„Gebed bij maaltijd niet grondwettig”
Het Amerikaanse federale hooggerechtshof in Washington vindt het niet nodig om zich te buigen over de vraag of een gebed bij de avondmaaltijd van het Virginia Military Institute in Lexington, Virginia, in strijd is met de grondwet.
Daarmee bevestigt het hooggerechtshof indirect de uitspraken van een federale rechter en van het federale hof van beroep dat zo’n gebed in strijd is met de grondwettelijk gegarandeerde scheiding van kerk en staat in de VS.
Het gaat in deze zaak om een protest van twee leerlingen van eerdergenoemde militaire school die protesteerden tegen het feit dat zij „gedwongen” waren om een traditioneel gebed bij het avondeten bij te wonen. Volgens Neil Mellen en Paul Knick was deze traditie in strijd met de grondwettelijk gegarandeerde scheiding van kerk en staat in de VS. Zij kregen gelijk van de federale rechter en dat gelijk werd nog eens bevestigd door het hof van beroep. Daarop maakte de staat Virginia namens het Virginia Military Institute (met steun van twaalf andere staten) de kwestie aanhangig hij het federale hooggerechtshof in Washington.
Twee rechters wilden de zaak wel behandelen, namelijk opperrechter William Rehnquist en rechter Antonin Scalia. Maar hun collega’s zagen geen „juridische problemen” in de uitspraken van de twee desbetreffende rechtbanken en wezen de zaak af. Daarmee blijft de uitspraak van het hof van beroep -namelijk dat het gebed ongrondwettig is- juridisch overeind. In 1962 verbood het hooggerechtshof in Washington gebeden in openbare scholen. Dertig jaar later werden ook gebeden verboden bij diploma-uitreikingen en vier jaar geleden werden gebeden verboden bij sportmanifestaties.