Topchirurg ”Chick’ Koop: abortus is pure moord
Zijn geloof dat elk leven waardevol is, stimuleerde kinderarts Charles Everett Koop om het leven van ten dode opgeschreven kinderen te redden. „Als ik niet in een onveranderlijke en medelijdende God zou geloven, kon ik dit werk niet doen.”
De Amerikaanse kinderchirurg steekt zijn christelijke levensovertuiging niet onder stoelen of banken tijdens een radio-interview in 1979. „De capaciteiten die ik heb, erken ik als gave van God. Ik ben daar rentmeester van, en ik ben verantwoordelijkheid aan Hem verschuldigd voor de manier waarop ik die gebruik.”
Na een 92 uur durende bevalling werd Charles geboren op 14 oktober 1916 in New York, vandaag 100 jaar geleden. Zijn biografe Anne Bianchi noemt het in haar boek ”C. Everett Koop: the Health of the Nation” een wonder dat moeder Helen deze bevalling overleefde.
Als zesjarige wil Charles al arts worden. De grote, zwarte tas die huisarts Wright tijdens bezoeken bij zich heeft, maakt een buitengewone indruk op hem. Ook bewondert hij dokter Strong, een chirurg die gebroken botten nagenoeg pijnloos kan zetten.
Een bevriende chirurg neemt hem geregeld mee naar de operatiekamer. Daar kan de twaalfjarige Charles urenlang kijken hoe chirurgen de ene operatie na de andere uitvoeren. Zo raakt hij vertrouwd met de chirurgische basistechnieken.
Thuis gaat hij de operaties nadoen. Lijdend voorwerp zijn konijnen, ratten en katten uit de buurt, die hij verdooft en opereert. Koop verzekert dat nooit een van zijn ‘patiënten’ na een geslaagde operatie is doodgegaan.
Tijdens zijn studie aan de universiteit van Dartmouth verandert Koops leven voorgoed. Allereerst zijn naam. Niemand noemt hem Charles. Uiteindelijk behoudt hij zijn bijnaam ”Chick” –kip– voor de rest van zijn leven.
Een ongeluk tijdens een rugbywedstrijd veroorzaakt een ernstige oogafwijking. De arts die hem behandelt, vertelt Charles dat hij daar niet meer van af zal komen. Koop laat weten dat hij graag chirurg wil worden. „Laat je handen zien”, beveelt de chirurg. „Dat zijn echte chirurgenhanden. Zul je geen enkel risico meer nemen?” Sindsdien keert Koop rugby de rug toe en draagt hij een bril.
Tijdens zijn specialisatie tot chirurg aan Cornell University trouwt Koop op 19 september 1938 met Betty Flanagan, de dochter van een chirurg. Acht jaar later krijgt hij een baan als chirurg in het kinderziekenhuis van Philadelphia.
„Toen ik daar kwam, stierf 95 tot 100 procent van de te vroeg geboren baby’s. Mijn geloof dat elk leven waardevol is, stimuleerde me om het leven van deze kinderen te redden. Toen ik de kinderchirurgie verliet, overleefde 95 procent van de pasgeborenen”, schrijft Koop in zijn ”Memoires of America’s Family Doctor” (1991).
Koops bekwaamheden vallen op. Er volgt een benoeming tot hoogleraar kinderchirurgie aan de universiteit van Pennsylvania.
Traumatisch
Van de steeds meer geaccepteerde evolutietheorie wil de presbyteriaanse topchirurg niets weten. „Ik begin nooit aan een operatie zonder een onbewust gevoel dat het buitengewoon ingenieuze menselijk lichaam echt niet kan zijn ontstaan uit slijm en modder. Als ik een insnede maak met mijn operatiemes, zie ik zulke ingewikkelde organen dat er eenvoudigweg niet genoeg tijd is geweest om die via evolutionaire processen te laten ontwikkelen tot wat ze nu zijn.”
