Column: In Israël hebben rechtse politici het al voor het zeggen
Zeven uur ’s avonds in Jeruzalem, het is al donker. Naast mij hoor ik het gerinkel van glas. Een vijftiger heeft de deksel van de afvalbak opgelicht. Hij trekt er flesjes uit, laat ze in een boodschappenkar vallen en steekt de straat over. Op weg naar het volgende vuilnisvat.
Aan dit soort scènes ben ik gewend geraakt. Dit zijn de burgers die voor een beetje extra inkomen op vuilnisbakken of de bedelstaf zijn aangewezen. Deze allerarmsten vormen, net als in andere rijke landen, geen probleem voor de autoriteiten. Ze kunnen politiek gezien geen vuist maken. Ze hebben in de politiek ook helemaal geen vertrouwen meer.
Anders is dat met de middenklasse. In de VS kon de Trumprevolutie niet echt onverwachts komen. Al enkele jaren wijzen Amerikaanse analisten op de veranderingen in de samenleving. Blanken met lage opleidingen zagen hun inkomsten slinken. Ze verloren hun banen toen de fabrieken zich verplaatsten naar Mexico en Zuidoost-Azië. Het politieke establishment in Washington raakte het contact met hen kwijt. Donald Trump wist op meesterlijke wijze in te spelen op de onvrede in deze groep.
In West-Europa zien we soortgelijke processen. Door hun universitaire studie en politieke ervaring denkt de politieke elite het beste te weten wat goed is voor de burgers. Onder die burgers wordt de ontevredenheid echter steeds groter. De mensen maken zich zorgen over leeftijdsdiscriminatie, de overal uit de grond rijzende moskeeën en het gebrek aan veiligheid.
Als politici hun beleid niet ombuigen, krijgen ze vroeg of laat de rekening gepresenteerd. Dat gebeurt als de burgers achter nationalistische volksmenners aan gaan lopen, die oplossingen zeggen te hebben voor de meest complexe problemen.
In Israël is de situatie iets anders. Daar hebben welbespraakte rechtse politici het al voor het zeggen. Dat is niet gebeurd door ontevredenheid over werkgelegenheid of immigratie. De werkloosheid is gering en de grenzen zitten potdicht voor migranten uit Afrika, Syrië en Irak. Ze zijn aan de macht gekomen door in te spelen op nationalistische gevoelens en angst voor de Palestijnen. Ondertussen werken ze niet aan een politieke oplossing die de vrede dichterbij kan brengen.
Maar ook hier neemt het vertrouwen in hen af. De scheefgetrokken verhouding tussen prijs en inkomsten leidde in 2011 tot massale protesten. Politici beloofden verbetering. Ze pogen inderdaad het huizentekort weg te werken, maar dat vertaalt zich nog niet in dalende prijzen. Ook blijven de prijzen voor levensmiddelen torenhoog.
Maar ook in Israël komt de dag dat het volk de huidige regering onttroont. Hopelijk worden de huidige ministers opgevolgd door wijze en gematigde politici met een realistische politieke visie, die begrijpen dat het in Israëls belang is vrede te sluiten met de Palestijnen nu het nog kan. Ministers die beter rekening houden met de middenklasse. En vooral ook de allerarmsten niet vergeten.
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: in Israël hebben rechtse politici het al voor het zeggen, maar de vraag is hoe lang nog.