Kerk & religie

Dr. W. van Vlastuin op weg naar 1 mei

Dr. W. van Vlastuin (1963) is sinds begin dit jaar secretaris en woordvoerder van het convent van kerkenraden, een initiatief van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Kerkredactie
29 April 2004 23:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:11
Dr. W. van Vlastuin (1963) is sinds begin dit jaar secretaris en woordvoerder van het convent van kerkenraden, een initiatief van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk.
Dr. W. van Vlastuin (1963) is sinds begin dit jaar secretaris en woordvoerder van het convent van kerkenraden, een initiatief van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Na zo’n veertig jaar is het op 1 mei 2004 zover: de Protestantse Kerk in Nederland wordt een feit. Op die datum verenigen de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden zich officieel tot één kerk. Een pijnlijk proces, dat diepe voren trekt in het kerkelijke landschap, komt formeel tot een einde. De kerkredactie publiceert tot en met zaterdag 1 mei iedere dag een artikel waarin aan een bekend persoon uit de Nederlandse Hervormde Kerk een zevental vragen wordt voorgelegd. Vrijdag 30 april het vijfde artikel.

Hoe hebt u de achterliggende maanden, sinds 12 december, ervaren?
„Ontzaglijk verdrietig dat goede verhoudingen verstoord worden door dit proces waar niemand om heeft gevraagd. Ontzaglijk aangrijpend dat kerkenraden, ambtsdragers en gemeenteleden door het fusiebesluit in grote nood zijn gekomen. Ontzaglijk intens om in deze zorgen een luisterend oor te zijn. Ontzaglijk verootmoedigend dat goede beginselen niet altijd op een goede manier worden uitgedragen. Ontzaglijk vermoeiend om de honderden praktische vragen voor de toekomst onder ogen te zien. Ontzaglijk bedroevend dat de kerk zich beroept op regels en de eigenlijke bestaansgrond van de Nederlandse Hervormde Kerk -de Schrift en de belijdenis- terzijde stelt. Ontzaglijk onrechtvaardig dat mensen met liefde voor de Nederlandse Hervormde Kerk in hun geweten worden gedwongen en hooghartig op straat worden gezet. Ontzaglijk moedbenemend als teleurstellingen samenkomen. Ontzaglijk pijnlijk wanneer onterechte kritiek wordt geuit. Ontzaglijk machteloos wanneer misverstanden hardnekkig voortbestaan. Ontzaglijk huiveringwekkend dat dit kerkelijke gebeuren nog slechts een symptoom is van Gods gericht en het geestelijke verval. Kortom, duizend zorgen kwellen soms mijn angstvallig hart.”

Hoe beoordeelt u de gesprekken die er de laatste tijd tussen het hervormde moderamen en bezwaarden zijn geweest om breuken te voorkomen?
„Er zijn twee van zulke ontmoetingen geweest, namelijk op 27 februari en 26 maart jl. Ik wil liever niet te veel kwijt over deze gesprekken, alleen de dingen die reeds in de openbaarheid zijn gekomen. Op 27 februari werden wij uitgenodigd voor een ”open gesprek” om te spreken over de bezwaren tegen de PKN. In ieder geval kan men zeggen dat in dit gesprek de onoverkomelijke gewetensnood om lid van de PKN te worden, niet werd erkend. Wanneer deze erkenning er geweest zou zijn, zou er de basis zijn geweest om samen te zoeken naar uitwegen. Schokkend was de manier waarop men ons wilde laten gaan. We werden toegesproken als mensen die oneerlijke informatie gaven, de rust in de kerk verstoorden en een afscheiding organiseerden.