In 1968 zet een traumatische ervaring zijn leven helemaal op de kop. Tijdens het radio-interview licht Koop een tipje van de sluier op. „Mijn vrouw en ik verloren onze 20-jarige zoon David, een ervaren bergbeklimmer. Hij werd getroffen door een lawine. Hoewel hij aan zijn compagnon vastgesnoerd zat, viel hij en kwam in een klif terecht. Daarboven bleef hij slingerend als een pendule hangen, vrijwel onbereikbaar voor hulp. Hij verbrijzelde zijn rechterknie en bloedde dood, 700 meter boven de vallei.”
Samen met zijn vrouw schrijft Koop het boek ”Sometimes Mountains Move”. „Het is niet meer dan een uitdrukking van genade van God die we hebben ervaren tijdens ons grootste verdriet.”
Koop maakt naam als tegenstander van abortus. Onder meer in zijn boek ”Whatever Happened to the Human Race?” ( zie ”Humanisme laat menselijkheid teloorgaan”) neemt hij positie tegen het abortus-op-aanvraagbeleid. „Een deel van de Amerikaanse samenleving heeft een schizofrene mentaliteit. We vervoeren een te vroeg geboren baby met een levensbedreigende breuk in het middenrif met spoed naar een ziekenhuis. Daar zorgt een uitstekend opgeleid team van doktoren dat het kind kan overleven. Tegelijkertijd vernietigen medici in ziekenhuizen op een steenworp afstand uiterst gezonde, ongeboren kinderen in de moederschoot”, aldus de topchirurg tijdens het radio-interview.
Telefoon
Gewoonlijk werkt Koop veertien uur per dag. Maar op dinsdag 4 november 1980 verlaat Amerika’s bekendste kinderchirurg vroegtijdig het ziekenhuis. En dat heeft een reden.
Die middag rinkelt de telefoon in Koops kantoor. De chirurg neemt op. De man aan de andere kant identificeert zichzelf als John Condon, headhunter voor president Reagan. „Hoe zou u het vinden om Surgeon General te worden?” Koop stemt toe.
De Surgeon General heeft als hoogste arts in het land geen werkelijk gezag en bijna geen formele verantwoordelijkheid. Zijn belangrijkste taak is rapporten samen te stellen en het Witte Huis te adviseren over het gezondheidsbeleid. In Washington staat de baan bekend als „iets zoals de koningin van Engeland, een functie met vooral symbolische waarde.”
Toch staat de seculiere pers op zijn achterste benen. Wanneer Koop ’s avonds de huiskamer binnenstapt, vindt hij zijn vrouw huilend op de bank. Een blik op de krantenpagina’s verklaart alles. Kwalificaties in de kranten variëren van Dr. Kook (doctor Mafketel), tot „de meest eigenwijze man die ooit genomineerd was voor deze post.” De San Francisco Chronicle noemt Koop „een rechtse gek”, terwijl de Boston Globe hem neerzet als een „religieuze idioot.” The New York Times kwalificeert de topchirurg als „Dr. Ongeschikt.”
Het gaat Koop niet in de koude kleren zitten. Hij frommelt de kranten op. Smijt ze door de kamer. „Waar heb ik dit aan verdiend?” Hij besluit er een punt achter te zetten, maar realiseert zich dan dat hij bezig is met een missie die hij niet zomaar kan verlaten. In de negen maanden die hij moet wachten, stippelt Koop een overkoepelend gezondheidsplan voor de VS uit.
President Reagan meent de antiabortusbeweging met de benoeming van Koop tevreden te hebben gesteld. Hij rekent erop dat Koop –net als de Surgeon Generals voor hem– kiest voor een bestaan op de achtergrond. Tegen alle verwachtingen in profileert Koop zich echter als een van de invloedrijkste leden van de regering van president Reagan.
Koop heeft er slag van de aandacht naar zich toe te trekken. Dat begint al doordat hij het klassieke militaire uniform van de Surgeon General –een marineblauw kostuum van een viceadmiraal met drie sterren en gouden lauweren– in ere herstelt. „Ik hoopte dat het zou helpen mijn boodschap wat gewicht mee te geven”, schrijft hij in zijn memoires.
