Psalm 121 na de vogelgriep en het mest kruien
Op het erf van de door vogelgriep getroffen dierenhandel Hoogendoorn in Stolwijk werd zaterdagmiddag gezongen. Zo’n vijftig vrijwilligers, die spontaan hulp boden, zongen aan het einde van de dag: „Hij is, al treft u ’t felst verdriet, Uw wachter, Die uw voet voor wankelen behoedt” (Psalm 121).
Veertien dagen na de ruiming van 6600 dieren –eenden, kippen, fazanten, volièrevogels– door de overheid mocht eigenaar Koos Hoogendoorn zaterdag de eerste werkzaamheden op zijn terrein weer doen: mesten en schoonmaken. Hij vertelde het aan mensen in zijn omgeving en spontaan meldde zich van diverse kanten hulp aan. Familie, kennissen en vrienden uit de omgeving, maar ook uit de rest van het land: van een directeur van een grote onderneming tot een schoolmeester en een rioolreiniger. „Wat ik nodig had, is er gekomen. De een bood twintig kruiwagens en vijftien man personeel aan, de volgende een hogedrukreiniger en een ander een groot zeil, vloertrekkers en grote verfkrabbers.
Voor de catering zorgde een bedrijf uit Lisse dat ik ken vanuit de Vereniging Reformatorische Ondernemers (VRO). Mensen hebben ook spontaan financiële hulp aangeboden, maar gelukkig lijkt die hulp allemaal niet nodig. Sommigen, ook van degenen die hier lopen, ken ik niet eens. Ik heb na de vogelgriepuitbraak en de ruiming zo veel liefde en kracht van de Heere gekregen dat ik alle vertrouwen heb voor de toekomst. Ik ben niet opstandig geworden, en wat er allemaal is gebeurd, is me nauwelijks tot last geweest. Vandaar dat ik ook samen wilde zingen aan het einde van de dag. Als het zo mag liggen, kun je het ook overgeven”, aldus Hoogendoorn.
Rioolreiniger Jan Boers is ervoor uit Oud-Vossemeer gekomen. „Ik kreeg een mailtje vanuit de ondernemersvereniging. Toen ik in mijn werkplaats wat stond te sleutelen, kwam het in m’n hart dat het goed was om hier te gaan helpen. Er staat in de psalm: „Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten”, maar dat is hier ook zo mee. Ik heb er de goede middelen voor en ook mijn zoon, met wie ik samen het bedrijf heb, stemde er direct mee in. Christenplicht, noem ik het”, aldus Boers.
„Ik sta normaal gesproken voor de klas op een school in Rotterdam”, vertelt Peter de Vos tijdens de gesponsorde lunch. „Ik heb nog nooit zo veel mest, zand en stenen weggekruid. Uit een volière, meen ik, ik weet het niet eens. Ik spreek mensen die ik niet ken, maar we hebben allemaal één doel: helpen waar het nodig is.”
Bedrijfsleider Herbert Lindhout aan het einde van de dag: „Veertien dagen geleden liepen er ook zo veel mensen, maar dan om de dieren te ruimen. Dit geeft echter nieuwe moed. Het bedrijf is nog nooit zo schoon geweest. Nu iedereen weggaat, blijven er een voldaan gevoel en dankbaarheid over. Zo veel medeleven doet enorm goed.”
Nieuwe dieren mogen er pas drie maanden na de ruiming weer komen. Voor die periode is werktijdverkorting aangevraagd voor de negentien medewerkers, zodat Hoogendoorn het personeel kan blijven doorbetalen.
„Deze kwestie brengt me tot nieuwe bedrijfsinzichten”, zegt Hoogendoorn. Hij overweegt voortaan minder vogels op voorraad te houden en er zeker minder buiten te laten lopen.