Ondanks deze ervaring heeft een delegatie van het Comité op 26 maart opnieuw een gesprek gehad met het moderamen. Dat gesprek heeft voor mij heel sterk bevestigd dat er werkelijk beginselen in het geding zijn. Voor ”ons” is het alleenrecht van de gereformeerde religie voor geheel de kerk onopgeefbaar, omdat het hier om Gods recht op Zijn kerk gaat. Voor het moderamen van de synode daarentegen is dit alleenrecht onbespreekbaar. In de PKN is een ander beginsel onopgeefbaar, namelijk dat van de pluraliteit. Alle handreikingen, verklaringen, moties en brieven staan dan ook in dit plurale kader. Klassieke theologie en moderne theologische beginselen blijven haaks op elkaar staan en zijn niet met elkaar te verenigen.

De weergave van dit gesprek in de media als zou er in dit laatste gesprek bijna een oplossing zijn geweest, doet geen recht aan de werkelijkheid. Toen het moderamen van de synode halverwege dit gesprek met een schriftelijk voorstel kwam, hebben wij daar gelijk onze kritische vragen bij gesteld. Gezien de emoties die daarop loskwamen, kan er geen enkel misverstand bestaan over onze grondhouding ten aanzien van dit voorstel. Om de geladen sfeer te overstijgen, hebben wij toegezegd om in de komende week met een antwoord te komen. Toen men ons onder druk plaatste om iets te zeggen over onze grondhouding ten aanzien van het schriftelijke voorstel, hebben wij verwezen naar onze eerste kritische houding.”

Zijn er nog mogelijkheden om de zo gevreesde breuk te voorkomen, of na 1 mei, toch weer te helen?
„Na 1 mei zie ik die mogelijkheden niet, hoewel ik niets wil uitsluiten. Vóór 1 mei zijn die mogelijkheden er wel. Wanneer er een extra synodevergadering bijeen zou worden geroepen waarin besloten zou worden dat gemeenten, ambtsdragers en gemeenteleden kunnen blijven staan op de oude hervormde grondslag, ligt daar het begin van de genezing.”

Is er voor u nog iets positiefs te ontdekken in alle discussies van de afgelopen maanden?
„Ik geloof niet dat dit alles kerkelijke winst heeft opgeleverd. Er is veel onheilig vuur geweest bij degenen die wel en niet meekunnen in de PKN. Het zou recht zijn als de Heere met ons allemaal een einde zou maken. Des te wonderlijker is het om te horen hoe hier en daar mensen met de kerkelijke nood en de geestelijke nood daarachter mogen worstelen aan Gods genadetroon. Dat is niet het positieve van de discussies, maar het is positieve van de Heere ondanks onze discussies.”

Wat doet deze kwestie met u persoonlijk?
„De kern van deze vraag raakt de binnenkamer van mijn ziel. Daarover wil ik bescheiden zijn. Misschien mag ik het kort aangeven. Samen-op-Weg heeft mij vooral in de jaren 1999-2001 in een geestelijke crisis gebracht, waarin verschrikkelijke aanvechtingen door mij heengingen en het preken voor mij bijkans onmogelijk was. Onze goede God heeft deze slechtste dagen van mijn leven tot de beste gemaakt. In het verlies van de kerk en van mijzelf aan Hem, bleef Hij alleen over. Ik heb nooit geweten dat er zo veel hemelse troost in Hem is. Er zijn ook nieuwe geestelijke werkelijkheden voor mij opengegaan die mijn prediking en theologische bezinning blijvend stempelen. Ik mag zeggen: Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.”

Uw grootste wens aan de vooravond van 1 mei.
„Het is mijn grootste wens dat onze verlegenheid een gelegenheid voor de Heere zal zijn om Zijn Naam te verheerlijken. Ik weet Zijn weg niet. Ik geloof dat Gods raad zal bestaan, dat het Lam in het midden van de troon staat en dat Hem niets uit de hand loopt.”

Op zondag 2 mei hoop ik…
„Het onveranderlijke Woord van God te verkondigen, opdat Zijn onveranderlijke heil meer waar zal zijn dan de aangrijpende verandering in de historie van de Nederlandse Hervormde Kerk, en opdat zondaren door en in de onveranderlijke God hun zaligheid ontvangen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer