Zalig sterven
Openbaring 14:13a
„Zalig zijn de doden die in de Heere sterven…”
Je moet de dood niet in zichzelf, niet in jezelf of in je natuur, niet in degenen die door Gods toorn gedood zijn en ook niet in degenen die door de dood overwonnen zijn willen schouwen. Anders ben je verloren. Je moet de dood onafgebroken slechts in diegenen willen zien die in Gods genade gestorven zijn en die de dood in Christus overwonnen hebben. In deze beelden wordt de dood noch verschrikkelijk, noch gruwelijk voor je. Veeleer wordt hij zelfs veracht en gedood en in het leven gewurgd en overwonnen. Hoe dieper je jezelf dit beeld inprent, des te meer valt het beeld van de dood weg en verdwijnt het vanzelf zonder enige moeite of strijd. Zo heeft je hart vrede en kun je rustig met Christus sterven, zoals in Openbaring staat: „Zalig zijn zij, die in Christus de Heere sterven” (Openbaring 14:13). Daarop doelt ook Numeri 21:9: de kinderen van Israël die door vurige slangen gebeten waren, moesten zich niet met deze slangen bezighouden, maar opzien naar de dode koperen slang. Zo vielen de levende slangen van hen af. Evenzo moet jij je alleen om de dood van Christus bekommeren. Dan zul je het leven vinden. Daarom zegt Christus: „In de wereld (dat is ook in onszelf) zullen jullie onrust hebben, maar in mij de vrede” (Johannes 16:33).
Maarten Luther hoogleraar in Wittenberg (”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)