Sacramenten
Psalm 119:105
„Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad.”
In de sacramenten belooft God Zelf aan jou alle dingen die nu van Christus gezegd zijn. Hij wil dat de sacramenten een waarmerk en een bewijs ervan zijn dat Christus’ leven jouw dood, Zijn gehoorzaamheid jouw zonde en Zijn liefde jouw hel op Zich genomen en overwonnen heeft. Bovendien word je door deze sacramenten ingelijfd en verenigd met alle heiligen en kom je in de echte gemeenschap der heiligen, zodat zij met jou in Christus sterven, de zonden dragen en de hel overwinnen.
Daaruit volgt dat de sacramenten –dat zijn de uiterlijke woorden van God, door een dienaar gesproken– een zeer grote troost en als een zichtbaar teken voor de goddelijke goedgunstigheid zijn. Daaraan moet men zich vasthouden met een onwrikbaar geloof, als aan een goede staf, waarmee de aartsvader Jakob door de Jordaan trok. Of als een lantaarn, waarnaar men zich moet richten en die men met alle inspanning in het oog moet houden op de duistere weg van dood, zonde en hel. Dat heeft ook de profeet gezegd: „Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad.” (Psalm 119:105).
Maarten Luther,
hoogleraar in Wittenberg
(”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)