Lincolnbaard
Hoewel Koop niets grappigs aan zijn uniform ziet, is hij een dankbaar object voor cartoonisten. „Wie is die man met die Abraham Lincolnbaard en een uniform uit de film ”The Love Boat””, vroegen ze zich af. De pers noemt hem een „admiraal zonder schepen”, dan weer de „admiraal van de Raritan Marine.”
Als Surgeon General krijgt Koop algauw te maken met de spraakmakende ”Baby Doe”-kwestie. De behandelende arts besluit een baby met het syndroom van Down en een scheurtje in het middenrif niet te behandelen, zodat het kind overlijdt. Koop noemt dit in een televisie-interview „pure moord.” Hij wil ervoor vechten dat elke leven beschouwd wordt als „uniek en heilig.”
Dat Koop ook ten strijde trekt tegen de tabaksindustrie is tegen het zere been van de regering. President Reagan reageert woedend. Hij heeft in de tabaksindustrie veel vrienden die zijn verkiezingcampagne financieel hebben gesteund. In ruil daarvoor zou Reagan de tabaksindustrie geen strobreed in de weg leggen. Het Witte Huis is van plan Koops antirookcampagne een halt toe te roepen. Maar tevergeefs. Tijdens zijn ambtsperiode neemt het aantal rokers af van een derde naar een kwart van de volwassen Amerikanen.
Koop maakt zich ook druk over de misleiding in de advertenties van de sigarettenfabrikanten. Eén advertentie gebruikt de slogan ”Alive with Pleasure” – leven met plezier. Koop stelt voor deze te veranderen in ”Dying in Agony” – sterven in doodsangst.
Als Surgeon General bouwt Koop door zijn strijd tegen roken, ongezonde voeding en aids veel krediet op bij het Amerikaanse publiek. Hij wordt ”Amerika’s huisarts” genoemd. Op straat spreken mensen hem spontaan aan: „U hebt ervoor gezorgd dat mijn moeder haar sigaretten liet staan.”
Na zijn afscheid als Surgeon General in 1990 verzorgt Koop –als bekende Amerikaan– tal van lezingen. Totdat hij op 25 februari 2013 overlijdt.
In zijn memoires schrijft Koop dat hij ondanks alle tegenstand en vijandigheid nooit alleen heeft gestaan. „Ik voel me gesteund door miljoenen Amerikanen. En ik vind rust in mijn geloof dat mijn toekomst, evenals mijn verleden, vast liggen in de handen van God.”
„Humanisme laat menselijkheid teloorgaan”
„De Bijbelse waarden overtuigen mensen dat elk menselijk leven uniek is, dat het beschermd en geleefd moet worden, omdat elk individu een schepsel is naar het beeld van God.”
Hoe het Westen omgaat met het menselijk leven is de laatste decennia echter drastisch veranderd, schrijft de Amerikaanse kinderchirurg Charles Everett Koop (1916-2003) in zijn boek ”Whatever Happened to the Human Race?” (1976). „We zijn binnen één generatie overgestapt van een hoge kijk op het leven naar een zeer lage.”
Hoe komt dat?
Voor Koop is het antwoord helder: „De gemeenschappelijke overtuigingen in onze samenleving zijn niet langer gebaseerd op het christendom, maar op het humanisme: in plaats van God is de mens de maat van alle dingen geworden. Het humanisme heeft plaats van de Bijbel ingenomen.”
Eeuwenlang beschouwde de westerse cultuur het menselijk leven en de kwaliteit van leven van een individu als iets speciaals. Het was gebruikelijk om te spreken van de ”onschendbaarheid” van het menselijk leven. Dat concept is afkomstig van het christelijke wereldbeeld dat het Westen eeuwenlang domineerde, stelt Koop. „De Bijbelse leer werd gepredikt niet als een waarheid, maar als dé waarheid. En deze leer gaf ook antwoorden op vragen als: Wie zijn wij als mens? Welke betekenis heeft het menselijk leven? Het christelijk geloof vormde een algemene culturele consensus: het voorzag in een basale moraal en in sociale waarden.”
