God en mens
1 Timotheüs 3:16a
„En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees.”
Hier zien we een welsprekend getuigenis van Jezus’ beide naturen. Want Paulus verkondigt Hem tegelijkertijd als waarachtig God en waarachtig mens. Hier wordt het onderscheid tussen de twee naturen kenbaar gemaakt, wanneer hij Hem enerzijds God noemt, anderzijds Zijn openbaring in het vlees stelt. Ten slotte wordt de eenheid des Persoons aangeduid wanneer hij zegt dat Hij Dezelfde is Die, hoewel Hij God is, geopenbaard is in het vlees.
Zo wordt door dit ene getuigenis het ware en rechtzinnige geloof op uitnemende wijze beschermd tegen dwalingen. Overigens behouden die tegenstellingen een grote nadruk: God in het vlees. Want hoe groot is het verschil tussen God en mens? Toch zien wij de onmetelijke heerlijkheid Gods in Christus zó verbonden met onze vergankelijkheid van het vlees, dat zij één worden. Gerechtvaardigd in de Geest: zoals de Zoon Gods Zich ontledigd heeft door het vlees aan te doen, zo is ook in Hem verschenen de kracht van de Geest, Die getuigt dat Hij God is.
Anderen leggen deze tekst verschillend uit. Maar wat mij betreft, ik ben tevreden als ik het eigen gevoelen van de apostel, zoals dat door mij althans begrepen wordt, heb ontvouwd, en zal niets meer daaraan toevoegen. De rechtvaardiging is hier het bewijs van Goddelijke macht. Zoals in Psalm 19:10: de oordelen Gods zijn gerechtvaardigd, dat is: op uitgezochte wijze en tot in de puntjes volmaakt.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Verklaring Timotheüs, Titus en Filemon”)