De raad van EU–ministers besloot toen dat de twee grootste euro–landen konden ontsnappen aan de enorme boetes. Het pact schrijft voor dat een tekort nooit hoger mag zijn dan 3 procent van het nationaal inkomen, om te voorkomen dat de munteenheid verzwakt en de rente stijgt.

De Commissie wilde de mogelijkheid van boetes wel openhouden. Ook Nederland was daar van harte voorstander van. Maar met een zeer nipte minderheid beslisten de ministers anders.

Volgens de Commissie hebben zij daarbij echter vormfouten gemaakt, zodat het besluit om Frankrijk en Duitsland te sparen ongeldig zou zijn. Die gevoelige zaak speelt sinds enkele maanden bij het Hof. Woensdag komen advocaten van beide partijen in een openbare zitting met hun argumenten. Een uitspraak kan nog maanden duren.

Voor Nederland is het vonnis opeens een stuk interessanter geworden. Sinds kort blijkt dat ook het tekort in Den Haag de Europese grenzen heeft overschreden. Als de Commissie gelijk krijgt, betekent dat Nederland minder makkelijk de reuzenboetes kan ontlopen. Terugdringen van het tekort, een wens van het kabinet, wordt dan noodzakelijk om een bestraffing met ongeveer 1 miljard euro te voorkomen.