Hippocrates
In die lijn werd de duizenden jaren oude Griekse eed van Hippocrates –die artsen moeten afleggen– vrijwel onveranderd overgenomen in de Verklaring van Genève van 1948: „Ik zal het hoogste respect betonen en mijn uiterste best doen voor het menselijk leven vanaf de conceptie.” Koop noemt het een teken aan de wand wanneer de universiteiten van Pittsburgh en Toronto in 1971 de zinsnede „vanaf de conceptie” uit de eed schrappen.
Scheppingsleer
„Na het verwerpen van God konden humanistische wetenschappers doceren dat de werkelijkheid alleen bestaat uit wat we wiskundig kunnen meten. De Bijbelse scheppingsleer werd terzijde geschoven.”
De humanistische mensvisie en een wereldbeeld waarin tijd en toeval alles bepaalden, won terrein, analyseert Koop. „Bij toeval ontstond het leven, bij toeval ontstond de mens. Bij toeval betekent: er bestaat geen dwingende reden waarom deze dingen zouden moeten gebeuren: we zijn het resultaat van een kosmisch ongeluk. De mens verliest hierdoor zijn menselijkheid in rap tempo.”
Voor het humanisme is het menselijke ras een abnormale bobbel op het vlakke oppervlak van een stil en betekenisloos universum. „Tegen deze achtergrond zijn abortus, kindermoord en euthanasie –inclusief het doden van geestelijk gestoorden, criminelen, gehandicapten en economisch waardeloze ouderen– volkomen logisch.”
Christelijke consensus
Zolang er een christelijke consensus bestaat in de maatschappij, levert die een basis voor wetgeving. „Maar nu het humanisme de maatschappij stempelt, is de grondslag voor wetten willekeurig en sociologisch bepaald: „Waarheid is wat de meerderheid vindt.” Misdaad en gruwelijkheid worden inhoudsloos. Immers, als niets absoluut verboden is, is alles toegestaan wat de samenleving acceptabel vindt. Als de mens niet meer als beeld van God wordt gezien, ontbreekt een vast ijkpunt. Een sociologisch tot stand gekomen wet heeft invloed op wie er mag leven en wie er dood moet. De waarde van een mensenleven wordt naar willekeur bepaald.”
Volgens Koop hebben wetten die abortus legaliseren –en willekeurig bepalen wie wel of geen ”persoon” is– barrières doorgebroken. „Het is bizar dat een geaborteerd kind niet hetzelfde recht heeft om te leven als een te vroeg geborene die even lang door de moeder is gedragen.”
Nazi’s
Koop was ervan overtuigd dat kindermoord en euthanasie op ouderen hetzelfde patroon van willekeur gaan volgen. „Het begint met mensen in een vegetatieve toestand. Vervolgens zal er een tendens ontstaan om mensen om andere redenen te elimineren, zoals senioriteit, zwakte, mentale achteruitgang, ziekte en incontinentie. Het is maar hoe de meerderheid van de samenleving daarover denkt. Zo komen we aan in de wereld waarin het gedrag van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog moreel gerechtvaardigd is: één persoon kan beslissen over het leven of de dood van een ander.”
Genesis
Koop bepleit daarom een herwaardering van het Bijbelboek Genesis. „Dat geeft betekenis aan de aanwezigheid van de mens in de historie: we zijn geschapen naar het beeld van God en er is een zondeval geweest. Wie Genesis terzijde schuift, neemt de historische lijn van de aardse geschiedenis en de heilsgeschiedenis weg: de dood van Christus heeft dan geen betekenis meer.”
Christenen moeten volgens Koop onderwijzen en werken vanuit een onversneden Bijbel. „Die leert dat ieder mens een unieke waarde heeft omdat hij is gemaakt naar het beeld van God. Dit geldt voor een kind in de baarmoeder en voor een oudere die zijn laatste adem uitblaast. De dood brengt niet het ultieme einde. Ieder mens zal daarna de eeuwigheid ergens doorbrengen, met of zonder God, afhankelijk van zijn relatie met Christus als Zaligmaker.”