volle Evangelie Gemeenten in Nederland. De VPE groeiden uit tot een verband van 130 gemeenten met nu zo’n 20.000 leden.
Het afscheid bestond uit een symposium getiteld ”Mijn droom, 100 jaar later”. Het thema verwijst naar de droom van William Seymour, een van de stichters van de pinksterbeweging. Machiel Jonker neemt als vicevoorzitter tijdelijk de algemene leiding van de VPE op zich. In februari wordt de nieuwe voorzitter gekozen.
De pinksterbeweging ontstond begin vorige eeuw uit de heiligingsbeweging in de Verenigde Staten. Zij is uitgegroeid tot een stroming die samen met de charismatische bewegingen wereldwijd bijna 700 miljoen aanhangers telt. De meeste kerken bevinden zich in Zuid-Amerika, Afrika en Azië.
De pinksterkerken staan bekend om hun nadruk op de Geestesdoop, tongentaal en charismatische gaven. Liberale kerken wantrouwden ze als (te) orthodox en evangelicaal, te weinig betrokken op de wereld. De reformatorische kerken vonden de pinkstergelovigen doorgaans arminiaans. Ze zouden zich schuldig maken aan geestdrijverij.
Die relaties zijn aanmerkelijk verbeterd, stelt Sleebos. „Honderd jaar geleden was er inderdaad sprake van een moeilijke verhouding. Daarover is nu aan beide zijden schuld beleden. Dr. Bas Plaisier deed dat namens de Protestantse Kerk in Nederland in 2007 tijdens de herdenking van honderd jaar pinksterbeweging. Ik heb daarna de synode van de Protestantse Kerk mogen toespreken, waarin ik datzelfde deed namens de pinksterbeweging.
Er is meer vertrouwen gegroeid over de muren van de kerk heen. Het gevoel is dat we aan elkaar zijn gegeven en een zegen voor elkaar én voor Nederland moeten zijn.”
Wat is de specifieke bijdrage van de pinksterkerken in het geheel van kerkelijk Nederland?
„Wat ons vanouds drijft is dat we ruimte willen geven aan de Persoon, het werk en de gaven van de Geest. Wereldwijd zie je een sterke groei van de pinksterkerken. In Europa ligt de situatie moeilijk, maar niet in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De snelle groei daar is niet het gevolg van een plan, maar van een autonome beweging van de Geest in gewone mensen. Je ziet de laatste tijd in Nederland dat het verlangen naar opwekking opgepakt wordt door verschillende kerken en gestalte krijgt in diverse conferenties zoals Opwekking.”
De pinksterbeweging moet nog steeds niets hebben van naamchristendom en papieren leden?
„Zeker niet, veel gemeenten kennen geen officieel lidmaatschap. Het gaat bij ons om een persoonlijke relatie met God als basis voor de betrokkenheid in de kerk. Als je lid bent van onze kerk, ben je actief en heb je een duidelijke keuze gemaakt.”
Sommigen zien in pinksterkringen een tendens naar minder theologie en meer Geest, onder meer door de opkomst van de vijfvoudige bediening van apostel, profeet, herder, leraar en evangelist. Ook de VPE zouden deze bediening willen invoeren. De VPE hadden een hogeschool, Azusa, een wetenschappelijk blad, Parakleet, en een leerstoel, bezet door Cees van der Laan. Dat alles is nu weg.
„De economische crisis heeft ook de VPE hard geraakt en we hebben drastisch moeten bezuinigen. Dat betrof ons kaderblad Parakleet, maar ook de hbo-opleiding theologie. De opleiding was te kleinschalig en verloor haar accreditatie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) die de kwaliteit van het hoger onderwijs beoordeelt. In Brussel hebben we trouwens wel een NVAO-erkende masteropleiding in het Continental Theological Seminary, waar verschillende jongeren naartoe gaan. Voor de leerstoel aan de Vrije Universiteit wordt nog steeds gezocht naar een gekwalificeerde opvolger.
Wij zijn nog bezig met een visiedocument, waarin we willen stellen dat er niet alleen de persoonlijke gaven van de Geest zijn, maar ook gaven die aan de kerk zijn gegeven. Daar hoort ook de theologie bij. De VPE maken deel uit van de Assemblies of God, en die kennen wereldwijd zo’n 2000 opleidingen, van Bijbelscholen tot en met universiteiten. Het klopt inderdaad dat er vroeger een wantrouwen bestond ten opzichte van theologie. Het ging immers om de Geest, en niet om leerstellige kennis. De balans tussen Woord en Geest was toen zoek. Nu is balans een van onze kernwoorden.”